Rijksgeld voor opgravingen

Twee onderzoeken van archeologische vondsten krijgen geld van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, OCW. Het gaat om een complex aan vindplaatsen uit de Romeinse tijd in Tiel-Medel en een collectie edelmetalen objecten uit een 17e-eeuws scheepswrak bij Texel.

Aan beide projecten is 100.000 euro toegekend. OCW besloot tot de financiering vanwege het (inter)nationale belang van deze vondsten. De resultaten van het onderzoek zijn volgens het ministerie niet alleen relevant voor de wetenschap maar ook voor een breed (inter)nationaal publiek. Sinds de invoering van het Verdrag van Malta ligt de verantwoordelijkheid voor archeologie bij de gemeenten. Ook het onderzoek naar heel bijzondere vindplaatsen. Daarbij geldt het principe: 'de verstoorder betaalt'.

Verdiepend onderzoek, in aanvulling op het basisonderzoek, kan bij bijzondere vondsten van eminent belang niet in alle gevallen ten laste van de initiatiefnemer (de ‘verstoorder’) komen. Met deze extra financiering creëert het rijk de mogelijkheid om toch verder onderzoek te doen naar die belangrijke vondsten.

Migranten
Bij Tiel werd twee jaar geleden een complex aan vindplaatsen uit de Romeinse tijd onderzocht: een agrarische nederzetting, enkele grafvelden en resten van een villa. Het lijkt te gaan om resten van zogeheten eerste-generatie migranten. Een van de doelen van het project is om te onderzoeken waar zij vandaan kwamen en hoe zij samenleefden met de bevolking die er al woonde en daar later een samenleving mee vormden.