bestuur en organisatie / Partnerbijdrage

Implementatie van de Omgevingswet drukt ons allemaal met de neus op houding en gedrag

Implementatie van de Omgevingswet drukt ons allemaal met de neus op houding en gedrag. Regels en beleid: loslaten? Gewoon proberen!

BMC
03 september 2021
RZ270820SRIngridKersten01.jpg

‘Bij de implementatie van de Omgevingswet verdienen de aspecten houding, gedrag en competenties minstens zoveel aandacht als de inhoud, de regels en het instrumentarium,’ zegt Ingrid Kersten, managing consultant Omgevingswet bij BMC. Volgens Kersten is het nodig dat alle partijen meewerken aan verandering en meewerken aan een stelsel dat zowel transparantie en duidelijkheid biedt aan inwoners als ruimte laat voor initiatief. Maar hoe doe je dat, hoe laat je transformatie en transitie hand in hand gaan?

Kersten geeft een paar handreikingen.

Regels en beleid: loslaten? Gewoon proberen! 

‘De Omgevingswet geeft overheden veel meer vrijheid. Dat is fijn, maar soms ook moeilijk. Want wat doe je? Trek je die vrijheid door naar je lokale stelsel? Veel gemeenten worstelen met regels en nota’s die ze al hebben liggen. Trek je die in als je ze niet meer gebruikt? Bij het maken van het omgevingsplan wordt vaak het oude stelsel geoptimaliseerd. Maar als je dan toch alles door je handen moet laten gaan, omdat er bijvoorbeeld eisen zijn voor het geschikt maken van je regels die in het digitaal stelsel Omgevingswet passen, kijk dan meteen hoe je een en ander wilt vastleggen. Wil je het anders doen? Dan kun je ook beginnen met enkele leidende principes, zoals ‘we maken geen nieuw beleid meer’ of ‘verantwoordelijkheid geven’. 

 

En dan? Dan benader je het buurthuis en vraag je betrokken inwoners of ze taken over willen nemen. Immers, inwoners weten wat ze nodig hebben voor de gezonde en veilige leefomgeving. Daarom is participatie ook zo belangrijk bij het opstellen van de instrumenten. Via participatie en met een wijkanalyse kun je beoordelen wat inwoners zelf kunnen en per wijk kun je dan meer of juist minder regels opstellen. Zo kun je zorgen voor de inzet van een overheid die passend is bij het gebied en de inwoners.

 

Durf je per wijk verschil te maken? Want het gaat hier om lef. Lef om elkaar aan te spreken: we denken en handelen vanuit de bedoeling. En die bedoeling is dat overheden acteren als één overheid. En inwoners mogen daarbij verwachten dat de regelgeving transparant, samenhangend en eenvoudig is, zodat duidelijk is wat er wel en niet geregeld is op een perceel en dat ze weten waarvoor ze zelf verantwoordelijk zijn. 

 

Er gaat nu veel aandacht naar de transitie, naar regels en digitalisering. Als je echt vanuit dienstverlening naar de inhoud wilt kijken, geheel volgens de geest van de Omgevingswet, dan moet je met houding en gedrag aan de slag. Ofwel: durf, probeer, ga experimenteren, vertrouw erop dat het samen lukt. En leer ervan, telkens weer.

 

Competentiescan: drukken waar het pijn doet.

‘BMC biedt een speciale training om met houding en gedrag aan de slag te gaan, met de mogelijkheid om daarbij een competentiescan in te zetten. De scan levert een kwalitatieve en kwantitatieve analyse op en een geanonimiseerd inzicht in de competenties in de groep. Denk aan veerkracht, ondernemerschap en samenwerken. Wat is al sterk aanwezig? En welke competenties verdienen ontwikkeling voor het opstellen van de instrumenten van de Omgevingswet en het vergunningenproces?Stel dat de scan aangeeft dat het team vooral een uitdaging heeft bij het probleemoplossend vermogen. Dan trainen we met een Omgevingswet-casus die daarop voedt, waarvan we weten dat het team die moeilijk zal vinden. Van daaruit gaan we aan de slag. We drukken dus op de plekken die pijn doen, we helpen het team op weg en leveren een concreet ontwikkeltraject.’

 

Initiatieven: iedereen is een rader in de verandermolen.

‘Zodra de Omgevingswet in werking treedt, moeten overheden initiatieven binnen acht weken afwegen. Acht weken! Hoe ga je dat halen? Mijn advies is: doorloop het proces en onderzoek hoe je die acht weken kunt halen. Wat kan anders, ieder vanuit zijn eigen rol? Denk aan de gemeenteraad, die veel kan delegeren aan het college.

 

BMC maakt impactanalyses en formatiecalculaties. En uit enkele van onze kwantitatieve analyses blijkt dat er bij gemeenten veel beleid en regelgeving ligt waaraan initiatieven getoetst moeten worden. Mijn boodschap is dat iedereen voorstellen kan doen om dit te veranderen. Iedereen is een rader in de verandermolen: bestuur, ambtenaren en samenleving. Ook hier gaat het om lef om maatwerk te leveren. Wat belemmert je bijvoorbeeld om het aan de initiatiefnemer over te laten? Bespreek dit met je collega’s. Bespreek wat je te doen staat als een goed initiatief in een vergunningaanvraag uitstekend blijkt te passen bij de opgaven en ambities voor een gebied, maar de regels maken het onmogelijk. Durf je dan in acht weken vergunning te verlenen? Mocht het daar spannend worden voor je, of voor het team, dan heb je ontwikkelpotentieel in houding en gedrag.

 

Kortom: gebruik de Omgevingswet nu al als middel om een cyclisch lerende gemeente worden, waarbij iedereen met de neus op de aspecten houding en gedrag wordt gedrukt. Leer en evalueer, keer op keer, en blijf dat doen. Werk aan een gemeente die uitgaat van eigen verantwoordelijkheden van samenleving en partners. En maak het lokale stelsel zo dat het de verbinding met inwoners faciliteert, en meer gericht is op het proces dan op inhoud. En gebruik de implementatie van de Omgevingswet om nog prettiger samen te werken.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.