De wind waait uit een andere hoek
De Sneekweek moest echt anders, zo besloot de Friese stad een paar jaar geleden. Er was te veel afval, lawaai en grimmigheid.
De Sneekweek moest echt anders, zo besloot de Friese stad een paar jaar geleden. Er was te veel afval, lawaai en grimmigheid. Nu is de organisatie in handen van een aparte stichting. Ook is er weer meer aandacht voor de Snekers zelf. En voor het water.
Serie Zomerpret
Festivals en sport-events trekken ‘s zomers honderdduizenden bezoekers. Wat betekent dat voor de gemeenten waarin ze zich afspelen? Binnenlands Bestuur neemt een kijkje achter de schermen. Deel 2: de Sneekweek.
Terwijl de lokale beiaardier hem net niet overstemt, vertelt wethouder Michel Rietman over de controlekamer. Het is een zonovergoten ochtend in Sneek. We staan in de schaduw van de laatmiddeleeuwse Martinikerk in het met een stadsgracht omgeven hart van de Friese waterstad. Voordat op de eerste zaterdag van augustus de Sneekweek van start gaat, wordt hier pal naast de kerk steevast een zenuwcentrum ingericht in een aantal mobiele containers.
Tijdens de Sneekweek hangt de binnenstad vol met camera’s. Als de straten en pleinen dan vollopen met tienduizenden gasten en feestgangers, wordt het gedrang vanuit hier overzien op grote beeldschermen. De politie heeft contact met agenten in het uitgaanspubliek, met boa’s en met particuliere beveiligers van de drukbevolkte horecazaken. Ook worden vanuit hier de matrixborden bediend die in de binnenstad zijn opgesteld. De borden vertellen de bezoekers wanneer welk optreden, en waar, van start gaat.
‘Het is de kunst om de mensenmassa zich de hele tijd over de stad te laten verspreiden’, had wethouder Rietman daarover al eerder gezegd, tijdens een rondwandeling door het centrum van de stad. Nu herinnert hij zich met enig leedvermaak: ‘Er was één zo’n gek die hier naast de commandowagen even wat cocaïne ging snuiven. Die stond gelijk op de camera.’
De wethouder wijst: ‘Daar aan de overkant zie je het Atrium, dat is het kunstencentrum in het cultuurkwartier. Tijdens de Sneekweek wordt het ingericht als noodpost voor , waar de EHBO zit en het ambulancepersoneel. Maar het valt elk jaar eigenlijk reuze mee wat zij aan alcoholvergiftigingen binnenkrijgen, en aan jonge meisjes of jongens die voor het eerst alcohol hebben gedronken.’
Hardzeildag
Sneek is de hoofdstad van de ruim tien jaar geleden heringedeelde gemeente Súdwest-Fryslân. Michel Rietman is er namens het PvdA sinds twee jaar wethouder met in zijn portefeuille onder meer gastvrijheidseconomie. In Friesland kwam hij ooit terecht als liefdesmigrant, vertelt hij. Eerst in het oostelijk gelegen Drachten. De laatste twintig jaar woont hij in Sneek, een historisch rijkere stad, getekend door de langgerekte verbinding met het Sneekermeer dat een aantal kilometers verderop ligt. Daar op het water wordt al sinds de negentiende eeuw in augustus een Hardzeildag georganiseerd. Die dag groeide onder de vleugels van de Koninklijke Watersportvereniging Sneek uit tot een zeilwedstrijd met 1.500 deelnemers in meerdere categorieën. ‘Het grootste zeilevenement van Europa’, benadrukt Rietman.
In de binnenstad van Sneek grepen de horecaondernemers de zeilwedstrijd aan voor uitbundige feesten. De Sneekweek werd een begrip. Als Rietman op een VNG-congres zegt wethouder te zijn van gemeente Súdwest-Fryslân krabt menigeen zich op het hoofd, vertelt hij. Maar begint hij over de Sneekweek, dan lichten de ogen op.
Toch begon de week de laatste jaren te lijden onder haar eigen succes. Breekpunt was misschien wel de evaluatie van 2018. Op het Schaapmarktplein stond de muziek veel te hard. De beats donderden er over het hoofd heen van het standbeeld van de Sneker oud-premier Piet Gerbrandy, met de pet in de hand verloren in het feest.
De Stadhuistuin, met elke avond het evenement Garden of Dance, moest meermaals afgesloten worden vanwege de te grote toeloop van jonge mensen die zich door de toegangen naar binnen drongen. De binnenstad zag er overdag uit als een verlaten festival, met in de straten de stank van verschaald bier en door feestgangers achtergelaten vuil. Na verloop van de tien dagen die de Sneekweek toen nog duurde, werd de sfeer grimmiger door het alcoholgebruik en het slaapgebrek van feestgangers die er elke avond opnieuw op uit gingen. De politie klaagde over de grote aanslag op de eigen menskracht.
Streep
Een streep werd getrokken. De tien dagen gingen terug naar zeven. Het Garden of Dance-evenement, waarvoor bussen met jongeren naar Sneek kwamen, verdween. Evenals de Stadhuistuin als locatie. De coördinatie van de festiviteiten kwam in handen van de Stichting Sneekweek, die één vergunningaanvraag voor de gehele week indient. ‘Voor die tijd kwamen er wel 22 vergunningsaanvragen binnen, voor allerlei podia of activiteiten’, vertelt Michel Rietman in zijn werkkamer in het monumentale stadhuis. ‘Dus elk plein, om het zo te zeggen, vroeg zijn eigen vergunning aan.
