In 2020 gingen we ‘massaal digitaal’ in het bereiken en betrekken van inwoners. Niet per se omdat het kon, maar misschien vooral omdat het moest (corona). Onderzoeksbureau Citisens peilde bij een representatieve groep Nederlanders hun mening en ervaringen rondom de vraag: ‘Is participatie inclusiever geworden wanneer online georganiseerd, of sluiten we juist groepen mensen uit?‘ Binnenlands Bestuur zet de belangrijkste resultaten op een rij.
Online participatie
Nieuws in beeld: online participatie

Online of fysiek participeren?
Half februari 2021 zette Citisens een online enquête uit onder 10.000 leden van het eigen panel. 2983 inwoners van Nederlanders vulde hem in. 882 van de invullers (30 procent) gaf aan sinds het voorjaar van 2020 te hebben deelgenomen aan een online participatie-activiteit van de gemeente en ook aan wélke activiteit ze hebben deelgenomen. De icoontjes laten zien welk betrokkenheidsprofiel het vaakst heeft deelgenomen aan de activiteit. Aan invullers die eerder (vóór corona) ook deelnamen aan een fysieke participatieactiviteit is gevraagd wat de voorkeur heeft: online of (toch) fysiek participeren. Wat blijkt? Over de hele linie gaat tóch de voorkeur uit naar fysiek op locatie (51 procent).
Acht typen Nederlanders
Ook vóór corona bestond bij gemeenten al het besef dat je tijdens de traditionele fysieke bewonersavond vooral in gesprek gaat met het geijkte clubje inwoners dat de weg naar het gemeentehuis prima weet te vinden. Uiteraard moet je de inbreng van deze groep waarderen, maar het risico dat je zo slechts meningen ophaalt van een deel van je inwoners is groot. Om goed zicht te krijgen op wie de usual dan wel unusual suspects zijn, ontwikkelde Citisens een segmentatiemodel met 8 betrokkenheidsprofielen, dat Nederlanders indeelt op basis van big én small data.
Inbreng zorgen en vragen
Op de stelling ‘mijn zorgen en vragen kan ik even goed inbrengen tijdens een online bewonersbijeenkomst (of webinar) als tijdens een fysieke bijeenkomst op locatie’ geeft het merendeel van de invullers aan dat dit even goed kan (55 procent). Geïnformeerde Gezinsdrukte en Stadsnomaden waren het het vaakst eens met de stelling.
Participatie is inclusiever
Op basis van het onderzoek is de conclusie dat participatie inclusiever is geworden als deze, in verband met corona, uitsluitend online wordt georganiseerd. Te zien is ien dat er in de afgelopen corona-periode een meer diverse groep inwoners deelneemt aan de uitgelichte participatie-activiteiten. Ook inhoudelijk lijkt de balans positief uit te slaan. Met de stelling ‘ik doe eerder mee aan een participatie-activiteit van mijn gemeente als deze online is dan als deze fysiek op locatie plaatsvindt’, is 52 procent het (zeer) eens en 22 procent het (zeer) oneens, de rest stemt neutraal.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.