Eind 2018 bereikte de netto-arbeidsparticipatie een recordhoogte, namelijk ruim 68 procent. De hoogste arbeidsparticipatie kennen de gemeenten Houten, Midden-Delfland en Urk (respectievelijk 73,2, 73,8 en 74,2 procent).
Arbeidsparticipatie hoogst op Urk
De verschillen in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen zijn de afgelopen vijftig jaar steeds kleiner geworden. In 1969 werkte nog…
Vrouwen
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek, CBS. De toename van de arbeidsparticipatie is vooral toe te schrijven aan de grotere arbeidsdeelname van vrouwen. De verschillen in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen zijn de afgelopen vijftig jaar steeds kleiner geworden. In 1969 werkte nog 84,0 procent van de mannen tegen 34,1 procent van de vrouwen. Gemiddeld over 2018 was deze bij vrouwen 63,2 procent en bij mannen 72,5 procent.
Veel ouderen
Het CBS maakte ook een regionale uitsplitsing, op basis van in december vorig jaar gepubliceerde gegevens. De gegevens zelf dateren van 2017. De zogeheten netto-arbeidsparticipatie was het laagst in het uiterste zuiden en noordoosten van Nederland. Dat zijn ook gebieden met relatief veel ouderen die gemiddeld minder vaak betaald werk hebben. Vijf gemeenten hebben een arbeidsdeelname lager dan 60,0 procent. Het betreft Vaals, Bellingwedde, Kerkrade, Heerlen en Maastricht. Van alle gemeenten hebben er 58 een arbeidsparticipatie van 70,0 procent of hoger.
