Zo althans had schrijver Peter Middendorp het bedacht. Dus stuurde hij een nette mail aan Ferry (diens achternaam blijft onvermeld) en hij voegde er een lijst met referenties aan toe ‘die zelfs op iemand als Ferry indruk moest maken’. Helaas, dat deed het niet. Uiteindelijk was Ferry toch bereid tot een ‘oriënterend kopje koffie’. Het werd een ontmoeting van twee mannen die elkaar niet begrepen.
Lange tenen in Den Haag
Wat doe je als je ‘iets van het leven op het Binnenhof wilt begrijpen’. Van de politiek. De journalistiek. De wisselwerking tussen die…
De insider die deel uitmaakt van de wereld waarin politiek en journalistiek tot elkaar veroordeeld zijn, versus de outsider die het allemaal maar vreemd vond. Dat er nauwelijks reflectie plaatsvindt. (Mingelen: ‘Reflectie, ja, dat vind ik altijd zo… Wat bedoel je daar precies mee?’) Dat meningsverschillen door de parlementaire journalistiek onmiddellijk worden afgeschilderd als conflicten en ruzies. De sociëteit Nieuwspoort, waar journalisten en politici op vriendschappelijke wijze met elkaar omgaan. De mislukte vergelijking van Ferry: ‘Voetbalverslaggevers gaan ook naar een wedstrijd, dat is logisch...’
Enkele weken later werd Middendorp door dagblad De Pers gevraagd een dagelijkse column te schrijven als ‘vreemdeling in Den Haag’. De columns uit de periode september 2007-juli 2008 zijn gebundeld onder de naam Lange Poten, naar de straat waar hij in Den Haag ging wonen. Het boek wordt ingeleid met het langere verhaal over Mingelen. In de columns komen de stijl en thema’s van dat verhaal in volle omvang terug: goed geschreven korte verhalen over de arrogantie van de parlementaire journalistiek, opgeschreven met zelfspot en soms lompheid.
Nieuwspoortcode
Max van Weezel is de journalist die het het meest moet ontgelden bij Middendorp. Van Weezel werkt sinds 1976 bij Vrij Nederland en is bovenal bestuurslid van Nieuwspoort, de besloten sociëteit voor journalisten, politici, lobbyisten en voorlichters. De ‘Nieuwspoortcode’ houdt in dat wat in de sociëteit gebeurt of wordt besproken, binnen de muren van Nieuwspoort blijft. De al jong recalcitrante Middendorp (hij is van alle middelbare scholen afgestuurd waar hij op zat) schuurt langs de randen van die code. Hij schrijft bijvoorbeeld over het drankgebruik in Nieuwspoort. Van Weezel spreekt hierop zijn voicemail in: ‘Tja, het kon natuurlijk niet uitblijven. Je hebt de code geschonden. (…) Als je me terugbelt, zal ik je toespreken.’
Dit vormt voor Middendorp aanleiding om columns te wijden aan Van Weezel (‘de naoorlogse verzetsheld’). De man die anderen in zijn eigen columns dikwijls de maat neemt, blijkt hier niet tegen te kunnen. Journalisten kunnen niet tegen kritiek, is een rode draad in de columns. Parlementaire journalisten hebben lange tenen, van relativeringen worden ze niet goed en ze vinden het maar lastig, zo’n onconventionele vreemdeling in Den Haag die tegen de heersende mores ingaat.
Elma Drayer van Trouw schrijft zelfs dat de parlementaire democratie bij Middendorp niet in goede handen is. ‘Deze kritiek is hard aangekomen. Het wordt me steeds duidelijker hoe zwaar de verantwoordelijkheden zijn die op mijn schouders rusten’, schrijft Middendorp niet erg schuldbewust. Ook politici krijgen er van langs, soms zelfs fysiek: het Kamerlid Mei Li Vos ontving een klap in haar gezicht, overigens nadat zij hem hetzelfde had bezorgd.
Ook in geschrift is Middendorp niet altijd even subtiel. Vooral voormalig Kamerlid Henk Kamp moet het ontgelden. ‘Hij is een vieze man met nauwelijks hersens. (…) Die man deugt niet, schop Kamp een geweten, laat de kogel uit het midden komen.’ Dit was satire, zo kon de lezer uit een latere excuuscolumn opmaken.
In algemene zin heeft Middendorp niet een al te hoge pet op van Kamerleden: ‘Een van de eerste zaken die ik opmerkte toen ik op het Binnenhof kwam: Kamerleden zijn eigenlijk helemaal niet zo slim als je zou verwachten. Ze hebben het opvallend vaak over de kloof tussen de politiek en gewone mensen, maar volgens mij bestaat die kloof niet eens; nergens zo veel gewone mensen als in de Tweede Kamer.’
Lol
Uit het bovenstaande moet niet worden afgeleid dat Middendorp alleen maar controversiële columns schrijft. Hij heeft een scherp oog voor ogenschijnlijk (en soms ook daadwerkelijk) onbeduidende details. De columns zijn niet nieuwswaardig, en feiten en omstandigheden worden nog wel eens wat opgepoetst ten behoeve van het verhaal. In zijn eigen woorden: er zijn meer manieren om iets op te schrijven dan met zijn allen iedere dag de wetjes uit het Basisboek Journalistiek toe te passen.
‘De lol van een dagelijkse column voor de lezer bestond er voor belangrijk deel uit dat hij alles van de schrijver meekreeg, zijn vorm en vormverlies, zijn goede dagen, de dagen dat hij uit de bocht vliegt.’ Van vormverlies had Middendorp weinig last. Toch houdt het boek de aandacht van de lezer niet erg lang vast. Dat is het nadeel van gebundelde columns: ze zijn geschreven als smakelijk hapje tussendoor maar stillen de stevige trek niet. Hij had beter de columns kunnen afwisselen met langere verhalen, waar het boek ook mee begint en eindigt. Het jaar van Peter Middendorp in Den Haag is verlengd; de column is de tweede jaargang ingegaan. Daarna moet het ook maar afgelopen zijn. Hij moet vooral geen insider in Den Haag worden.
Niko Struiksma is directeur van Pro Facto, bureau voor bestuurskundig onderzoek en juridisch advies
Peter Middendorp, Lange poten. Een jaar lang vreemdeling in Den Haag, Prometheus, Amsterdam, 2008, ISBN 978 446 1219 6, € 16,95