Advertentie
financiën / Nieuws

‘Bij veel dividend minder rijksgeld’

Gemeenten met veel inkomsten uit (verkochte) aandelen kunnen toe met minder geld van het Rijk dan ze nu krijgen. De Raad voor de financiële verhoudingen pleit voor een andere verdeling van het Gemeentefonds.

11 december 2009

Bij herhaling heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken – als beheerder van het Gemeentefonds – moeten vaststellen dat de gemeentelijke inkomsten uit rente, dividenden, huurpacht en grondexploitatie veel hoger zijn dan waarmee rekening wordt gehouden bij de verdeling van de algemene uitkering. Deze zogeheten overige eigen middelen (OEM) bedragen gemiddeld niet de geraamde 5 procent van de totale gemeentelijke inkomsten, maar bijna het dubbele. Daarbij zijn er grote verschillen aan inkomsten uit (voormalig) aandelenbezit van nutsbedrijven tussen gemeenten.

 

Liberalisering

 

Eenzelfde constatering werd eerder bij de provincies gedaan. De Raad voor de Financiële verhoudingen (Rfv) adviseerde het kabinet vervolgens om de gestegen inkomsten als gevolg van dividend uit nutsbedrijven te verevenen. ‘Die gestegen inkomsten zijn namelijk niet het gevolg van beleidskeuzes van provincies, maar een gevolg van de liberalisering van de energiemarkt’, aldus de Rfv. De raad stelde daarom een nieuwe verdeling van het provinciefonds voor. Uitgangspunt daarbij is een voor elke provincie afzonderlijk vastgesteld verwacht rendement. Zo’n (vermogens-rendements)maatstaf dient er straks ook voor gemeenten te komen. ‘De grote verschillen die tussen gemeenten bestaan in inkomsten uit vermogen, zijn niet terug te voeren op het eigen beleid van lokale overheden’, aldus de raad.

 

Eerder wilde het Rijk nooit weten van een aanpassing van het verdeelstelsel van de algemene uitkering. De grote verschillen in de eigen inkomstenverwerving tussen gemeenten werden gebillijkt met het argument dat de OEM-inkomsten geen lastenverzwaring impliceerden voor de burger. Dat echter gaat volgens de Rfv volledig voorbij aan de kern van de zaak. ‘Het gaat niet om een lastenvraagstuk voor burgers, maar om een verdeelvraagstuk tussen gemeenten’, aldus de raad.

 

Grondige analyse

 

De algemene uitkering wordt overigens binnenkort onderworpen aan een grondige analyse. Uit oppervlakkige scans blijkt dat de uitgaven op veel onderdelen niet meer sporen met de inkomsten. De Rfv raadt aan de complete verdeling van het gemeentefonds aan een onderzoek te onderwerpen. Enerzijds omdat er in de loop der tijd een groot aantal onvolkomenheden in is geslopen, anderzijds omdat de gemeentelijke financiën de komende periode onder druk komen staan. ‘Juist in tijden van financiële krapte luistert een passende verdeling nauw’, stelt de raad.

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Fred IJspeerd / juridisch beleidsmedewerker P&O bij de gemeente IJsselstein
In het artikel ‘Bij veel dividend minder rijksgeld’ constateert Binnenlandse Zaken dat de gemeentelijke inkomsten veel hoger zijn dan verwacht bij de verdeling van de algemene uitkering. Op 11 december 2009 las ik ook de flyer van de VNG over het cao-conflict gemeenten. De vakbonden wensen een structurele loonsverhoging van 1,5 procent. De VNG is van mening dat het aanbod van een eenmalige incidentele eindejaarsuitkering van 1 procent al te veel is. Ik citeer: ‘Waar de klappen precies vallen is nog niet bekend, maar dat óók gemeenten een ongekende bijdrage moeten leveren is zeker. Een structurele verhoging van de lonen werkt ook door in de begrotingen van 2010 en daarna, en is dus onverantwoord.’

Nu haak ik af: als het kabinet op de overheidsuitgaven bezuinigt, zal dat waarschijnlijk leiden tot een lagere algemene uitkering, maar dan hebben de gemeenten toch nog steeds meer eigen inkomsten dan waarmee het Rijk rekening heeft gehouden? Dan is er toch geld? Kan het allemaal niet simpeler?

Zelf denk ik dan aan een variant op het ‘oude’ centraal arbeidsvoorwaardenoverleg tussen het Rijk en de bonden dat er als volgt uitziet: de loonruimte voor alle overheden wordt centraal vastgesteld, de loonruimte bestaat uit twee onderdelen: één deel gaat over de salarissen, het andere deel over de beschikbare ruimte voor secundaire arbeidsvoorwaarden, en er wordt alleen onderhandeld over de besteding van de centraal beschikbaar gestelde ruimte voor secundaire arbeidsvoorwaarden.

Per gemeente wordt onderhandeld over aanvullende arbeidsvoorwaarden, te voldoen uit de eigen financiële middelen. Bij een ‘rijke’ gemeente zit er dan meer in voor het personeel dan bij een ‘arme’. Over mijn variant kun je veel zeggen, feit is wel dat de werkelijke oorzaak van het cao-conflict eigenlijk niet ligt bij de vakbonden of de VNG. Materieel gaat het om de maatschappelijke vraag welke prijs de Nederlandse samenleving bereid is te betalen voor haar medewerkers in overheidsdienst.

Ruim 25 jaar geleden ten tijde van de acties ‘Boos op Koos’ was het maatschappelijk antwoord op deze vraag heel duidelijk: min 3 procent.
Advertentie