Slapend rijk
In de discussie over afschaffing van het ambtenarenrecht wordt wel verwezen naar de te lange duur van de bezwaar- en beroepsprocedures. De werkgever in het bedrijfsleven die een werknemer wil ontslaan kan binnen twee maanden duidelijkheid hebben van de rechter.
De ambtenaar zal in de procedure vaak het gevoel hebben dat hij niets anders kan dan afwachten. Maar dat is niet zo. De ambtenaar kan bezwaar of beroep instellen tegen een ‘fictief’ (niet-genomen) besluit, en op die manier besluitvorming afdwingen. En bovendien kan hij soms een financiële compensatie krijgen voor het lange wachten.
Sinds 1 oktober 2009 geldt de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. De overheidswerkgever moet binnen acht weken beslissen op een aanvraag en binnen twaalf weken beslissen op een bezwaarschrift. Als hij zich niet aan deze termijnen houdt, moet hij voor de eerste veertien dagen van overschrijding 20 euro per dag betalen, voor de volgende veertien dagen 30 en vervolgens 40 euro per dag, tot een maximum van 1260 euro. De ambtenaar die meent dat hij recht heeft op een dwangsom, moet zijn werkgever in gebreke stellen. Als die werkgever dan nog twee weken blijft dralen met een beslissing gaat de teller lopen.
Daarnaast heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat de totale bezwaar- en beroepsprocedure niet langer mag duren dan vier jaar. De bezwarenprocedure mag maximaal een half jaar duren, het beroep bij de rechtbank anderhalf jaar en het hoger beroep twee jaar. Voor ieder half jaar of gedeelte daarvan dat de procedure langer duurt, heeft de ambtenaar recht op een vergoeding van 500 euro. Hij moet er wel zelf om vragen, de vergoeding wordt niet automatisch toegekend. Het bedrag van 500 euro per half jaar moet door de werkgever worden betaald als de bezwarenprocedure te lang heeft geduurd, en door de Staat als de rechter te lang heeft gewacht met zijn oordeel. Vier jaar is natuurlijk nog steeds een heel lange tijd, maar wie de rechterlijke uitspraken bekijkt, ziet dat er gevallen zijn waarin de hele procedure wel zeven of acht jaar heeft geduurd.
Kortom, de ambtenaar hoeft niet alléén maar lijdzaam te wachten op beslissingen van zijn werkgever of van de rechter. Als het allemaal te lang duurt, wordt hij in elk geval financieel gecompenseerd. Slapend rijk wordt hij niet, maar het is wel een doekje voor het bloeden.
Anja Hoffmans
Advocaat bij Clingendael Advocaten
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.