Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

In polonaise over de Posbank

Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 3: de Veluwe

20 augustus 2021
posbank-def.jpg

De sluiting van horeca, cultuurcentra en pretparken dreef de Nederlander tijdens de lockdown richting natuur. De drukte zorgde voor stress bij veiligheidsregio’s en beheerders, maar heeft ook tot nieuwe inzichten geleid over bezoekersmanagement. Bericht vanaf de Rhedense Posbank.

Natuur kan drukte nog goed aan

Toerisme na corona
Corona legde het internationaal toerisme lam. Maar bewoners van veel toeristenplaatsen haalden opgelucht adem. Binnenlands Bestuur belicht in een zomerserie de lokale bestuurlijke dilemma’s nu de grenzen weer openen. Deel 3: de Veluwe

Op een zonnige zomerdag is het levendig te noemen rondom de Posbank, de zuidelijke punt van het nationaal park De Veluwezoom. Racefietsers zoeven langs de Schietbergseweg de stuwwal af richting Rheden, anderen zwoegen omhoog. Boven, bij het paviljoen en uitkijkpunt, is de flinke parkeerplaats nog niet helemaal vol. Volgens de Gelderse

Druktemonitor, waarop te zien is hoe druk specifieke natuurgebieden zijn, is het zelfs minder druk dan normaal op een doordeweekse dag. Maar overal op de heide, langs de bosranden en op de heuvels zijn wandelende en fietsende groepen mensen te zien. Op de stenen bank die in 1918 werd gebouwd ter ere van een van de oprichters van de ANWB, Gerard Pos, staat het opschrift: ‘Duizenden bracht hij in en tot de natuur.’ Honderd jaar later blijkt dat in dit deel van de Veluwe, dat inmiddels de naam van de bank heeft overgenomen, nog steeds waar. De Posbank is het zwaartepunt van de bezoekersstroom in de Veluwezoom. Al jaren stijgt het aantal bezoekers van dit bijzondere landschap met zijn grote hoogteverschillen, zandverstuivingen, heidevelden en bossen en zijn vergezichten over de IJsselvallei.

Maar op sommige dagen kan de druk van bezoekers te groot worden. Dat was vooral merkbaar in de lente en het najaar van vorig jaar, toen de coronamaatregelen ervoor zorgden dat natuurgebieden zo ongeveer het enige weekendvertier konden bieden. Op de Posbank werd het zo druk dat afstand houden niet meer mogelijk was. Gemeenten en de veiligheidsregio moesten ingrijpen met verkeersmaatregelen en afsluitingen.

Zo mooi
‘Dat we hier zo veel bezoekers krijgen, is niet zo verwonderlijk’, zegt Jeroen de Koe, de beheerder van het nationaal park De Veluwezoom namens Natuurmonumenten. ‘Het is nergens op de Veluwe zo mooi als hier.’ Op het beheerkantoor laat hij een foto zien uit de jaren vijftig. Oude auto’s staan kriskras geparkeerd midden in de heidevelden. De aantrekkingskracht van de Posbank is altijd al groot geweest. Niet alleen vanwege het unieke landschap. De Posbank ligt op een steenworp van Arnhem en wordt doorsneden door een aantal kronkelende wegen die ook met de auto begaanbaar zijn.

Het is voor de beheerders altijd een uitdaging geweest om de balans te vinden tussen het behouden van de natuur en mensen ervan te laten genieten, weet De Koe. ‘De Veluwezoom is een veel groter gebied, waarin we in sommige delen zo min mogelijk bezoekers willen hebben. We hoeven daar geen hekken neer te zetten: als we daar geen voorzieningen hebben, geen wandelroutes, parkeerplaatsen of en theehuis, dan komt er ook bijna niemand. Zo’n 85 procent van de bezoekers komt maar in 25 procent van het gebied. Maar juist deze strook mag drukker zijn.’

