Circulaire economie Randstad ver weg
Randstedelijke provincies doen hun best, maar voor een volledig circulaire economie is meer nodig.
De transitie naar een circulaire economie komt maar traag op gang. Dat concludeert de Randstedelijke Rekenkamer na onderzoek naar de inzet van de provincies Flevoland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Net als het Planbureau voor de Leefomgeving denkt de rekenkamer dat de beoogde doelstelling om in 2050 volledig circulair te zijn niet gehaald zal worden.
Plussen en minnen
De genoemde provincies hebben allemaal sterke- en zwakke kanten op het gebied van de circulaire economie, zo blijkt uit de onderzoeksresultaten. In Zuid-Holland wordt bijvoorbeeld nog te weinig gedaan aan een circulaire inkoop. ‘Ambtelijk is aangegeven dat aanbestedingen op het gebied van grond-, weg- en waterbouw in de praktijk incidenteel duurzaam worden aanbesteed, en niet structureel. (Aannames van) hoge kosten en risicomijding staan circulair aanbesteden nog vaak in de weg’, aldus de rekenkamer.
Monitoring, mobiliseren
In Flevoland valt nog veel te winnen op het gebied van monitoring en strategie. Zo wordt niet bijgehouden of de provinciale circulaire doelen worden gehaald en is er geen reflectie op uitgevoerde activiteiten. Ook is er geen strategie voor het mobiliseren van actoren. In Noord-Holland en Utrecht spelen vergelijkbare en andere aandachtspunten. Het algemene beeld is dat de ontwikkelingen maar langzaam op gang komen. De Europese rekenkamer concludeerde onlangs hetzelfde.
Kencijfers
Michael Mekel, plaatsvervangend bestuurder van de Randstedelijke Rekenkamer, benadrukt daarbij wel dat resultaten in dit stadium vaak schemerig zijn. ‘Kenmerkend voor transities is dat ze vol obstakels zitten en dat er tijdens het proces vaak onduidelijkheid is over waar je heengaat en hoe je daar komt. Bij de transitie naar de circulaire economie is dat extra problematisch, omdat het veelal ontbreekt aan duidelijke kengetallen.’
De energietransitie is al een stuk verder.
Leeft minder
Dat heeft met verschillende dingen te maken. Zo zijn indicatoren veelal gekoppeld aan bedrijven en hun productie, die informatie is moeilijk te krijgen. Daarnaast verschillen de interpretaties van het concept circulair nogal. ‘Er is voldoende theoretische onderbouwing voor de circulaire economie, maar in de praktijk wordt dit nog te weinig gebruikt als grondslag voor het beleid. Provincies vullen het verschillend in.’ In vergelijking met bijvoorbeeld de energietransitie leeft de transitie naar een circulaire economie minder onder beleidsmakers, bedrijven en inwoners.
2050 lijkt niet haalbaar
‘De energietransitie is wat dat betreft een stuk verder. We weten allemaal dat we van fossiele brandstoffen af moeten, maar dat ook de economie volledig circulair moet zijn in 2050 is minder bekend.’ Het is nogal wat, erkent ook Mekel. Helemaal geen nieuwe grondstoffen meer gebruiken, al over minder dan 30 jaar. ‘Wij concluderen net als het Planbureau voor de Leefomgeving dat die doelstelling op dit moment niet haalbaar lijkt. Daarvoor moeten er flink wat tandjes bij.’
Maatschappelijke opgave
Het onderzoek van de rekenkamer richt zich tot de provincies, maar de grootste opgaven liggen er voor bedrijven en consumenten. ‘Er is een cultuuromslag nodig. De arm van de provincie reikt ook maar zover. Wat wel kan is allereerst naar jezelf kijken. Bijvoorbeeld bij de aanleg van wegen, daarvoor gebruiken provincies veel grondstoffen. Het is zaak om dat circulair in te kopen. De ene provincie is daar verder in dan de andere.’
Van elkaar leren
Een andere belangrijke taak voor provincies is volgens Mekel het verspreiden van kennis. ‘Daar is bijvoorbeeld Flevoland al heel actief mee bezig. Ook in Noord-Holland en Zuid-Holland wordt via platformgesprekken gewerkt aan het verspreiden van kennis.’ Provincies kunnen nog veel van elkaar leren, concludeert de rekenkamer. Ook zouden ze gezamenlijk kunnen lobbyen naar het rijk en Europa om regelgeving die beleidsvrijheid in de weg zit aan te laten passen.
Circulair op de voorgrond
‘Het idee is zeker niet dat alle provincies hetzelfde moeten doen en middelen op dezelfde manieren moeten inzetten. Daarvoor zijn de verschillen simpelweg te groot. Universeel is wel dat, als ze de doelen voor 2050 willen halen, provincies bij de opgaven die zij voor de kiezen krijgen circulariteit prominent moeten laten terugkomen.’ Na het zomerreces gaan de bestuurders van de verschillende provincies over het onderzoek in conclaaf.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.