Omdat de samenhang ontbrak, verschraalde het evenement
De gemeente moest al die vergunningen verwerken, zonder grip te hebben op hoe het programma er in zijn totaliteit uitzag. Omdat die samenhang ontbrak, verschraalde het evenement. Dat krijg je als iedereen denkt: “Ik moet maar één specifieke doelgroep aanboren en dan kan ik mijn tap openzetten.” Uiteindelijk hebben we gezegd: we moeten toe naar een toekomstbestendige Sneekweek, en dat betekent dat onze inwoners het weer fijn vinden om zelf naar de Sneekweek te gaan en niet gillend op vakantie gaan omdat ze alleen maar overlast hebben. De Sneekweek gaat ook om onze eigen inwoners.’
Buiten gekomen gaat de wethouder voor langs de Kerkgracht, waar een paar jonge vrouwen net ‘suppend’ op surfplanken passeren. Eén wens die de stad heeft, is de zeilwedstrijd weer nadrukkelijker onderdeel maken van de feestweek. ‘Het Sneekermeer ligt wat verder van de stad. Het is de uitdaging om de fysieke verbinding met de zeilwedstrijd in de grachten terug te laten komen’, vertelt de wethouder. Hij wijst naar het theater aan de overkant. Ter hoogte daarvan vindt tegenwoordig een grachtenconcert plaats, met klassieke muziek. Toehoorders kunnen op de kades plaatsnemen, of in bootjes op het water – à la het Prinsengrachtconcert in Amsterdam.
In dezelfde gracht wordt de Optimist on Tour gehouden, gericht op de zeilboot voor beginnende zeilers. Ook de rubberbootrace vindt hier plaats. ‘Je kunt meedoen als je maar iets van rubber hebt, waar lucht in kan en wat kan drijven. Dan ga je als een gek door de grachten heen; wie het eerst bij het belletje is.’
Vlootschouw
Verderop bij de Waterpoort (hét symbool van Sneek), net voorbij het parkeerterrein dat elke Sneekweek plaats biedt aan een kermis, opent de Sneekweek ieder jaar met de vlootschouw. Van alle dertig klassen boten die meedoen aan de zeilwedstrijd op het Sneekermeer passeert een aantal. De schippers steken traditioneel de hand op naar de commissaris van de koning op het Statenjacht.
‘Tussendoor zie je ook wat pramen met muziek erop, een putkapel, een koor, of een dansgroepje. Op een ponton speelt een bandje. Zo’n opening wil je dan met een klapper eindigen. Vroeger was hier het vuurwerk. Dat heeft zijn voors en tegens; aan de overkant stond de brandweer altijd klaar met een grote ladderwagen. We hebben er toen een lasershow van gemaakt, en vorig jaar een waterspektakel. Als de opening dan is afgesloten, begint de Sneekweek echt: alle mensen trekken de binnenstad in.’
De Stichting Sneekweek voert de regie. Toch schat Rietman dat er nog zo’n twintig tot dertig personen van de gemeente zelf druk zijn met de festiviteiten. ‘Het team van openbare orde en veiligheid zit er bovenop. De boa’s zijn betrokken. Dan krijg je nog de hekkenplaatsers. Ik heb ‘s ochtends om vijf uur een keer meegedraaid om de stad weer schoon te maken. Het afval wordt dan opgehaald. Er komt een speciale wagen die met een lekker geurtje de boel schoonspuit. Anders ruikt het hier naar alcohol als je ’s ochtends weer kinderen ontvangt voor een of andere rubberbootrace.’ In 2030 wil de Sneekweek volkomen circulair wil zijn. Hoe doe je zoiets?
Sander ten Bosch, directeur van Stichting Sneekweek (en tot voor kort ook van de Stichting TT Week Assen) begint allereerst over de ontelbare plastic bekers: ‘Tot corona was dat een normaal beeld bij evenementen in binnensteden: de veegmachine was na het evenement een halve meter hoge laag plastic naar binnen aan het slikken. Daarom zijn we gestart met het inzamelen van de plastic bekers.’ De Sneekweek gebruikt bekers van rPet, gerecycled plastic, die na afloop hergebruikt worden als grondstof. Bij aankoop van hun drankjes betalen bezoekers hiervoor een milieutoeslag.
Biodiesel
En het enorme energieverbruik van zo’n evenement? ‘Dat valt erg mee’, zegt Sander ten Bosch. ‘De afgelopen vijf, zes jaar is er in de licht- en geluidstechniek enorm ingezet op LED en minder energie verbruikende technieken. Eerder stonden er nog 1.500-wattlampen en was een aggregaat van 200 kVA heel normaal. Tegenwoordig kun je achter het podium voldoen met een veel kleinere stroomvoorziening.’ Verder liep het aggregaat vroeger op (fossiel) diesel en nu op biodiesel, wat een slordige 90 procent CO2-reductie oplevert. ‘Dat is wel duurder, en dus voor een organisator minder aantrekkelijk, maar de milieuwinst ervan is enorm.’
‘Ik doe voornamelijk binnenstedelijke evenementen’, vervolgt Ten Bosch, ‘en bij die evenementen zien we dat gemeenten die duurzaamheid graag inbrengen. Veel gemeenten willen daarom wel investeren in een vaste stroomaansluiting, waardoor we geen aggregaten meer nodig hebben.’ Lastig is wel dat buiten de evenementen om de vastrechtkosten door blijven lopen. ‘Maar gemeenten zijn vaak welwillend.’
Ten Bosch filosofeert nog wat over circulariteit. Ook het transport moet straks elektrisch worden. En wat te doen met de verpakkingsmaterialen die de tienduizenden bezoekers verbruiken als ze eten tijdens de Sneekweek? Hij komt tot een slotsom die ook uit de mond van wethouder Michel Rietman had kunnen komen: ‘Een evenement produceren behelst tegenwoordig veel meer dan even zorgen dat je een line-up hebt en een aantal beveiligers.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.