Maar waar ligt de grens van de drukte? Beter gezegd: wat kan de Posbank nog aan? Volgens De Koe, zelf opgegroeid en woonachtig in de regio, ligt het er maar aan hoe je ernaar kijkt. ‘Als ik het aan mijn buren vraag, dan zeggen ze dat het op de Posbank veel té druk is geworden. Maar die beleving kan totaal anders zijn voor dagjesmensen uit de Randstad.’ Op sommige momenten werd de grens vorig jaar wel bereikt, vindt De Koe. ‘Een jaar voor corona hielden we er al rekening mee dat het aantal bezoekers in 2030 met 30 procent zou stijgen. Die toename hebben we vorig jaar al gehad.

We hebben dus een voorproefje kunnen krijgen van de maatregelen die we straks nodig hebben.’ Natuurorganisaties en overheden maken zich zorgen over de gevolgen van de groeiende recreatiedruk voor de natuur en de biodiversiteit op de Veluwe. Het is een moeilijke afweging: bezoekers zijn ook belangrijk voor de lokale economie en moeten de natuur ook kunnen beleven.

Regiodeal
Vorig jaar sloten provincies, gemeenten, beheerders, ondernemers en het rijk daarom de Regiodeal Veluwe, waarin 25 miljoen beschikbaar is voor maatregelen om het toerisme in goede banen te leiden en de natuurwaarden te versterken. Een deel daarvan gaat naar het aanpakken van de drukte in een aantal proefprojecten. De Posbank is daar één van.

Bas Nijenhuis is provinciaal verbinder en probeert grondeigenaren, overheden, ondernemers en bewoners bij elkaar te brengen om de gebiedsplannen voor de Veluwe uit te voeren. De toename van het aantal bezoekers speelt niet alleen op de Posbank. Op de hele Veluwe is sprake van een grotere belangstelling. ‘Niet alleen van toeristen. Ook de bewoner trekt vaker naar de natuurgebieden vlakbij. En ook dat aantal zal toenemen: in de regio ten westen van de Veluwe en de regio Arnhem/ Nijmegen komen er de komende jaren nog 250.000 inwoners bij. Tegelijkertijd is de Veluwe een belangrijk Natura 2000-gebied dat we in stand willen houden en blijven beschermen. Maar het is daarom ook belangrijk dat mensen het belang van die natuur kunnen beleven. Dat hoeft geen tegenstelling te zijn.’

Samen met de toerismebranche is de provincie daarom begonnen met een project om de drukte te meten in natuurgebieden en de bijna real-time gegevens, afkomstig uit mobiele telefoondata, te publiceren op de Druktemonitor. ‘Dat is in eerste instantie op corona gericht, maar het is een middel dat we ook daarna kunnen blijven inzetten.’ Eigenlijk hebben natuurgebieden als de Posbank op drukke momenten dezelfde regie nodig die wordt toegepast in een middelgrote stad op een zaterdag, vindt Nijenhuis.

‘In steden meten we alles, maar hier kunnen we niet zien hoeveel mensen er in het park zijn. Er zijn 250 ingangen in de Veluwezoom. Maar we willen een volgende ‘polonaise op de Posbank’ het liefst voorkomen. Dat kunnen we doen door mensen op een andere plek te laten beginnen, en te zorgen dat mensen zich sneller verspreiden. Dat kunnen overheden en natuurorganisaties niet alleen. Daar hebben we ook de medewerking van de ondernemers op de Veluwe voor nodig. En dat gebeurt ook steeds vaker. Iedereen ziet inmiddels het belang van gezamenlijk optrekken.’

Sturen
Verschillende partijen maken daarom afspraken over onderwerpen die invloed kunnen hebben op het aantal bezoekers en de manier waarop ze bewegen. Nijenhuis: ‘Dan gaat het ook over communicatie en mensen een bepaalde richting op sturen, zonder dat ze zelf het gevoel hebben dat ze worden gestuurd.’

De Koe: ‘Je moet dingen soms anders doen dan je gewend bent, je soms wat meer verplaatsen in de bezoeker en ze proberen mee te nemen door routes op een slimme manier te gebruiken.’ Nijenhuis: ‘Dat krijgen we steeds beter in de vingers.’ Zeker als afstand houden niet meer nodig is, is er volgens De Koe weinig bezwaar tegen veel meer bezoekers op de Posbank. Maar even buiten het bezoekerscentrum wijst hij op het grootste probleem van het gebied: veel bezoekers komen met de auto. ‘Dit weiland werd tot voor kort gebruikt om als overloop te dienen als de parkeerplaatsen vol zijn. Eigenlijk mocht het niet, maar met een tijdelijke vergunning kregen we toestemming om dat weiland een beperkt aantal dagen per jaar te gebruiken als parkeerplaats. Maar de vergunning is nu verlopen.’

