‘Er bestaan geen kansarme kinderen’

‘Mijn telefoon is ontploft. Ik heb meer dan 300 berichten binnengekregen, en de dag is nog lang niet voorbij. Ik ben overdonderd en moet het allemaal op mij in laten werken’, zegt Ufuk Kâhya (35), ‘s lands beste jonge bestuurder.

Boeiend

Op een prijs had hij niet gerekend in het gemeentehuis van Tilburg, waar de beste lokale bestuurder van 2021 wethouder Esmah Lahlah hem gisteravond in het zonnetje zette. ‘Het grappige is, ik ging er toch vooral voor het programma naartoe. Ik was niet zo met die nominatie bezig. Het was boeiend dat de Denker des Vaderlands Daan Roovers erbij zou zijn. Wat zijn we aan het doen? Zo’n vraag. Onze rol is groter dan de portefeuille die we hebben, je geeft ook vorm aan de samenleving. Aan tafel ontstonden leuke gesprekken.’

Het arm-zijn zit niet in het kind. De omgeving van een kind maakt minder mogelijk en biedt minder kansen.

Initiatieven

Maar goed, je bent er, het is een leuke en leerzame avond, en dan word je na het toetje en de koffie naar voren geroepen als de beste jonge bestuurder. Ufuk Kâhya: ‘Het is een mooie waardering voor mij, maar als je de nominatie leest, dan zie je dat het vooral gaat over de gelijke kansenaanpak, over talentontwikkeling en gezondheid. Ik ben daar misschien het gezicht van in Den Bosch, maar ik doe dat natuurlijk niet alleen. De afgelopen drie jaar zijn we met meer dan honderd mensen, en vooral met jongeren en inwoners, bezig om die aanpak vorm te geven. Dat doen we in Den Bosch in een Gelijke Kansen Community, waaruit heel veel initiatieven voortkomen. Dat valt steeds meer op. Die prijs is daarom in mijn ogen vooral een blijk van waardering voor de mensen in die community, de scholen, de sportclubs, de culturele instellingen, noem maar op.’

Trots

Wethouder Ufuk Kâhya gebruikt graag het beeld van de Sint-Janskathedraal om zijn beleid te typeren. ‘We bouwen aan iets groters dan onszelf en aan iets dat verder reikt dan de paar jaren waarin wij eraan werken. Gelijke kansen en talentontwikkeling voor ieder kind, een goede gezondheid. Dat is een voortdurend proces. Ik ben daar nu ‘even’ het gezicht van en daar zet ik mij met mijn hele ziel en zaligheid voor in. Het is mooi dat GroenLinks landelijk mijn nominatie trots heeft gemeld, net als de lokale afdeling, maar ik heb vooral gemerkt dat mensen die helemaal niet aan een partij zijn gelieerd enthousiast waren. Mensen uit de Gelijke Kansen Community en met verschillende politieke voorkeuren waren net zo trots. Ik ben op heel veel plekken aangesproken over de nominatie.’

Talenten

Eén van Kâhyas prikkelende stellingen is dat er geen kansarme kinderen zijn. ‘Het arm-zijn zit niet in het kind. De omgeving van een kind maakt minder mogelijk en biedt minder kansen. Daar hebben wij als bestuurders iets aan te doen. Wij moeten die talenten zien, samen met de partners in de community.’ Het gebruik van het woord kansarm is ronduit slecht, vindt wethouder Kâhya. ‘Je maakt kinderen wijs dat er weinig voor hen mogelijk is. Je praat ze lage verwachtingen aan, terwijl elk kind heel veel talent heeft. Maar het kan in een omgeving zitten waarin die talenten om heel veel redenen minder worden gezien en gewaardeerd. Door middel van de community proberen we het beste uit kinderen te halen. Wij willen het geloof in hun eigen kunnen versterken. Uit alle onderzoeken blijkt dat het slagen, het succes, wat dat ook moge zijn, voor een groot deel afhangt van het geloof in eigen kunnen. Het kwalijkste is dan om te zeggen dat kinderen kansarm zijn; dat zijn ze niet.’