Advertentie

Blaffen en niet bijten

De Eerste Kamer voegt pas iets toe aan de Tweede, als die minder gevoelig is voor im -en expliciete politieke druk vanuit die Tweede Kamer.

09 juni 2023

Gedoe rondom de verkiezingen en een brandbrief van hoogleraren. Hoewel de Eerste Kamer zichzelf graag als een Kamer van Reflectie profileert, blijkt ze ieder keer net zo politiek als de Tweede Kamer. Minder afhankelijkheid van de Tweede Kamer zou van haar een betere tegenmacht maken.

Het pijpenrek bij de ingang van de Eerste Kamer is een iconisch onderdeel van veel Binnenhof rondleidingen. Het past bij het beeld van een Kamer die rustig reflecteert en waar niet de waan van de dag heerst. Helaas klopt dat beeld niet. De nog steeds zelfbenoemde rol – want: wel op de eigen website, niet in de Grondwet - van een Kamer die de 'rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid' van wetsvoorstellen centraal stelt, is gezien de grote problemen met veel wetten vanaf laten we zeggen Rutte I nauwelijks nog serieus te nemen. Hoewel fractieleden in de Eerste Kamer wel eens afwijkend van hun fractie stemmen, is dat zelden doorslaggevend voor het lot van een wetsvoorstel. De Eerste Kamer doet doorgaans wat het kabinet en de coalitiepartijen in de Tweede Kamer wensen: het wetsvoorstel aannemen.

Voor het beperkt afwijken van de Eerste Kamer daar waar het duidelijk onverstandige of ondoordachte voorstellen betreft, zijn verschillende redenen. Als eerste is daar de druk van de politieke partijleiding. En die partijleiding zit doorgaans in de Tweede Kamer of het kabinet. Anekdotes over Tweede Kamerleden, waaronder de fractievoorzitters, die gevraagd of ongevraagd ‘advies’ uitbrengen aan (fracties in) de Eerste Kamer zijn er genoeg. Die druk weerstaan, valt niet altijd mee. Een jonge en ambitieuze politicus die een lange(re) politieke carrière op het Binnenhof ambieert, doet er waarschijnlijk goed aan niet al te vaak dwars te liggen. En ook meer ervaren politici blijken er gevoelig voor. Althans, afwijken is, zoals gezegd, een uitzondering. Achteraf blijkt vervolgens dat problemen met de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en/of handhaafbaarheid voorkomen hadden kunnen worden. Het luisteren en handelen naar verstandige adviezen van maatschappelijke belangenverenigingen of de Raad van State zou daarvoor meestal al hebben volstaan.

Een Eerste Kamer die iets toevoegt aan de Tweede, zoals een echt oordeel op basis van rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, vereist een Kamer die minder gevoelig is voor de impliciete en expliciete politieke druk vanuit die Tweede Kamer. Daarvoor herhaal ik allereerst een al eerder gehouden pleidooi voor het kiezen van de Eerste Kamer door gemeenteraden. Door het groter aantal raadsleden is Haagse bemoeienis moeilijker. Bovendien is de opkomst voor gemeenteraadsverkiezingen doorgaans hoger en wordt op lokaal niveau het al dan niet aanwezige maatschappelijk nut van veel wetten beter gevoeld (en wordt er door ‘hun’ senatoren hopelijk beter naar geluisterd). Een tweede suggestie is het weer gefaseerd kiezen van de Eerste Kamer, bijvoorbeeld elke twee jaar een derde van de Eerste Kamerleden. Dat zou het politieke belang dat nu bij één verkiezing sterk tot uiting komt, onder andere door de grote bemoeienis van politieke partijen, wellicht wat verkleinen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie