Natuureigenaren vrezen in grote financiële problemen te komen door de voorgestelde nieuwe opzet van de waterschapsbelastingen. Daarin wordt degene die direct profijt trekt van het werk van de waterschappen zwaarder belast. Tot nu toe betaalden natuurorganisaties nauwelijks voor het schone water in de door hen beheerde gebieden.
Natuureigenaren: nieuwe waterheffingen onacceptabel
Natuureigenaren vrezen in grote financiële problemen te komen door de voorgestelde nieuwe opzet van de waterschapsbelastingen. Daarin…
Onrechtvaardig en subjectief
‘Disproportioneel’ noemt de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren (VBNE) het plan van de Unie van Waterschappen. ‘Een adequate onderbouwing van deze lastenverzwaring ontbreekt en bovendien is de voorgestelde bekostigingssystematiek voor de watersysteemheffing onnodig ingewikkeld, hetgeen een gevoel van onrechtvaardigheid en subjectiviteit voedt. De VBNE acht het voorstel daarom onacceptabel.’
Vijf tot zes keer zoveel
Directeur Jacob van Olst van Landschap Overijssel (tevens voorzitter van de commissie waterheffingen binnen de VBNE) stelt dat de waterlasten voor natuureigenaren door deze maatregel gemiddeld met een factor vijf of zes zullen stijgen. Dat kunnen ze volgens hem simpelweg niet betalen. ‘Natuureigenaren krijgen 75 procent van hun beheerkosten vergoed. De rest moeten ze nu al zien binnen te halen door het aanbieden van recreatieve voorzieningen.’ Vooral de kleinere particuliere eigenaren zijn volgens hem de dupe. ‘Zij waren onder staatssecretaris Bleker al gekort en elk vlees op de botten kwijt.’
Kievitsbloem
Volgens Van Olst wordt het profijtbeginsel ook lang niet altijd correct toegepast. ‘In het Vechtdal is de waterstroom door de waterschappen beter gereguleerd. Daardoor zijn er minder kleine overstromingen waardoor bijvoorbeeld de beschermde kievitsbloem, die gebaat is bij geregeld water, langduriger droog komt te staan. Dan levert het werk van waterschappen per saldo dus méér werk op voor natuureigenaren.’
Net zoveel kosten
‘Voor de toeleiding van schoon water naar natuurgebieden maken wij soms net zoveel kosten als voor de overige gebruikers in de categorie onbebouwd’, reageert voorzitter Hans Oosters van de Unie van Waterschappen op de kritiek. ‘In het huidige belastingstelsel is een schappelijk bedrag voor natuurorganisaties gerekend, nauwelijks meetbaar in procenten. Natuur brengt van de 2,8 miljard euro die waterschappen jaarlijks binnen halen, slechts 2 miljoen euro op. Wij vinden het redelijk dat je hun gezien de beperkte draagkracht van natuurorganisaties straks niet het volle pond in rekening brengt. Dus geven we ze in de nieuwe opzet een korting van 70 procent. Maar, inderdaad, die resterende 30 procent is nog steeds substantieel meer dan ze nu betalen.’
Protest
Oosters heeft er ‘alle begrip voor’ dat natuureigenaren protest aantekenen. ‘Want zij zullen dit gaan voelen.’ Hij wijst erop dat ze bij de huidige heffingen na een ingreep van de Tweede Kamer werden gespaard, maar ook dat de omstandigheden nu zijn gewijzigd. ‘Natuur is van ons allemaal. Wie is daar in financiële zin verantwoordelijk voor? Moeten de provincies die extra heffingen gaan betalen nu zij verantwoordelijk zijn gemaakt voor natuur? Moeten natuurorganisaties voortaan zelf bij de poort toegang gaan heffen?’
Duurzaam gedrag stimuleren
De hogere bijdrage die van de natuurbeheerders wordt verwacht, past volgens Oosters in de bredere doelstelling van de voorgestelde verandering van de heffingen. ‘Om die eerlijker te verdelen over de groepen die daar direct profijt van hebben of die kosten veroorzaken’, vat Oosters samen. ‘De OESO oordeelde in 2014 dat wij als waterschappen ons waterbeheer prima uitvoeren, maar dat het bij veel Nederlanders schort aan waterbewustzijn. Daar kun je wat aan doen door de rekening eerlijker neer te leggen bij de vervuiler en degene die van ons werk direct profijt heeft. Zo kun je mensen en bedrijven stimuleren tot duurzaam gedrag.’
Bestuurlijke bandbreedte
Ook voor andere groepen belanghebbenden bij het waterschapswerk zoals agrariërs zal in het nieuwe stelsel meer worden gekeken naar het profijt dat zij hebben en daar hoort een passende rekening bij. Oosters: ‘Maar er moet ook een element van solidariteit en proportionaliteit in de heffingen zitten. Dus zijn er ook bestuurlijke bandbreedtes aangebracht die je na die technische exercitie als algemeen bestuur van een waterschap kunt toepassen: 15 procentpunten erbij of 15 procentpunten eraf – dat zijn de marges.’ Hierdoor komt er meer ruimte om in te spelen op regionale omstandigheden.
Niet voor 2022
Het in mei verschenen advies van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB) werd in juni grotendeels overgenomen door het bestuur van de Unie van Waterschappen en ligt nu ter beoordeling bij de individuele waterschappen. Die nemen er uiterlijk eind dit jaar een definitief besluit over. ‘Dat is nog maar de halve wedstrijd’, aldus Oosters. ‘Want dan moeten het kabinet, de Tweede en Eerste Kamer en de Raad van State er nog over besluiten. Dus de wijziging van de waterschapsbelastingen zal naar verwachting niet eerder dan in 2022 aan de orde zijn.’
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Wie gaat er minder betalen in het nieuwe stelsel, de burger-dat draagt niet bij aan watrbewustzijn hoor...of wordt die kruissubsidiëring van de boeren toch niet afgeschaft
@Leen
mooi verhaal. Heeft u nog ergens de cijfers liggen die de 600 miljoen besparing toelichten
Uitermate opmerkelijk dat de Unie voorbij gaat aan de aard van de maatregelen die waterschappen voor natuurgebieden uitvoeren. Het gaat merendeels om het terugbrengen van de hydrologische randvoorwaarden voor herstel van de natuur nadat decenia-lang gebieden te intensief ontwaterd zijn ten behoeve van oa landbouw, wonen en werken. Moet de natuur die er in ons land nog is dit dan ook nog zelf gaan betalen zonder dat er iets verdiend wordt?; waar is het redelijkheidsprincipe?
Mbt de waterschappen als democratische overheid is een gezonde kritische houding om een goede maatschappelijke rol te vervullen nodig. Maar we mogen ook trots zijn op dat we dit in NL hebben. Zie artikel van M. van Rijswick
https://www.montesquieu-instituut.nl/id/vjrkfa3z …