Je mond houden is bijna het moeilijkste wat er is voor een parlementariër die moet spreken namens het volk, of in elk geval toch zeker namens zijn achterban. Daarvoor zit hij juist in de Tweede Kamer. Als hij (of zij natuurlijk) het nodig vindt om het kabinet ter verantwoording te roepen, moet niets daarvoor in de weg staan.
Moratorium
De Raad van State adviseert Den Haag zich de komende jaren niet meer tegen het sociaal domein aan te bemoeien.
In dat licht bezien is het misschien ietwat vreemd om te lezen wat de Raad van State in een deze week uitgebrachte beschouwing over de interbestuurlijke verhoudingen voorstelt. De Raad adviseert Den Haag zich de komende jaren niet meer tegen het sociaal domein aan te bemoeien. Het staat er natuurlijk veel netter. De Raad spreekt over een moratorium op nieuwe regelgeving op die beleidsterreinen waar bevoegdheden zijn verschoven. Dit om de praktijk de kans te geven zich te ontwikkelen en niet bij ieder incident een discussie over nieuw beleid te starten. Dat vergt terughoudendheid, rolvastheid en zelfbeheersing bij alle actoren in het wetgevingsproces.
De Raad adresseert vooral de leden van het kabinet. Maar door te spreken over ‘alle actoren’ mogen ook de Kamerleden zich aangesproken voelen. Die melden zich doorgaans acuut bij de verantwoordelijk bewindspersoon als er ergens in het land zorggeld over is, dan wel onvoldoende is. De vragen om opheldering gaan niet zelden gepaard met voorstellen voor onmiddellijke beleidswijzigingen.
Moeten die vragen dan maar niet meer worden gesteld? Omdat de beschouwing van de Raad daar geen antwoord op geeft, neem ik de vrijheid dat te doen. Vragen mogen, nee moeten zeker worden gesteld. Echter niet in eerste instantie door de volksvertegenwoordigers in Den Haag, maar door hun gekozen collega’s in de gemeenteraden.
Als er miljoenen aan Wmo-geld over blijken te zijn, zijn zij het die het college van burgemeester en wethouders om een verklaring moeten vragen. Dat gebeurt in de praktijk maar in zeer beperkte mate. De in vragen gespecialiseerde Kamerleden zouden hun partijgenoten in de gemeenteraden grote diensten kunnen bewijzen door ze inhoudelijk bij te staan, opdat terechte vragen over gedecentraliseerd beleid op die plek worden gesteld waar ze thuis horen.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
@ Hans, eens, goede oproep. Raadsleden denken soms zelfs dat politiek niet past bij het sociaal domein. Juist het sociaal domein gaat direct de mensen aan en daarmee zeer politiek. Er vallen zeker keuzes te maken!
@hans, @els, Ik hoop dat die vragen dan gaan over de inhoud, de kwaliteit van de zorg en niet over de vraag of het geld wel is uitgegeven. In het Sociaal Domein gaat het in de discussies te veel over de overgedragen budgetten; het zou moeten gaan over de overgedragen verantwoordelijkheid.