Een groot deel van de bewoners van stedelijke en landelijke gebieden in Nederland ervaren in hun beleving amper problemen met bereikbaarheid, concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) na onderzoek. De verschillen tussen bewoners van een stad en van het platteland zijn veel kleiner dan verwacht, stellen de onderzoekers. Volgens het KiM moet er meer aandacht zijn voor de perceptie van bewoners. 'Nu ligt de focus vooral op oplossingen voor problemen en knelpunten die inwoners misschien niet als zodanig ervaren.'
Platteland en stad ervaren amper verschil in bereikbaarheid
In ruraal gebied is het gebruik van openbaar vervoer laag. Het autobezit maakt dat bereikbaarheid niet als probleem wordt gezien.
Autobezit
Volgens de onderzoekers krimpt de bevolking in ruraal gebied, waardoor het draagvlak voor en het aanbod aan bijvoorbeeld winkels en banen afneemt. De afstand naar die voorzieningen neemt toe. Dit verschilt nogal met stedelijke gebieden, aldus het kennisinstituut. Dat desondanks de beleving van inwoners weinig verschilt, kan te maken hebben met bijvoorbeeld autobezit. Het bezit van auto's nam het afgelopen decennium in de meer landelijke gebieden duidelijk toe.
Gebruik openbaar vervoer
In ruraal gebied is het gebruik van regulier openbaar vervoer laag. 'En dat blijft naar verwachting ook in de toekomst zo.' Het openbaar vervoer staat hierdoor steeds meer onder druk. Volgens de onderzoekers is er een vangnet nodig voor mensen die afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Ook zien zij een oplossing in het stimuleren van gebruik van elektrische fietsen.
Het KiM heeft stellingen over hoe mensen de bereikbaarheid ervaren voorgelegd aan 3064 respondenten.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De mate van het gebruik van openbaar vervoer op de weg wordt bepaald door 'vraag en aanbod'. M.a.w. als de reiskosten van het openbaar vervoer op de weg relatief meer worden verhoogd dan de kosten per auto en/of per vliegtuig dan verslechtert de concurrentiepositie van het openbaar vervoer. Dat betekent dat met dit gegeven bij beleidsbeslissingen terdege rekening moet worden gehouden.
Het vangnet kan bestaan uit het op afspraak inzetten van kleine regiobusjes en/of inderdaad elektrische fietsen. Dit laatste middel is ook nog goed om (meer) te bewegen.