‘Ontregelen mooie taak kabinet’
De tijd van gaan is gekomen voor Jan Fraanje. Na 15 jaar gemeentesecretaris te zijn geweest in Boxtel, houdt hij er per 1 januari mee op. Hij vat samen wat er qua dienstverlening en ict – zijn thema’s – is veranderd en vooral nog moet veranderen.
De tijd van gaan is gekomen voor Jan Fraanje. Na 15 jaar gemeentesecretaris te zijn geweest in Boxtel, houdt hij er per 1 januari mee op. Hij vat samen wat er qua dienstverlening en ict – zijn thema’s – is veranderd en vooral nog moet veranderen. ‘Want we zijn er nog niet.’
We moeten op zoek naar een vrije kamer. Een eigen werkplek heeft Jan Fraanje in Boxtel niet meer. Niet dat hij er al uit ligt, nee, er wordt gewerkt met flexibele werkplekken. En, ja, dat geldt ook voor burgemeester en secretaris. Net als voor de wethouders trouwens. Ook die hebben geen vertrouwd eigen domein meer in het gemeentehuis aan de Markt. Met zijn vieren delen ze de vloer op de eerste verdieping, werken ze aan één en dezelfde tafel. ‘We moeten natuurlijk het goede voorbeeld geven’, grijnst Fraanje.
Als zijn ambtenaren vertrouwelijke gesprekken met hem willen voeren, moeten ze op zoek naar een vrije, beschikbare ruimte. ‘Of wat eerder komen. Ik ben meestal vrij vroeg in het gemeentehuis, als er nog niemand is. Dan kun je overal rustig praten’, zegt hij.
We treffen het, deze middag. Er blijkt een kamer vrij die met een grote glazen wand is afgescheiden van het wethoudersblok. Het gesprek zal gaan over bureaucratie en om wat er nodig is om die te beteugelen. Een strijd die niet te winnen is, van dat veelkoppig monster. Of zoals de Nijmeegse filosoof René ten Bos in zijn nieuwste boek stelt, bureaucratie is als een inktvis. Winnen is misschien dan niet mogelijk, maar er tegen strijden kan zeker. ‘Moet’, benadrukt Fraanje.
Pim Fortuyn
Zelf begon hij ermee in 2003. Hoorndol werd hij van de almaar toenemende verantwoordingsgekte op veel terreinen. Ministeries vroegen gemeenten de hemd van het lijf en maakte het ene na het andere ingewikkelde beleid. Als meest schrijnende voorbeeld noemt hij het btw-compensatiefonds. ‘Ik schreef toen op persoonlijke titel – maar wel, zo zag ik laatst, op briefpapier van de gemeente Boxtel – een stevige brief aan minister Thom de Graaf van Binnenlandse Zaken. De Vereniging van Gemeentesecretarissen nam het stokje over en eiste in een manifest een slagvaardige overheid. Vervolgens haakten de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en minister De Graaf aan, onder andere via het actieprogramma Andere Overheid.’
Kernpunt van dat actieprogramma was het creëren van een betere, eenvoudiger overheid en het maken van een einde aan de stortvloed aan vaak niet op elkaar afgestemde regelgeving. Mede op aangeven van Pim Fortuyn was het vertrouwen in die overheid in die jaren zo ongeveer tot het nulpunt gedaald. En dat terwijl ambtenaren volgens Fraanje ‘zich toch het vuur uit de sloffen liepen.’ Een flink aantal van de actiepunten is nu gerealiseerd, zegt Fraanje. ‘Meer kaderwetgeving, minder specifieke regelingen, minder planverplichtingen, administratieve lastenverlichting en één accountantsverklaring. Het rijk liet gemeenten op tal van terreinen meer speelruimte, zoals op het gebied van de bijstand en de huishoudelijke hulp. Mark Rutte zei het als staatssecretaris ooit treffend: “het rijk bepaalt op hoofdlijnen wat er gebeurt, de gemeenten gaan over de uitwerking en het hoe.” Met de drie decentralisaties van begin dit jaar – jeugd , zorg en werk – is die lijn voortgezet. De nieuwe Omgevingswet is een mooie volgende stap; de wet die 26 wetten in één wet bundelt.’
Controles en sancties
‘De trend is dus goed’, zegt Fraanje. ‘Maar we mogen de aandacht niet laten verslappen en moeten alert blijven op wat er in de samenleving gebeurt. Er zijn nu grote ontwikkelingen geweest, zoals de decentralisaties, en we moeten nu een stabiele situatie creëren. Die is er nog niet, want we zijn pas elf maanden bezig. Voor een goede inpassing is twee tot drie jaar nodig. Intussen moeten we ervoor zorgen dat we maatwerk kunnen leveren – de sleutel tot succes – en niet achteraf allerlei specifieke controles en sancties krijgen, zoals bijvoorbeeld de mantelzorgboete.’
