Rampenbestrijders moeten hun informatie onderling beter uitwisselen. Vooral de nationale overheid en lokale bestuurders kunnen elkaar tijdens een ramp beter op de hoogte houden.
In het geval van een (mogelijke) aanslag geldt datzelfde voor de communicatie tussen rampenbestrijders en antiterreurdiensten. Zij moeten hetzelfde beeld hebben van de dreiging en de ernst van incidenten.
Rampenbestrijders moeten beter communiceren
Rampenbestrijders moeten hun informatie onderling beter uitwisselen. Vooral de nationale overheid en lokale bestuurders kunnen elkaar…
Dat staat in een evaluatie van de omvangrijke rampenoefening Voyager, die woensdag is gepubliceerd. Tijdens de oefening werd de beschikbare informatie niet goed genoeg gedeeld, waardoor de deelnemers een verschillende beeld hadden van de situatie.
Direct na afloop van de oefening, die begin oktober vorig jaar plaatsvond, constateerde minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) al dat de informatie-uitwisseling voor verbetering vatbaar is. Zij zal over enige tijd maatregelen aankondigen om de communicatie tussen rampenbestrijders te verbeteren, aldus een woordvoerder.
De onderzoekers van Capgemini, TNO en Berenschot vinden dat er vaker en meer specifieke oefeningen moeten komen waarbij de samenwerking tussen nationale, regionale en lokale overheden aan de orde komt. Ook rampenbestrijders en terreurbestrijders moeten meer gezamenlijk oefenen, aldus het evaluatierapport.
Daarnaast stellen de onderzoekers dat de ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie eenduidige begrippen moeten introduceren in de rampenbestrijding. Daarmee kan spraakverwarring worden voorkomen.
Minister Ter Horst zou ook een koppeling moeten afdwingen van de verschillende systemen die veiligheidsregio’s in Nederland gebruiken. Dat komt een snelle alarmering ten goede.(ANP)
