We hebben een halsoverkopstaat, zo betoogde Martin Sommer onlangs in de Volkskrant. Naar aanleiding van een door Binnenlands Bestuur en het Nederlands Gesprek Centrum georganiseerd debat over de lokale democratie schreef Sommer een stuk waarin hij de stelling aanging dat Nederlands onophoudelijk ondersteboven wordt gegraven, vooral in bestuurlijke zin. ‘Als niets vaststaat, als het roer om het openbaar bestuur nog zesmaal om moet, waarom zou je als burger dat bestuur nog serieus nemen’, vroeg hij zich af.
Verbouwen noodzaak
De conclusie van Martin Sommer dat we voorlopig maar even moeten stoppen met veranderen van het lokaal bestuur, komt op een verkeerd…
Een visie die op z’n minst opmerkelijk te noemen is. De decentralisatie in het sociaal domein is de grootste bestuurlijke operatie van de afgelopen honderd jaar geweest. Doordat het rijk tal van taken heeft overgeheveld naar gemeenten is een transformatie van het decentraal bestuurlijk stelsel nodig. Gemeenten realiseren zich dat ze niet alles alleen afkunnen en gaan samenwerkingen aan. Ze kiezen voor schaalvergroting, want het alternatief is korten op uitgaven die burgers treffen.
Tijdens het debat bogen professoren als Peter van Lieshout, Marcel Boogers, Maarten Allers en Alexander Rinnooy Kan zich over de vraag welke bestuurlijke veranderingen nodig zijn om de maatschappelijke veranderingen het hoofd te bieden. Met wie moet je samenwerken, welke schaalgrootte is nodig voor behoud van slagkracht en legitimiteit? Hoe moet de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten worden geregeld? Moeten gemeenten zelf meer in staat worden gesteld belastingen te heffen?
Vragen waarmee iedere gemeente zich geconfronteerd ziet. De conclusie van Sommer dat we voorlopig maar even moeten stoppen met veranderen van het lokaal bestuur, komt op een verkeerd moment. De tijd om op de lauweren te rusten en even niet aan de regelingen te morrelen komt ongetwijfeld wel weer een keer.
Maar zeker niet nu. Nu is de tijd om de bestuurlijke realiteit in de pas te laten lopen met de maatschappelijke realiteit. Om vormen te zoeken die een goede uitvoering van de jeugdzorg, de participatiewet en de Wmo bevorderen. In de huidige situatie hebben we meer aan een halsoverkopstaat dan een opjehandenzittenstaat.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Bravo! En nu hoor ik graag hoe het dan zou moeten.
De belangrijkste vraag wordt echter niet gesteld.
Is de bestuurlijke verandering nodig, of is het slechts een afleidingsmanoeuvre om niet te hoeven praten over de kwaliteit (of het gebrek daaraan) van de bestuurders zelf.
Zonder de juiste kwaliteit op het juiste niveau heeft (staatsrechtelijk) reorganiseren of transformeren immers weinig zin?