Aanleg Amsterdamse glasvezel stokt

De uitrol van glasvezel in Amsterdam gaat niet voortvarend genoeg, blijkt uit onderzoek van de Rekenkamer Metropool Amsterdam. Het aantal te realiseren ‘homes passed’ – dus de woningen waar de kabel tot aan de voordeur ligt – wordt ‘bij lange na’ niet gehaald en de gemeenteraad is over de inhoudelijke, bestuurlijke en juridische complexiteit niet goed geïnformeerd.

De Rekenkamer ziet in haar rapport ‘Trage voortgang bij snelle verbindingen’ een te geringe bestuurlijke en politieke betrokkenheid. ‘Een relatief kleine groep ambtenaren deed daarom tamelijk autonoom en zonder voldoende checks & balances haar werk.’

Geen business plan
Amsterdam wil er door een participatie (van 15 procent) in Glasvezelnet Amsterdam BV (GNA)  voor zorgen dat glasvezel niet alleen in de relatief welvarende wijken maar ook in minder draagkrachtige wijken wordt aangelegd en dat het netwerk opengesteld wordt voor concurrerende partijen. Maar die doelstelling is algemeen gebleven. ‘Er is geen business plan uitgewerkt, aandacht voor tussentijdse evaluaties en risico’s ontbreekt en nagelaten is om goede afspraken te maken over hoe het college de gemeenteraad dient te informeren over de voortgang.’ Opdrachtgevers- en eigenaarsrol zijn ook bij één collegelid belegd en de raad bleef veelal slecht geïnformeerd over de voortgang.
Resultaat is dat er in de gemeten periode 2010-2014 slechts 24.000 (niet afgemonteerde) aansluitingen zijn gerealiseerd, terwijl er met een veronderstelde einddatum van 2015 in totaal 380.000 potentiële aansluitingen waren. (43.000 aansluitingen waren er al in 2010).

Grotestedenprobleem
In juli publiceerde de Consumentenbond een onderzoek van Stratix, waaruit al bleek dat inwoners van de vier grote steden relatief weinig te kiezen hebben als het op snelle internetverbindingen aankomt. De ‘verglazingsprojecten’ zijn tot 8 procent van de adressen gevorderd, ver beneden het landelijke gemiddelde van bijna een kwart van de adressen. 

De Rekenkamer heeft een aantal aanbevelingen opgesteld, zoals het vermijden van vaagheid, meer bestuurlijke aandacht en transparantie. Het college zegt de conslusies te onderschrijven.