Een hogere loonheffing is de opvallendste verandering van de eerste loonstrook van het nieuwe jaar. De meeste werknemers gaan daardoor netto iets minder verdienen. De achteruitgang is in euro's groter bij de hogere inkomens, maar procentueel groter bij de lagere inkomens. Ook parttimers met een kleinere baan worden per saldo geconfronteerd met een grotere teruggang.
Loonstrook 2010: alle nettolonen dalen
Vrijwel iedere Nederlander levert iets in op nettoloon, blijkt uit berekeningen van het kantoor voor salarisadministratie ADP.
Inkomstenbelasting
Werknemers die twee keer modaal verdienen (zo'n 5.000 euro) gaan er netto 9,71 euro op achteruit, een daling van 0,31 procent. Dit komt met name doordat de derde schijf in de inkomstenbelasting (42 procent) is ingekort ten opzichte van 2009. Hierdoor komt een werknemer eerder in het 52 procent tarief, de vierde schijf. Verder daalt de arbeidskorting voor de hogere inkomens met 47 euro per jaar.
Hoger minimumloon
Mensen met lagere inkomens hebben minder last van de veranderingen. Zo gaan werknemers met een minimumloon er licht op vooruit. Dit komt vooral doordat het minimumloon zelf wordt verhoogd. Zou dit niet het geval zijn, dan zouden werknemers met een minimumloon er op achteruit gaan. Iemand met een brutosalaris van 1.800 euro gaat er netto met 1,42 euro op achteruit. Mensen met een modaal inkomen (2.500 euro) ontvangen netto 1 euro minder. Dit laatste is een daling van 0,05 procent ten opzichte van 2009.
Parttimers
Parttimers met inkomens tot aan het minimumloon, gaan er meer op achteruit. Dit komt met name doordat zij minder arbeidskorting krijgen ten opzichte van 2009. Zo moeten werknemers die drie dagen per week werken en daarmee 900 euro verdienen, netto zo'n 0,65 procent (5,17 euro) per maand inleveren.
