Wetenschap helpt beleid milieu en gezondheid te koppelen
De Gezondheidsraad stelt in advies dat exposoomonderzoek kan helpen om beleid voor gezondheid en leefomgeving te koppelen.
Wat voor zin heeft het om fietsen als gezonde vervoerswijze te promoten als de fietsers vervolgens ongezonde uitlaatgassen inademen van het stadsverkeer? Volgens de Gezondheidsraad zijn gezondheidsbeleid en leefomgevingsbeleid nu vaak twee aparte werelden, maar biedt het exposoomonderzoek kansen om die te koppelen.
Verkokerd
Exposoom? Zelfs de Dikke van Dale weet niet wat het is. Marianne Geleijnse, vicevoorzitter van de Gezondheidsraad, legt het uit: 'Van enkel je genetische aanleg word je meestal niet ziek. Het is met name de omgeving en alle blootstellingen waardoor je ziekte ontwikkelt. Het onderzoek daarnaar is soms verkokerd. Exposoomonderzoek bestudeert alle omgevingsblootstellingen in één model, waardoor je beter zicht krijgt op het belang van het ene risico ten opzichte van het andere. Dat is voor beleidsmakers belangrijk.' Omdat exposoomonderzoek sterk in opkomst is, publiceert de Gezondheidsraad vandaag het advies Betekenis van exposoomonderzoek voor beleid.
Kunt u een voorbeeld geven hoe exposoomonderzoek helpt beleidskeuzes te maken?
Geleijnse: 'We weten allemaal dat mensen met een lagere sociaaleconomische positie slechter af zijn qua gezondheid. De ene onderzoeker zegt: het komt door slechte voeding. Een andere zegt: het komt doordat ze in de buurt van industrie wonen, een derde zegt: het komt omdat ze minder te besteden hebben aan goed zorg. Ieder heeft zo zijn eigen hypothese. De een richt zich op gezond eten, de ander op de blootstelling aan bepaalde schadelijke stoffen en weer een ander op huisvesting. Maar die ene persoon met die sociaaleconomische mindere positie wordt aan al die zaken tegelijkertijd blootgesteld. Dat zou je dus ook in één model moeten bestuderen, in samenhang. Dat is belangrijk, dat je die zaken niet te veel uit elkaar trekt.'
We weten toch al dat verschillende factoren een rol spelen?
'Dat is zo, maar in wetenschappelijk onderzoek zijn het aparte expertisegebieden. Puzzelstukjes worden aangeleverd uit verschillende hoeken, waarbij voedingsonderzoek er niet per se rekening mee houdt dat die mensen worden blootgesteld aan bepaalde stoffen in de buitenlucht.'
Dus exposoom gaat over integrale wetenschap die kennis aanreikt voor integraal beleid?
'Ik geef een ander voorbeeld. Stel: je zegt tegen mensen in de stad dat ze vaker moeten fietsen. Dat is goed voor de gezondheid, zegt de bewegingswetenschapper. De omgevingswetenschapper zegt: die mensen ademen dan uitlaatgassen in.' Die twee werelden kun je combineren, stelt ze. 'Dat is een belangrijke integratiestap. Als je vanuit preventiebeleid zegt: ga fietsen, dan wil je ook groen in de stad hebben waar je in een gezonde omgeving kunt fietsen. Met exposoomonderzoek kun je de voor- en nadelen van beweging en blootstelling in kaart brengen.'
Druppel bloed
Exposoomonderzoek is volgens Geleijnse bij uitstek geschikt om nieuwe meetmethoden in te zetten die meerdere blootstellingen in één keer kunnen vaststellen. Zoals een chip die een druppel bloed doormeet op duizenden stoffen of wearables die hartslag en bloeddruk meten of meetapparaten in de natuur die veel stoffen tegelijk meten.
Wat heb je als lokale bestuurder aan kennis over de waarden van duizend stoffen in het bloed? Dat brengt je misschien alleen in verwarring.
'Dat is een terecht punt. Er is nog een grote uitdaging voor het onderzoek zelf om dit op een goede manier aan te pakken.'
