Onderzoek is er recent niet naar verricht, erkent het Algemeen Verbond voor Volkstuinders Nederland (AVVN). Maar de signalen zijn duidelijk in het voordeel van de volkstuinder, zegt woordvoerder Herman Vroklage. Er is volgens hem sprake van een hernieuwde kennismaking tussen gemeenten, die zoeken naar manieren om de groene enclaves in het stedelijk gebied te koesteren, en de volkstuinverenigingen, actief aan het pleiten voor hun rol in de gemeenschap.
Volkstuinen langzaam uit de verdrukking
Gemeenten krijgen steeds meer oog voor de meerwaarde van volkstuincomplexen. De tijd dat de moestuintjes per definitie de…
Dat is wel eens anders geweest. Tussen 1993 en 2003 is het aantal hectare volkstuinen gedaald met zestien procent. De particuliere groentetuintjes moesten plaats maken voor nieuwe huizen, wegen en bedrijventerreinen. Vroklage: ‘Ze hadden vaak nauwelijks weerwoord en verloren bij voorbaar de concurrentieslag om schaarse ruimte.’
Maar groen in de stad heeft nieuwe aandacht gekregen, constateerde ook VROM-minister Jacqueline Cramer vorige week bij de opening van het nieuwe activiteiten- en informatiecentrum van het AVVN in Utrecht.
Met name de grotere volkstuinparken kunnen daarbij een recreatieve rol spelen, volgens Vroklage. ‘Volkstuinen zijn een soort semiopenbare plantsoenen, waar je recreatief medegebruik kunt realiseren. Denk aan een trapveldje voor de jeugd, kunsttentoonstellingen in het verenigingsgebouw en in de tuinen, of een educatief programma voor scholen. Er gebeurt steeds meer op dat gebied. In Capelle hebben ze bijvoorbeeld een natuur-educatief pad voor invaliden aangelegd.’
Wat het AVVN betreft verandert het moestuincomplex van weleer in een attractief tuinenpark met horecafaciliteiten. Die ontwikkeling zal zich niet revolutionair voltrekken, verwacht Vroklage. Maar de nieuwe generatie volkstuinders - veel gezinnen met kinderen - ziet de volkstuin niet als een eiland. ‘Zij vinden het normaal dat een tuinenpark meerwaarde heeft voor de omgeving.’