Advertentie
juridisch / Nieuws

Bij twijfel moet gemeente bewijzen wie afvalovertreder is

Onomstotelijk tegenbewijs is niet nodig bij het aanvechten van een handhavingsbesluit verkeerd aangeboden huisvuil, stelt de Raad van State.

01 juni 2022
Afval-Amsterdam-shutterstock-1403969945.jpg
Shutterstock

In de drie Haagse afvalzaken oordeelt de Raad van State dat de inwoners voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij niet degenen zijn die het afval verkeerd hebben aangeboden. Dit betekent dat de gemeente de kosten voor het opruimen van het huisvuil niet op hen mag verhalen.

Consulent Leerlingenvervoer

JS Consultancy
Consulent Leerlingenvervoer

Interim manager Bezwaar en Beroep

JS Consultancy
Interim manager Bezwaar en Beroep

Tegendeel

Onomstotelijk tegenbewijs is niet nodig voor een inwoner die een gemeentelijk handhavingsbesluit aanvecht vanwege het verkeerd aanbieden van huisvuil. Dat blijkt uit drie uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in drie Haagse afvalzaken, waarin bewoners moesten bewijzen dat zij niet schuldig waren aan het verkeerd aanbieden van afval. Een gemeente mag bij het verkeerd aanbieden van huisvuil ervan uitgaan dat de persoon tot wie de gemeente het huisvuil kan ‘herleiden’ ook de overtreder is, tenzij die het tegendeel aannemelijk maakt. Raad van State maakt in de drie uitspraken duidelijker hoe iemand dat tegendeel inderdaad aannemelijk kan maken.

Bestuursdwang

Het college van Den Haag besloot bestuursdwang toe te passen bij drie inwoners om het verkeerd aanbieden van huisvuil, zoals een afvalzak of een kartonnen doos. Met een bestuursdwangbesluit ruimt de gemeente het verkeerd aangeboden huisvuil op en verhaalt zij de kosten daarvan op de overtreder. Maar de inwoners achten zich niet verantwoordelijk voor het verkeerd aanbieden van het huisvuil. Volgens hen had de gemeente hen ten onrechte als overtreder aangemerkt. Een pakket was bijvoorbeeld verkeerd bezorgd. In een andere zaak werd een afvalzak uit een prullenbak in de portiek van een appartementencomplex door schoonmakers naast een ondergrondse afvalcontainer gezet. De gemeente gaat ervan uit dat inwoners ‘onomstotelijk tegenbewijs’ moeten leveren om aannemelijk te maken dat zij niet de overtreders zijn. Daar waren de inwoners het niet mee eens.

Tegendeel voldoende aannemelijk

Daarom gingen zij in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Die bevestigde dat de gemeente ervan uit mag gaan dat de persoon tot wie het huisvuil kan worden herleid (bijvoorbeeld door een naam of adres op een envelop) ook de overtreder is, tenzij die het tegendeel aannemelijk maakt. Echter, voor het aannemelijk maken van het tegendeel is geen onomstotelijk bewijs nodig. Een voorbeeld van hoe een inwoner het tegendeel aannemelijk kan maken is een ‘concrete, gedetailleerde, logische en met objectieve omstandigheden onderbouwde verklaring geven voor het, buiten zijn schuld, verkeerd aangeboden huisvuil’.

Kosten voor gemeente

Een andere manier om het tegendeel aannemelijk te maken is dat de inwoner ‘niet in de gelegenheid was’ om het huisvuil op de verkeerde plek achter te laten. Als iemand daarmee genoeg twijfel zaait over de suggestie dat hij de overtreder is, dan is het vervolgens aan de gemeente om die twijfel en het geleverde tegenbewijs te weerleggen. De gemeente mag er dan dus niet langer van uitgaan dat iemand de overtreder is, alleen maar omdat het huisvuil tot hem of haar kan worden herleid. In de drie gevallen maakten de inwoners het tegendeel voldoende aannemelijk en zijn de kosten voor het opruimen van het huisvuil voor de gemeente.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie