'Oplossingen rijk voor gemeentefonds werken niet'
De oplossingen die het rijk aandraagt voor de schommelingen in het gemeentefonds schieten tekort. In sommige gevallen verergeren ze de problemen zelfs, concludeert de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG stelt een andere oplossing voor.

De oplossingen die het rijk aandraagt voor de schommelingen in het gemeentefonds schieten tekort. In sommige gevallen verergeren ze de problemen zelfs, concludeert de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De VNG stelt een andere oplossing voor.
Verergering
Twee geopperde ideeën hebben ongewenste bijwerkingen. Een kasschuif, waarbij budget van latere jaren naar voren wordt gehaald, valt bij gemeenten in een ander boekjaar dan bij het rijk. ‘De kasschuif valt bij gemeenten in het verkeerde boekjaar’, schrijft de VNG. Het verergert het probleem omdat het zorgt voor een gat in de meerjarenbegroting.
Bevriezen
Een bevriezing van het accres (het geld dat gemeenten via het gemeentefonds van het rijk ontvangen) biedt ook geen uitkomst, want dat sluit een opwaartse bijstelling uit waardoor gemeenten misschien inkomsten mislopen. De hoogte van het gemeentefonds is afhankelijk van de uitgaven van het rijk en aangezien die uitgaven dit jaar lager zijn dan verwacht, is het gemeentefonds volgend jaar waarschijnlijk lager. Maar die onderuitputting leidt komend jaar misschien juist tot hogere uitgaven van het rijk, wat tot een verhoging van het gemeentefonds zou leiden – tenzij dat bevroren is.
Behoedzaam
Een derde mogelijkheid is een ‘behoedzaamheidsreserve’, maar dat voorkomt volgens de VNG geen neerwaartse bijstelling van het accres. Het zorgt ervoor dat het accres realistischer wordt ingeschat, en voorkomt dat de lasten te hoog geraamd worden, maar die maatregel kan pas voor het jaar 2021 worden ingevoerd. ‘Gemeenten hebben ook zelf al de mogelijkheid om een behoedzaamheidsreserve op de eigen begroting te treffen.’
Voorstel
De VNG stelt een tussentijdse maatregel voor. Als er na de meicirculaire geen neerwaartse aanpassing plaatsvindt voor het volgende jaar, maar wel opwaartse bijstellingen als gevolg van hogere uitgaven door het rijk, dan zouden de ongewenste effecten van de hiervoor genoemde maatregelen niet optreden.
'Slechts onderdeel'
De VNG ziet dit als oplossing, maar benadrukt dat de schommelingen ‘slechts onderdeel’ zijn van ‘de negatieve effecten van het rijksbeleid op de financiële positie van gemeenten’. Gemeenten kampen met de gevolgen van de decentralisaties en dat wordt versterkt door de opschalingskorting. Provincies maken zich zorgen over de gemeentebegrotingen: hoewel de meeste gemeenten die wel sluitend wisten te krijgen, twijfelen provincies hoe hard de cijfers zijn.
Positief is eveneens dat een en ander zou kunnen leiden tot minder onderuitputting van de rijksbegroting via betere ramingen en meer druk op de productiviteit bij het Rijk.