Even verderop heeft Natuur monumenten een oude manege gekocht, die deels kan worden gebruikt als parkeervoorziening. Toch zal het nog wel even duren voor het zover is: de procedures moeten helemaal worden doorlopen voordat het houten gebouw mag worden gesloopt.

Het liefst ziet De Koe dat bezoekers ook andere manieren vinden om het gebied te bereiken. ‘Hemelsbreed ligt het station Rheden hier nog geen vijfhonderd meter vandaan. Maar weinig mensen weten dat het zo dicht bij de Posbank ligt. We hopen de spoorwegen nog eens zover te krijgen dat het station Rheden/Posbank wordt genoemd. En dat er vaker een trein stopt. Op zondag is dat maar één keer per uur. Het zou mooi zijn als de trein vaker stopte, en bezoekers, zoals in de stad, vanaf het station met een huurfiets, e-bike of andere vervoermiddel naar boven kunnen rijden.’ Wat er in de natuurgebieden op de Veluwe gebeurt, is eigenlijk een landelijke trend, ziet Bastiaan Overeem, programmamanager Bestemmingsontwikkeling bij het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC).

‘Dat de aandacht voor de Nederlandse natuur in de lift zat, zagen we al een tijdje. Maar de coronamaatregelen hebben dat in een stroomversnelling gebracht. En in veel gevallen waren dat ook nog eens voornamelijk de eigen bewoners die de natuurgebieden in hun regio bezochten.’ Dat laatste maakte het voor het beheer ook moeilijker, denkt Overeem. ‘Toeristen van buiten laten zich vaak beter leiden. Ze zijn ergens voor het eerst en kiezen vrijwel altijd het pad dat voor ze is aangelegd. Maar bewoners zoeken vaker de haarvaten op: ze beschouwen een gebied vaker als hun achtertuin, en kennen de omgeving beter. Ze houden zich ook minder vaak aan de regels.’ Dat heeft beheerders flink wat werk opgeleverd.

Balans
De uiteindelijke balans van de plotselinge toename van bezoekers valt positief uit, denkt Overeem. ‘De waardering voor de Nederlandse natuur heeft een impuls gekregen. Er zijn mensen naar natuur gebieden gekomen die er voorheen nooit kwamen. Een deel daarvan komt weer terug, en wil meer weten over de plek die ze bezoeken. Je ziet bovendien dat daarop wordt ingespeeld door beheerorganisaties. Dat willen we voor de toekomst ook vasthouden: dat meer groepen te gast zijn in de natuur.’

De coronadrukte heeft beheerders en vooral overheden ook wakker geschud, denkt hij. ‘Het besef is nu wel gekomen dat je grote bezoekersstromen niet alleen in goede banen kunt leiden met bordjes en handhaving. Handhaving is eigenlijk het één na laatste middel dat je kunt inzetten voordat je een gebied afsluit. Er moet vooraf al beter worden nagedacht over de doelen. Alle belanghebbenden in en rondom een natuurgebied moeten gezamenlijk optrekken. Wat doen we met het verkeer? Hoe voorkomen we overlast en onveiligheid?

De regiodeal in de Veluwe is daar een mooi voorbeeld van, maar ook in het Limburgse heuvelland hebben ze dat goed opgepakt. Daar zagen ze dat de wegen volliepen met recreanten en hebben gemeenten samen met ondernemers en burgers, via participatietrajecten en digitale sessies, afspraken gemaakt over betere regulatie van het verkeer. Normaal een gevoelig onderwerp, maar daar is het snel gegaan.’

Zoals er op de Veluwe en in Limburg wordt samengewerkt, zo zou het ook op andere plaatsen kunnen, denkt Overeem. ‘We moeten de inzichten die we het afgelopen jaar hebben gekregen zo goed mogelijk benutten. Vooral samenwerking is belangrijk, met name voor overheden. Als één enkele gemeente kun je niets.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie