Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Eindbestemming EU-fondsen vaak buiten beeld

De CONT-Commissie van het parlement, belast met de begrotingscontrole, wil graag weten wie de uiteindelijke ontvangers van de Europese fondsen zijn. De commissie wil beleid maken op basis van feiten. Als die feiten slechts deels bekend zijn, is het lastig sturen. Ook wil de CONT-commissie weten hoe er wordt gerapporteerd. Ook dat is een probleem. CEPS-onderzoeksleider Willem Pieter de Groen presenteerde de voorlopige resultaten voor de parlementaire commissie.

12 februari 2021
euro-verdeling-geld.JPG

Waar en vooral bij wie komen de honderden miljarden van het Europees landbouw- en cohesiebeleid uiteindelijk terecht? Niemand blijkt overzicht te hebben. Het Europees Parlement werkt aan meer transparantie. Maar de lidstaten, ook Nederland, lopen niet zo hard.

Let op: onder dit bericht staat een correctie

Roep om meer transparantie

Stichting Haagbouw is voorlopig Nederlands kampioen Europese subsidies binnenhalen. Ze staat bovenaan in de Nederlandse top 50 van directe ontvangers van Europese cohesiefondsen zoals ESF+ en EFRO. Haagbouw ontving tussen 2014 en 2020 in totaal 41 miljoen euro. De Amsterdam Economic Board is tweede, met zo´n 30 miljoen euro. Bij het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) staan in 2019 op plaats één de Coöperatie Natuurrijk Limburg met 6,5 miljoen euro en op twee de telers coöperatie Nova Fresh met 6,3 miljoen euro. De top 50 van directe ontvangers voor het GLB telt – hoe kan het anders – veel agrarische instellingen en ook decentrale overheden als waterschappen.

Dat blijkt uit nog lopend onderzoek van CEPS. Deze Brusselse denktank houdt de geldstromen tegen het licht en de rapportages over die geldstromen van de Europese fondsen. Het gaat sec om de geldstromen, niet om de rechtmatigheid of doelmatigheid van de individuele subsidie.

De CONT-Commissie van het parlement, belast met de begrotingscontrole, wil graag weten wie de uiteindelijke ontvangers van de Europese fondsen zijn. De commissie wil beleid maken op basis van feiten. Als die feiten slechts deels bekend zijn, is het lastig sturen. Ook wil de CONT-commissie weten hoe er wordt gerapporteerd. Ook dat is een probleem. CEPS-onderzoeksleider Willem Pieter de Groen presenteerde de voorlopige resultaten voor de parlementaire commissie.

Bijna 300 databases
Voor de rapportage ontbreekt het momenteel aan één gemeenschappelijke database. Er zijn er bijna driehonderd achterhaald: 27 voor de EU-lidstaten als het gaat om het GLB en meer dan 250 voor de cohesiefondsen. Beide groepen fondsen staan onder gedeeld management van Brussel en de hoofdsteden. Iedere lidstaat doet de publicatie net weer iets anders. En als je al weet bij welke database je moet zijn, dan zijn er weer andere beperkingen, zegt De Groen. In Duitsland kun je bijvoorbeeld maximaal 1.500 ontvangers per zoekopdracht downloaden. ‘Dat betekent dat je met de vele honderdduizenden ontvangers effectief honderden, zo niet duizenden zoekopdrachten moet doen. In de EU gaat het jaarlijks om zo’n vijf miljoen ontvangers. Die zet je niet zomaar in een Excel-sheet.’

De lijst, alleen voor intern gebruik, is voorlopig. De volgende stap is het identificeren van de uiteindelijke ontvangers en de personen en bedrijven die er de eigenaar van zijn. De Groens eerste advies is dat iedere ontvanger in de EU een eigen identificatienummer zou moeten hebben in de databases. Maar een deel van de lidstaten schrikt terug voor een bureaucratische hobbel.

Ook de landen die zo op transparantie hameren, verzucht de christendemocratische voorzitter van de CONT-Commissie Monika Hohlmeier. ‘Nederland en Duitsland hebben zich het meest luidruchtig verweerd tegen monitoring, reporting en auditing.’ Dat gebeurde bij de onderhandelingen over het nieuwe budget voor de komende zeven jaar. ‘Maar alleen tegen zijn is constructief noch duurzaam. Ik zou willen dat zeker deze lidstaten een hervorming van Europese digitale audits als een kans zien en dat deze landen als een voorbeeld kunnen dienen.’

In de lijst is in de meeste lidstaten ‘weinig opvallends’ te zien, aldus PvdA-Europarlementariër Lara Wolters, lid van de CONTCommissie. Wat niet wegneemt dat er volgens haar vraagtekens zijn. Daarbij gaat het om de partijen die niet op de lijst van grootste begunstigden van landbouwgeld staan. Zoals in Tsjechië, waar het Agrofert van premier Babiš niet in de lijst staat, terwijl het daar één van de grootste begunstigden van Europees geld is. ‘Zoiets kan met allerlei trucs verhuld worden, bijvoorbeeld door dochterbedrijfjes met andere namen te maken of grotere bedrijven op te knippen in een serie kleine.’

Babiš maakte vorig jaar Tsjechische Europarlementariërs die onderzoek deden naar mismanagement van EU-fondsen in hun eigen land uit voor verraders. Die kregen daarna te maken met doodsbedreigingen. De leider van de parlementaire delegatie werd door Babiš nogal onparlementair uitgemaakt voor insane.

Eindbegunstigden
Het gebrek aan transparantie is nog veel te groot, zegt Wolters. ‘Ik vind het belangrijk dat er meer inzicht komt in wie Europese financiële steun ontvangt. Europese burgers moeten kunnen achterhalen waar hun belastinggeld terecht komt, ook om corruptie, witwassen en financiële wanpraktijken beter tegen te kunnen gaan. Daarnaast is het zo dat, in ieder geval wat betreft landbouwfondsen, de grootste boerenbedrijven onevenredig veel geld ontvangen, ten koste van kleine boerenbedrijven. Zonder inzicht in de bedragen die iemand ontvangt, kan het Europees Parlement lastiger op deze ongelijkheid in het Europees landbouw- en cohesiebeleid controleren en beleid aanpassen. Maar er is ook veel mogelijk gemaakt met Europees geld – ik wil dat mensen dat ook zien.’

Misschien is het grootste probleem wel dat er alleen informatie beschikbaar is over de directe begunstigden van de fondsen, terwijl dat vaak niet de daadwerkelijke eindbegunstigden zijn, zegt Wolters. Soms is het bijvoorbeeld zo dat ministeries van lidstaten als eindbegunstigden staan geregistreerd, in plaats van de organisaties of personen aan wie deze ministeries het geld vervolgens uitkeren.

Wolters diende eerder in de begrotingscontrolecommissie een amendement in over het huidige gebrek aan transparantie. ‘Hierin roep ik op tot het creëren van één algemene database met informatie over de eindbegunstigden van landbouwgeld. De Europese Commissie heeft nu toegezegd om in de nieuwe Europese begroting en het corona-herstelfonds te zorgen voor een dergelijke database, maar alleen met informatie over de directe begunstigden.’

Dat is allemaal nog niet zo eenvoudig, tekent Wolters aan. ‘Ook als de Europese Commissie zich nu erg inspant om deze centrale database te maken, is nog maar de vraag of dit gaat lukken, vanwege wettelijke beperkingen op Europees en lidstaatniveau. En het belangrijkste: daarmee komt er nog niet gelijk inzicht in de echte eindbegunstigden van deze fondsen. Daarmee blijft onduidelijk wie hoeveel ontvangt.’

Tegenwind
Monika Hohlmeier hoopt op meer medewerking van de lidstaten. ‘De tegenwind komt duidelijk van de lidstaten. De oligarchische en criminele structuren profiteren echter in hoge mate van het gebrek aan transparantie en traceerbaarheid. Het is voor mij volkomen onbegrijpelijk dat juist die lidstaten in de Raad redelijke oplossingen weigeren als het gaat om digitalisering van Europese audits en traceerbaarheid van Europese geldstromen, terwijl diezelfde lidstaten [Nederland en Duitsland/ red] anders voortdurend kritiek leveren op het misbruik van EU-middelen.

Zij moedigen de lidstaten aan, waarvan de overheidsdiensten tekortschieten, die een hoge mate van corruptie en georganiseerde misdaad hebben, of zelfs oligarchische en anti-regelsstructuren. Dat versterkt juist de structuren die we dringend effectiever en eensgezinder moeten bestrijden. We hebben behoefte aan een constructieve en effectieve aanpak van de digitale tracering van Europese financiering.’

Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.


Correctie:
De gebruikte onderzoeksdata bevatten toevallige – geen systematische - fouten. Daardoor bevat het onderzoek van CEPS ook fouten. Gevolg is dat enkele vermeldingen in de lijst met directe ontvangers te hoog zijn aangegeven. Onder meer de Amsterdam Economic Board ontving geen 30 miljoen maar 3 ton. Ook de stichting Haagbouw kreeg geen 41 miljoen maar enkele tonnen. (23 juni 2021)

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie