Advertentie
ruimte en milieu / Column

Burgerparticipatie en verkiezingsopkomst

Hardnekkig leeft bij veel bestuurders en raadsleden het idee dat ze al aan de participatie-eis voldoen met een concept-plan.

25 maart 2022

Het zit er weer op: nieuwe gemeenteraden zijn gekozen. Volgens onze minister-president hebben we de wereld laten zien wat democratie is. Is dat zo? Slechts de helft van de kiesgerechtigden ging stemmen. Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) stelt terecht een onderzoek in.

De affaires voorafgaande aan de landelijke verkiezingen, de ellenlange coalitievorming en de terugkeer van oude gezichten deden de politiek geen goed. Zou het daaraan liggen of is het desinteresse en gemakzucht van mensen? Of weten lokale politici hun inwoners niet meer te vinden? De raadsvergaderingen zijn vaak geen feest om te volgen en de dossiers erg dik. Dat jongere mensen een gemeenteraad niet echt boeiend vinden, kan ik me voorstellen. Er wordt ouderwets en formeel vergaderd. Voorheen was maar 7 procent van de raadsleden jonger dan 30 en 38 procent ouder dan 60 jaar. Zou dat zijn veranderd? Veel raadsleden waren mannen, maar dat is veranderd: met voorkeurstemmen zitten er nu meer vrouwen in gemeenteraden.

Als je eens per vier jaar een flyer in de bus krijgt en je wijk opeens vol posters hangt: is dat genoeg om te gaan stemmen? Bovendien is stemmen lastig. Alle partijen zijn voor voldoende betaalbare woningen, veilige buurten, meer werk en meer groen. De grote vragen ‘waar en hoe dan?’ benoemen ze meestal niet.

Toch zijn dat juist de vragen waar het mensen om gaat. Abstracte beleidsverhalen zoals een structuur- of omgevingsvisie spreken mensen niet meteen aan. Wakker worden de meesten pas zodra het concreet wordt: bij sloop en herbouw. Of als er windmolens en appartementencomplexen verrijzen of een weg wordt verbreed. Als er een zonneveld komt of bomen gekapt worden. Maar dan is het te laat: de hazen blijken al veel eerder - stiekem lijkt wel - en ook flink gelopen te hebben. Resteert frustratie bij degenen die te laat wakker werd en vaak ook bij degenen die juridische bescherming zochten. Beleidsvrijheid geeft vaak de doorslag.

Veel stemmen gingen naar lokale partijen. Kennelijk weten zij de stemmers steeds beter te bereiken. Het verbaasde de lijsttrekker van Gemeentebelangen van gemeente Midden-Drenthe niet. In het 8-uur-journaal verwoordde hij het aldus. ‘In het verleden kwam een gemeente met een uitgewerkt plan naar de buurt en zegt dan meteen: zo wordt het. Onze visie is: we gaan eerst naar de buurt of het dorp en halen informatie op uit de buurt- of dorpshuizen. De mensen komen en ze geven aan wat ze willen en dan komen we met elkaar tot een plan.’

De Volkskrant plaatste deze week het artikel ‘Een geducht gevecht tussen projectontwikkelaar en bezorgde burgers’. De krant signaleert dat de betreffende kwestie niet uniek is en nog veel minder uniek zal worden. Nederland gaat immers flink bouwen en daar is grond voor nodig. Gouden tijden voor projectontwikkelaars en makelaars dus. De krant schrijft over de betreffende kwestie: ‘Alles leek in kannen en kruiken, de gemeenteraad keurde de plannen goed. Tot op het laatste moment een groepje burgers lucht kreeg van wat er stond te gebeuren.’

‘Dan komen we met elkaar tot een plan’ staat dus tegenover ‘op het laatste moment ergens lucht van krijgen’. Formeel juridisch is er een zienswijzeprocedure, maar kennelijk is dat niet genoeg. Mensen zijn bij inspraak en zienswijzen feitelijk ook al te laat: principe besluit genomen, de anterieure overeenkomst gesloten en de haalbaarheid van het plan al onderzocht en vastgelegd. Alternatieven om uit te kiezen krijgt de gemeenteraad niet meer te zien en dus kan het gevecht beginnen. De krant signaleert terecht dat het vaak voorkomt.

Bij de Omgevingswet draait het om ‘vroegtijdige participatie’. Hardnekkig bij veel bestuurders, ambtenaren, raadsleden en ontwikkelaars is het idee dat ze daaraan doen als ze een kant en klaar plan of conceptbesluit aan mensen voorleggen, liefst door de ontwikkelaar. Dat frustreert echter vaker dan dat het verbindt.

‘Dan komen we met elkaar tot een plan’ wil niet zeggen dat participanten in alles hun zin moeten krijgen. Het gaat om de zorgvuldigheid van het voorbereidingsproces. Dat moet ruimte bieden om mee te kunnen denken, kwaliteiten te behouden, alternatieven af te wegen en samenhang aan te brengen met wat er nog meer leeft. En ervoor zorgen dat iedereen iets kan winnen: financieel of aan omgevingskwaliteit. Daar zit de crux van de Omgevingswet. Het instrument van het programma of een ‘nader kader stellend besluit’ van de gemeenteraad kunnen daarbij goede instrumenten zijn.

De journalist van het Journaal begreep het helaas niet. Volgens hem wonnen de lokalen omdat het om kleine dingen gaat waarvoor je niet zozeer politieke ideeën nodig hebt als wel praktisch inzicht. Zo zou ik een andere bestuurscultuur en een ander werkproces niet willen noemen!

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie