Ambtenaar in coronatijd nog honkvaster dan normaal
Jaarlijks stapt nog geen vijf procent van de ambtenaren over naar een andere werkgever. In andere sectoren is dat gemiddeld 14 procent.

Anders dan in 2020, toen werknemers na het uitbreken van de coronapandemie minder vaak overstapten naar een andere werkgever, wisselden werknemers vorig jaar weer vaker van baan. Bij ambtenaren blijft het aantal overstappers uiterst beperkt.
Uit de nieuwste cijfers van het CBS blijkt dat de werknemersdynamiek weer terug is op het niveau van voor corona. Om het aantal baanwisselingen te meten – meer in het bijzonder een overstap naar een andere werkgever – wordt gekeken naar de situatie van werknemers in januari en vervolgens in december. Van de 7,9 miljoen werknemers die in januari 2021 een baan hadden, had in december van dat jaar bijna 79 procent dezelfde baan en bijna 14 procent (ruim een miljoen) een andere werknemersbaan. Ruim 7 procent (587.000) had geen werknemersbaan meer. Van de 8,0 miljoen werknemers in januari 2020 was dat respectievelijk 79 procent, 12 procent en 9 procent. In het eerste coronajaar werd er dus minder van baan gewisseld en had een groter deel na een jaar geen werknemersbaan meer.
Andere baas
In de publieke sector wordt er traditiegetrouw niet zo vaak van werkgever gewisseld. In coronatijd was dat nog minder dan daarvoor. Het openbaar bestuur en de overheidsdiensten bij elkaar opgeteld ging het in het coronajaar 2020 om 18.000 overstappers. In 2021 waren dat er 22.000 – welgeteld een verschil van 0,7 procent. Afgezet tegen medewerkers in andere bedrijfstakken, waren en blijven ambtenaren het meest honkvast. Gemiddeld genomen waagt jaarlijks zo’n 4 procent de stap naar een andere werkomgeving.
Uitstroom
Dat is peanuts vergeleken met de relatief grote uitstroom van werknemers uit de bedrijfstakken horeca en cultuur, sport en recreatie tijdens de lockdowns. In januari 2021 telde de horeca meer dan 100.000 werknemers minder dan een jaar eerder (van 395.000 naar 290.000) – een afname van 27 procent. In de cultuur, sport en recreatie daalde het aantal werknemers in dezelfde periode met 16 procent van 119.000 naar 100.000. In de jaren ervoor was er steeds sprake van groei in deze bedrijfstakken.
Toename ambtenaren
Wat een eigenlijk minstens zo opvallende uitkomst is van de CBS-inventarisatie, is de groei van het aantal medewerkers in de tak overheidsdienst en openbaar bestuur. In vier jaar tijd, geteld vanaf 2018, steeg dat aantal van 482.000 naar 526.000 werknemers. Dat is, omgerekend, een toename van ruim 9 procent. Ter vergelijking: in alle bedrijfstakken tezamen groeit het aantal medewerkers volgens het CBS in die periode maar met iets meer dan 2 procent.
De stijging in de tak overheidsdienst/openbaar bestuur is slechts een deel van het totale aantal werknemers in overheidsdienst. Wat is de oorzaak van de stijging in deze tak en in welke onderdelen vinden deze stijgingen plaats?