Uw raad schrijft: 'Op lokaal niveau kan dit onderzoek gebruikt worden bij het vormgeven van een omgevingsvisie.' Hoe?
'Kijk, het ontwikkelen van allerlei redeneerregels, hoe ga je die exposoomresultaten meenemen in het geheel van onderzoek en beleid? Dat moet nog gebeuren. Het staat in de kinderschoenen. Er is wel Vlaams biomonitoringsonderzoek waarin beleid en wetenschap zijn geïntegreerd. In Nederland zijn we nog niet zo ver.'
Wat doen ze dan in Vlaanderen?
Marjan Alssema, wetenschappelijk secretaris van het advies over exposoomonderzoek, legt uit dat de Vlamingen al een jaar of twintig blootstellingen monitoren en zo kunnen nagaan of bepaalde stoffen en omgevingsinvloeden toe- of afnemen. 'Die monitoring doen ze in samenspraak met beleid. Als beleidsmakers een onverwachtse toename zien, proberen ze na te gaan: waar komt dat door? Ze kunnen daar snel op acteren. En burgers hebben inspraak.'
Vervuilingsproblematiek
Door in bloed, haren en urine verschillende stoffen te meten, wordt duidelijk wat er aan blootstellingen binnen één lichaam plaatsvindt, vult Geleijnse aan. 'Daar hopen ze vroegtijdig signalen van gezondheidseffecten mee op te pikken, nog voordat de ziekte zich manifesteert. Dat is een manier om die hele vervuilingsproblematiek zichtbaar te maken. We weten allemaal dat in een bepaalde regio bepaalde stoffen in de lucht circuleren. Dat is vrij abstract. Maar als je ook ziet dat de mensen die daar rondlopen dat in het bloed hebben en je kunt dat aan de bron koppelen, dan helpt dat volgens mij wel in het beleid.' Alssema: 'In Nederland kennen we dat niet op die manier. Bij Tata Steel komt er iets uit onderzoek maar dan krijg je de discussie over bronnen en dan hebben we helemaal nog geen data uit de omgeving opgebouwd. In Vlaanderen zouden ze dat in theorie veel sneller kunnen, omdat ze al jarenlang monitoren.'
Het Corona voorspellingsmodel, dat heel wat simpeler in elkaar zit dan dit exposoommodel, laat zien dat het aantal variabelen dermate kan variëren dat duidelijk en eenduidig beleid niet op zo'n model te baseren is,.
Neem het risico van fietsen. Het risico op letsel n.a.v. een ongeval is groter dan het risico op ziekte als gevolg van het inademen van, steeds betere, lucht. Stel dat je dat in het model stopt. Dan moet je analyseren welke routes fietsers nemen en welke risico's zij daarbij onderweg tegenkomen. Die risico's variëren zeer sterk afhankelijk van de leeftijd van de fietsers. Stoppen we er ook in. Dan het risico van sneeuw of vorst, wellicht een zware regenbui. Stoppen we er ook in. Per slot van rekening moet het model wel kunnen voorspellen wanneer je wel en niet nog mag fietsen. Gevarieerd per leeftijd, stad, dorp, open landschap, o ja, bliksem moet er ook nog in.
Waanzinnig om te denken dat je de complexe werkelijkheid met een model kunt voorspellen. Laat deze commissie maar eens eerst een model lanceren dat kan voorspellen welke gezondheidseffecten fietsers lopen op 1 locatie en welke maatregelen mogelijk zijn om dat risico te verlagen. Dat kunnen deze droomdenkers niet.
Ooit publiceerde een Utrechtse onderzoeker in wetenschappelijke tijdschriften over het verband tussen verkeer en de invloed op longziekten. Dat verband viel niet aan te tonen. Tegelijk publiceerde deze persoon een persbericht waarin hij stelde dat het effect onomstotelijk was aangetoond. Dat kwam in de media terecht. Een schandelijke manipulatie van de publieke opinie en de politiek.
Laat de Rekenkamer eens een onderzoek doen naar de wetenschappelijke waarde van de adviezen van de Gezondheidsraad. De adviesmissers inzake Corona staan nu nog helder op het netvlies.