Als de extreme droogte nog een maand of langer aanhoudt, dan is de kans op een dijkdoorbraak zeer groot. Vooral de vele veendijken in het lage westen lopen het gevaar door uitdroging te scheuren.
Droogte sluipmoordenaar voor dijken
Als de extreme droogte nog een maand of langer aanhoudt, is de kans op een dijkdoorbraak zeer groot. Vooral de veendijken dreigen door…
Sluipmoordenaar
Dat stelt onafhankelijk waterdeskundige Peter van Rooij, directeur van wateradviesbureau Accanto. Hij noemt verdroging een door het publiek onderschat gevaar in het Nederlandse denken over waterbeheer. Hoogwater is natuurlijk veel aanschouwelijker en ziet er al snel dreigend uit. Droogte is meer een sluipmoordenaar die onzichtbaar de dijken kan aantasten.
Dijkbewaking verbetert
De waterschappen hebben dit gevaar wel goed in de smiezen, aldus Van Rooy. Sinds de vorige grote droogte van 2003 hebben zij hun zaken veel beter op orde. ‘De tijd dat ze met een boterham in de hand op het oog een dijk inspecteerden ligt achter ons’.
Wake up call
Van Rooy refereert aan de vorige periode van grote droogte. Deze leidde tot de dijkbreuk bij het dorpje Wilnes in het groene hart, waarbij een hele woonwijken onder water liep. De uiteindelijke schade bedroeg miljoenen. Hij spreekt van een wake up call, die door de waterschappen goed is opgepikt.
Verloven ingetrokken
‘Verloven zijn ingetrokken, dijkwachters zijn allemaal paraat. Na Wilnis werd veel elektronische bewakingsapparatuur geplaatst. ‘We weten nu veel beter waar de zwakke plekken zitten, vooral bij de kleinere keringen zijn veel blinde vlekken weggewerkt’.
Secundaire keringen
Maar dat neemt niet weg dat de dijken zouden kunnen bezwijken als de droogte te lang aanhoudt. Het gaat dan vooral om de zogenoemde secundaire keringen. De dijken langs de grote rivieren en de kust zijn meestal minder gevoelig voor dit soort weersomstandigheden.
40.000 kilometer
“Nederland telt 40.000 kilometer van dit soort (veen)dijken en dijkjes langs kleinere rivieren, beekjes meertjes en dergelijke. Die kun je nooit allemaal met zekerheid tegen dit soort extreme droogte bestendig maken. Dat kun je de waterschappen niet eens kwalijk nemen, het zou domweg teveel geld kosten’.
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als je weet dat er gevaar is bij droge dijken, dan kun je die dijken toch besproeien om zo het gevaar te keren? Of is dat nu weer gewoon te simpel gedacht?
Philip, mee eens. Mijn gedachte is, gebruik het water dat je wil tegenhouden om de dijk te benatten.
De waterschappers kunnen het probleem wel doorhebben, maar hoe betaal je iets wat normaal de natuur gratis voor je doet?
In deze tijd van bezuinigingen en kille managers is dat een uitdaging van jewelste. Bij veel deskundigen is al lang bekend dat wanneer veen eenmaal droogt bijvoorbeeld door bodembemaling etc., het chemisch uiteenvalt in lucht en water. Daarom dalen sommige gebieden in Nederland met soms meer dan 1 cm. per jaar. Je hoeft met andere woorden niet eens een kuil te graven waar je zelf invalt. We veroorzaken onze eigen badkuipen die volstaan met Vinexwijken. Nederland is toe aan een Nieuwe Ruimtelijke Ordening die logisch ingericht moet worden en niet meer naar politiek groeidenken omdat je daarmee alleen scoort.
Reeds al in 2004 is er onderzoek gedaan en oplossingen aangedragen, zie artikel:http://www.brongegeven.nl/cbxeurope/uploads/bestand1830.pdf . Het is een kwestie van willen en doen!
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland waarschuwden de waterschappen in een circulaire van 31 augustus 1921 al voor het gevaar van verdroogde veendijken. In juli en augustus 1921 was er nauwelijks regen gevallen. De waterschappen werden opgedragen hun dijken te inspecteren. Er werden problemen geconstateerd in polderdijken in de buurt van het dorpje Beets ten zuidwesten van Hoorn en in de Zuiderzeedijk van de Zeevang ten noorden van Edam. De ingenieur van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen, de boezembeheerder, adviseerde de waterstand in de boezem voorlopig laag te houden. Het wachten was op aanhoudende zachte regen. In de 17e en 18e eeuw waren tenslotte brandende dijken geen onbekend verschijnsel. Droog veen is turf en dat brandt prima. Het polderbestuur van de Drie Waterlandse Meren (de Buiksloter-, Broeker- en Belmermeer tussen Purmerend en Amsterdam) klaagde in 1639 en 1741 over veenbranden in de ringdijkjes van deze droogmakerijen. Dergelijke branden waren erg moelijk te blussen. Zie voor meer info www.hhnk.nl en www.onh.nl, waarop korte artikeltjes staan over de acties uit 1921 en de brandende dijken in Waterland.