Bundelen toezicht
Enerzijds blijft het dus opletten dat de op Den Haag veroverde ruimte niet bij de achterdeur weer wordt ingeperkt. Het blijft vechten tegen de bureaucratie, met name ook rondom inkoop en aanbesteding, subsidies, fiscale zaken en wetgeving die het werk van gemeenten onnodig compliceert en bemoeilijkt. Want ondanks dat er dus flinke stappen zijn gezet, kunnen de administratieve lasten volgens Fraanje nog verder achteruit. ‘Belangrijk punt van zorg is wat mij betreft de mate van toezicht. Zo zou op het terrein van basisregistraties en informatieveiligheid het toezicht en de inspecties moeten worden gebundeld. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk. Ze houden elk een e-dossier bij VNG-KING en als het rijk wil zien of de zaak op orde is, komen ze een keer langs. En dan liefst niet vaker dan eens in de vijf jaar.’
Anderzijds is het volgens Jan Fraanje heel verstandig om vast na te denken over de volgende stap of, zo je wilt, stappen. ‘Je moet nu alvast nadenken over wat we als gemeenten nog meer zouden kunnen doen. De langdurige zorg? Zo gek niet, want wat we nu al in het zorgstelsel doen, zit er dicht tegenaan. De volkshuisvesting en de huursector? Wie weet, al ziet de gemeente de woningcorporaties nu al steeds meer als een partner waarmee het goed loopt. Maar wat ik maar gezegd wil hebben: uitbreiding van het gemeentelijk takenpakket is wat mij betreft bespreekbaar.’
Het gevolg zou kunnen zijn, en Fraanje gelooft er heilig in, dat meer decentralisaties de grenzen tussen de burger en de overheid laten vervagen. Als gemeenten meer verantwoordelijkheden krijgen, gaat dat volgens hem lukken. ‘Er is een tijd geweest van lange beleidsprogramma’s met een woud aan actiepunten. Maar het kan nog korter. We moeten vanuit het gemeentehuis vooral sturen op waarden als duurzaamheid, innovatie en kwaliteit en ons veel meer toeleggen op het stimuleren en activeren van ideeën die van burgers komen. Denk aan allerlei wijkinitiatieven, voedselbankacties, of een ruimte zoals ‘de spiegeltent’ hier in Boxtel. Dat moet ik even uitleggen. In het park Stapelen hier achter [Fraanje knikt] hebben de parkbewoners gedurende een paar maanden een tent neergezet, waarin inwoners zelf iets konden organiseren: muziek, theater, dans, film, debatten, kunst, kortom van alles. Het werd een enorm succes.’
Grenzen opzoeken
Veel wetten werken dit soort initiatieven nog vaak tegen. Soms ligt de bron van de vertraging bij de gemeente zelf, soms wordt het veroorzaakt door landelijke of provinciale wetten en regels. Een voorbeeld? ‘Kijk naar het project Greentech, hier in Boxtel. In het kort gaat het om het realiseren van een proeflocatie voor bedrijven die groene reststroom willen omzetten in of energie of bio-based grondstoffen. Op dat terrein moet de markt de innovatieve ideeën kunnen testen. De gemeente Boxtel, vanwege De Kleine Aarde al van oudsher de thuisbasis van vooruitstrevende ecologen, wil er graag aan meewerken. Maar wetten en regels beperken de mogelijkheden voor innovatie. We hebben echt de grenzen moeten opzoeken om het voor elkaar te krijgen. Innovatie is gebaat bij experimenteerruimte en regelvrije zones.’
‘We kunnen, nee moeten nog heel veel regels schrappen. Je hoort wel eens dat het huidige kabinet is uitgeregeerd. Nou, ontregelen kan nog een hele mooie taak zijn voor dit kabinet: regels schrappen in plaats van er weer nieuwe aan toe te voegen. De Omgevingswet en de decentralisaties zijn voorbeelden van het terugbrengen van regels. Kijk, als het kabinet zich toelegt op kaders en hoofdlijnen, dan kunnen ze uitwerking, uitvoering en maatwerk aan de gemeenten overlaten. Dan kunnen raad en college veel beter meebewegen met wat de burger wil.’ Meer dan wat anders dicht dat volgens de scheidend gemeentesecretaris de kloof tussen de burger en de politiek. ‘De slagvaardige overheid die oog heeft voor kwaliteit en duurzaamheid is er nog niet, maar kan er wel komen. Er is nog een wereld te winnen en ik zal daar mijn bijdrage aan blijven leveren.’
CV
Jan Fraanje werd in 1959 geboren in Middelburg. Hij studeerde politicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij begon in 2001 als gemeentesecretaris in Boxtel en was daarnaast sinds 2008 portefeuillehouder Dienstverlening, bedrijfsvoering en informatiebeleid bij de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS). Ook maakte hij sinds 2010 deel uit van de VNG-commissie Dienstverlening en informatiebeleid. Daarnaast was Fraanje onder meer secretaris van de stichting Wereldwinkel Boxtel (1998-2008) en voorzitter van de Protestantse Gemeente Boxtel (2008-2012).
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.