Advertentie

'Ombudsman moet toon matigen'

Te pittige uitspraken van een ombudsman leiden de aandacht van de inhoud, meent hoogleraar Rijpkema. Politici moeten er beter tegen kunnen, vindt de Nationale ombudsman.

12 februari 2010

Maak als ombudsman een ambtenaar uit voor ‘gedragsgestoord’ of zeg dat een instantie ‘oneerlijk’ heeft gehandeld, en iedere burger begrijpt wat er wordt bedoelt. Maar hoe effectief is het als je de overheden in kwestie ermee in de gordijnen jaagt en de discussie alleen nog over je woordkeuze gaat? Niet erg effectief, vindt hoogleraar Peter Rijpkema van de Universiteit van Amsterdam. Op het afscheidssymposium van de Rotterdamse ombudsman, Migiel van Kinderen, waarschuwde hij dat de ombudsmannen in hun gezag worden aangetast door het doen van al te felle uitspraken.

 

Kreten

 

Rijpkema, hoogleraar Algemene Rechtsleer en deskundige op het gebied van de behoorlijkheidsnorm, hield op het symposium een spiegel voor aan de afzwaaiende Van Kinderen. De Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer was ook aanwezig. Zij staan bekend om hun pittige uitspraken en beiden zijn daardoor meermaals in aanvaring gekomen met de politiek. Brenninkmeijer overkwam dat onlangs nog toen hij het politieoptreden bij de strandrellen in Hoek van Holland in een lezing ‘excessief’ noemde en stelde dat ‘mensenrechten in het geding waren’. Van Kinderen schilderde de leden van de Rotterdamse interventieteams in een interview af als ‘laagopgeleid boeventuig’.

 

Het is het soort stevige benadering die Rijpkema ongewenst vindt. ‘Kreten lokken slechts tegenkreten uit. Het leidt af van de feiten en de kern van de zaak.’ Door snel te strooien met beschuldigingen als ‘schending van fundamentele rechten’ ontbrandt slechts een woordenstrijd en dan gaat het niet meer over het echte probleem, meent hij. ‘Ga weg van de kretologie maar benadruk veel meer wat er nou aan de hand is.’

 

Onafhankelijk

 

De Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer betoogde juist dat het voor een ombudsman noodzakelijk is om af en toe fel van leer te trekken. ‘Een ombudsman moet de taal van de luis in de pels gebruiken. Die taal is niet ambtelijk en herkenbaar voor de burger.’

 

Een ombudsman moet er vóór alles voor waken een rapportenfabriek te worden en onderdeel uit te gaan maken van de overheidsmachine. Stevig taalgebruik is dan soms nodig om de onafhankelijkheid te benadrukken en daar moeten politici maar tegen kunnen. Hoe meer maatschappelijke onrust er rond een onderwerp heerst en hoe groter de urgentie voor verandering, hoe scherper de kritiek naar buiten mag worden gebracht, vindt Brenninkmeijer.

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie