Pieter Tops: Corona ondermijnt de ondermijning niet

De coronacrisis heeft aan veel bedrijfstakken aanzienlijke schade toegebracht. Er is echter een bedrijfstak die dankzij haar veerkracht en aanpassingsvermogen niet tot nauwelijks heeft geleden onder de coronacrisis: de georganiseerde drugscriminaliteit. Dit stelt Pieter Tops, bijzonder hoogleraar Ondermijningsstudies aan de Universiteit Leiden.

In korte minicolleges van ongeveer 8 minuten bespreken hoogleraren bestuurskunde uit Nederland en Vlaanderen wat de corona-crisis betekent voor de bestuurswetenschap en omgekeerd wat de bestuurswetenschap betekent voor het begrip van de crisis en voor handelingsgevolgen.

Op peil

Zowel de export als de import van allerhande drugs is tijdens de coronacrisis op peil gebleven. Nederland bleef deze drugs op grote schaal produceren en distribueren, en de geldstromen die daarmee gemoeid zijn bleven op peil. Met alle gevolgen van dien voor het maatschappelijk systeem. De ondermijning bleef onvermoeid doorgaan.

Flexibel
De sluiting van Schiphol en het inbreken op het communicatiesysteem via cryptotelefoons heeft volgens Tops enkel wat lichte effecten gehad, maar doordat de drugswereld verder soepel op de crisis wist in te spelen, heeft deze er niet echt onder geleden. De productie kon dankzij goede voorraden aan grondstoffen doorgaan; de bestaande distributielijnen (via water, het dark web, postpakketten) konden gewoon gebruikt worden en nieuwe distributielijnen werden geopend, zoals drugstransport via het transport van mondkapjes. Het blijkt een flexibele wereld te zijn, met weinig hiërarchie, en veel netwerken, een soepel en veerkrachtig systeem, met organiserend vermogen, stelt Tops.