Advertentie

Opereren op nieuw lokaal politiek speelveld

De verdere opmars van lokale partijen en de versnippering van het lokale bestuur hebben gevolgen voor onder andere de duur van de coalitievorming en de kweekvijver voor ‘Den Haag’. Binnenlands Bestuur licht er een aantal (vermeende) problemen en (vermeende) oplossingen uit.

05 april 2018

De versnippering van het lokale bestuur en de verdere opmars van de lokale partijen hebben gevolgen voor onder meer de duur van de coalitievorming, de omvang van het college en de kweekvijver voor ‘Den Haag’. Binnenlands Bestuur licht er een aantal (vermeende) problemen en (vermeende) oplossingen uit.

De situatie: In een versnipperd politiek landschap zijn vaker vier of vijf partijen nodig om tot een meerderheidscoalitie te komen. Het college zal uit meer wethouders bestaan.


Het (vermeende) probleem: Coalitie-onderhandelingen zullen langer duren. Hoe breder de coalitie, hoe langer het duurt en hoe meer woorden nodig zijn voor een coalitieakkoord, zo blijkt uit onderzoek van Geerten Boogaard (Universiteit Leiden) naar coalitievorming in 2014.

Over het algemeen willen partijen ook een ‘eigen’ wethouder hebben. Daar hangt een prijskaartje aan. De bezoldiging van een wethouder uit een gemeente tussen de 24.000-40.000 inwoners bedraagt maandelijks 6.300 euro; die van een wethouder uit een gemeente tussen de 40.000-60.000 inwoners 6.960 euro en die van een wethouder in een gemeente tussen de 100.000-150.000 inwoners een krappe 8.800 euro. Er is een wettelijk maximum aan het aantal wethouders dat mag worden benoemd. Dat is afhankelijk van de omvang van de gemeente, en varieert van (voltijds) twee tot negen.


De (mogelijke) oplossing: Alternatieve vorming van college (zoals een zakencollege), andere vormen van collegeprogramma, gedeelde wethouders, wethouders die elkaar na twee jaar opvolgen.

De afgelopen raadsperiode had Hellendoorn twee wethouders die in het college opereerden namen D66, ChristenUnie, VVD en PvdA. In Berg en Dal wisselden twee wethouders van verschillende partijen elkaar halverwege de rit af.


De situatie: Veel fracties in de raad. Het gemiddeld aantal partijen in de gemeenteraad ligt na 21 maart op 7,6; variërend van drie (Schiermonnikoog) tot vijftien (Den Haag), zo heeft Simon Otjes, wetenschappelijk medewerker van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP), in kaart gebracht. Dit is gemiddeld een halve partij meer dan na de raadsverkiezingen in 2014.


Het (vermeende) probleem: Met veel fracties dreigen gemeenten onbestuurbaar te worden. ‘Ik vind dat bestuurders al snel zeggen dat de gemeente onbestuurbaar wordt’, vindt bestuurskundige Julien van Ostaaijen (Universiteit van Tilburg). ‘Raadsvergaderingen worden wel langer en saaier.’


De (mogelijke) oplossing: Instellen van een kiesdrempel. Samenwerking fracties. Raadsbreed akkoord.

Een kiesdrempel van twee zetels is het beste antwoord op versplintering van de gemeenteraad, stelde hoogleraar constitutioneel organisatierecht Douwe Jan Elzinga in zijn column in Binnenlands Bestuur van twee weken geleden. Van Ostaaijen is daar geen voorstander van. ‘Het middel vind ik erger dan de kwaal. Laat mensen vooral op een zo’n laagdrempelige manier meedoen aan die lokale democratie. Dat belang vind ik groter dan het belang van een bestuurder om een vlotte besluitvorming mogelijk te maken.’

Als mogelijke oplossing ziet Van Ostaaijen meer in samenwerking tussen met name de kleine fracties. De ene fractie zou zich bijvoorbeeld in de jeugdhulp kunnen verdiepen, en een andere in ruimtelijke ordening. Een raadsbreed akkoord zou volgens Van Ostaaijen ook een oplossing kunnen zijn. ‘Als raadsfracties, ook de kleinere, aan het begin van het proces wat meer inbreng hebben, dan vervalt wellicht de noodzaak om over alles spreektijd aan te vragen.’


De situatie: Veel Kamerleden en bewindslieden hebben hun roots in de gemeentepolitiek liggen. Lokale ‘landelijke’ partijen zijn een belangrijke kweekvijver voor ‘Den Haag’. Bij de Kamerverkiezingen van vorig jaar verruilden onder meer één burgemeester, vier wethouders, vijftien raadsleden en zes leden van Provinciale Staten hun gemeente of provincie voor een carrière in ‘Den Haag.’ 


Het (vermeende) probleem: Bij een verdere opmars van de lokale partijen droogt die kweekvijver van lokaal politiek talent op.


De oplossing: Vissen in de lokale vijver.

Van Ostaaijen: ‘Het zou goed zijn als landelijke partijen wat vaker gaan vissen in die kweekvijver van lokale partijen. Er komt, door de groei van lokale partijen, een kweekvijver van lokale politici bij die in hun eigen vijver niet kunnen doorstromen. Het potentieel van die lokale politieke partijen kan veel beter worden benut.’


Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 7 van deze week (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie