Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

‘Lijstduwer is bedrog kiezer’

Maar het lijstduwerschap beperkt zich niet tot BN’ers en (oud)sporters. Overal in den lande duwen (ex-)politici lokale lijsten. ‘Er zijn zat politici, een beetje te veel naar mijn zin, en dus ook politieke partijen die dit kiezersbedrog steunen en zelfs initiëren’, zegt de Leidse hoogleraar Joop van Holsteijn (60).

09 februari 2018
pijlen-omhoog-.jpg

Lijstduwers die niet in de raad willen en partijen die dat prima vinden, lichten de kiezers op. De Haagse politiek zou zich sowieso drukker moeten maken om de verhalen dan om de vertellers en landelijke politici moeten weghouden bij raadscampagnes, zegt Joop van Holsteijn.

Hoogleraar kraakt valse kandidatuur

Tom Beugelsdijk is verdediger bij ADO Den Haag. Tommie is geen hoogvlieger, maar wel reuze aardig en mateloos populair. Een cultheld die vorig jaar door AD Haagse Courant werd uitgeroepen tot Hagenaar van het jaar. Richard de Mos, aanvoerder van de Haagse Groep De Mos, begreep in de aanloop naar de raadsverkiezingen dat Tommie een stemmentrekker van jewelste kon zijn. Met hem op de Leyweg kom je wel van je flyers af. Of Tommie de kieslijst van De Mos zou willen duwen. Dat wilde Tommie wel; ADO niet, en dus ging het (volks)feest niet door.

Beugelsdijk is niet van de partij in Den Haag, maar De Mos heeft wel darter Raymond van Barneveld gestrikt. En de PVV zet in de residentie voormalige seksclubbaas en ADO-hooligan Henk Bres in als lijstduwer. Het CDA in Den Haag bedient zich van Lex Schoenmaker (‘Mr. ADO', meldt de partij trots).

Maar het lijstduwerschap beperkt zich niet tot BN’ers en (oud)sporters. Overal in den lande duwen (ex-)politici lokale lijsten. ‘Er zijn zat politici, een beetje te veel naar mijn zin, en dus ook politieke partijen die dit kiezersbedrog steunen en zelfs initiëren’, zegt de Leidse hoogleraar Joop van Holsteijn (60). In Enschede duwen CDAKamerlid Omtzigt en voormalig PvdAKamerlid Dijksma hun partijen. Oudminister Schultz duwt de VVD-lijst in Leiden en in Utrecht doen de stemmenkanonnen Spekman en Jongerius dat voor de PvdA. In Amsterdam duwt voormalig (VVD-)burgemeester in Leeuwarden Dales de lijst van 50PLUS.

Flessentrekker
In Rotterdam duwt zelfs een vicepremier een kieslijst. Oud-wethouder en huidig minister van VWS Hugo de Jonge noemde het een ‘diepe wens’ om de CDA-lijst in de Maasstad te mogen duwen; hoogleraar Joop van Holsteijn noemt het volksverlakkerij. Hoe kan kiezersbedrog nou de diepe wens van een democraat zijn?, vraagt de hoogleraar politiek gedrag en onderzoeksmethoden zich af.

Van Holsteijn: ‘Dat Tommie en Barney zich laten strikken en misschien niet geheel doorzien hoe het politieke spel wordt gespeeld, vooruit, maar een vicepremier weet dat donders goed. Dat De Jonge het lijstduwerschap nog steeds verdedigt, maakt het alleen maar kwalijker. Hij zegt: de kiezers snappen toch wel dat ik niet in de gemeenteraad ga zitten? Daarmee legt hij de verantwoordelijkheid bij de kiezers, die maar moeten uitvogelen wie wel in de raad wil zitten en wie niet. Van mijnheer De Jonge moeten kennelijk alle Rotterdamse kiesgerechtigden weten dat hij geen serieuze kandidaat is. Wat een hoogmoed van De Jonge trouwens! Maar ik moet er als kiezer vanuit kunnen gaan dat íedereen op de lijst, bij alle partijen, in de gemeenteraad wil zitten.’

Er is overigens op zich niets mis met het lijstduwerschap en de kandidatuur van BN’ers, vindt Van Holsteijn. ‘Als een sporter écht op die manier in de raad wil komen, dan zou ik zelfs vurig pleitbezorger van het lijstduwerschap willen zijn. Als Tom Beugelsdijk écht de bedoeling had om bij voldoende voorkeurstemmen in de Haagse gemeenteraad te gaan zitten, dan had hij dat moeten kunnen doen. ADO Den Haag suggereerde dat de FIFA-regels kandidaatstelling verbieden, maar dat slaat nergens op. Het passief kiesrecht is een grondrecht; daar gaat de FIFA niet over. ADO meldde ook dat voetballers alle aandacht moeten hebben voor de competitie en dat ‘politieke activiteiten daar niet bij passen’. Ik zou niet weten waarom niet.

Aan de andere kant: als ADO Beugelsdijk op de eventuele gevolgen van zijn lijstduwerschap en kandidatuur heeft gewezen en als hij bij nader inzien toch niet van plan was om in de raad te gaan zitten, dan heeft de club de democratie wellicht een dienst bewezen.’

Want alleen lijstduwers die ook in de gemeenteraad (of in welk vertegenwoordigend orgaan dan ook) willen gaan zitten, spelen het spel eerlijk. De lijstduwers die dat niet willen, zijn electorale flessentrekkers. De hoogleraar: ‘Heel goed dat oud-politici en bekende Nederlanders als lijstduwer op een kieslijst gaan staan, zolang ze de democratie maar serieus nemen en vier jaar hun plek in de raad innemen als ze verkozen worden. Maar hoor iemand als Dales. Eerst zegt deze oud-wethouder in Amsterdam dat hij niet in de gemeenteraad gaat en dat het lijstduwerschap van 50Plus een ‘sympathiebetuiging’ is. Dan lap je de democratie aan je laars.

Een week later zegt hij tegen AT5 dat hij zijn ‘verantwoordelijkheid’ neemt als hij gekozen wordt. Dat is volwassen, hoewel je nooit weet hoelang hij die verantwoordelijkheid neemt. Lijstduwers zijn vaak geen blijvertjes in de raad. Maar de meeste lijstduwers nemen hun verantwoordelijkheid helemaal niet. Ze weten nu al dat ze hun zetel nooit gaan innemen! Sommigen zeggen dat ook.’

Buitenkansje
Van Holsteijn ageert al jaren tegen de valse kandidatuur. Veel heeft het niet uitgehaald, want bij de komende gemeenteraadsverkiezingen loopt het weer de spuigaten uit. ‘Ik denk dat het meer gebeurt dan bij de laatste verkiezingen, misschien omdat de partijen wat reuring en media-aandacht zoeken. Veel partijen denken ook dat kiezers worden aangetrokken door personen.’

Maar volgens hem is het de vraag of lijstduwers electoraal veel in de melk brokkelen. ‘Ik ben met een collega bezig systematisch uit te zoeken of lijstduwers stemmen trekken. Dat valt reuze mee; of tegen, net wat je wilt. Partijen verwachten er meer van dan ze bij de verkiezingen realiseren. Onderzoek wijst keer op keer uit dat kiezers veel meer gaan voor de ideeën en plannen dan voor de personen.’

Een andere electorale ergernis van Van Holsteijn is de landelijke politici die zich in de aanloop naar de raadsverkiezingen prominent in de provincie melden. ‘Haagse politici moeten liever wegblijven bij de lokale campagnes. Het zijn gemeenteraadsverkiezingen. Laat de serieuze lokale kandidaten met elkaar de strijd aangaan over lokale kwesties en hun oplossingen daarvoor. Over grote landelijke kwesties gaat het immers niet bij de raadsverkiezingen.

Landelijke politici bemoeien zich met plaatselijke campagnes omdat ze denken dat raadsverkiezingen veel zeggen over hoe het landelijk gaat. Dat overschatten ze hopeloos. Of ze komen naar de gemeente omdat lokale politici het soms geweldig vinden om een bekende landelijke politicus op bezoek te hebben. Die kans is vooral groot in de weken voor de verkiezingen, en ja, dan laat je als lokale politicus of afdeling zo’n buitenkansje niet lopen.’ Je moet als lokale politicus eigenlijk geen landelijke politicus over de vloer willen hebben. Ze gooien alleen maar zand in de lokale machine. Ze zaaien onnodige verwarring, alsof het toch om landelijke thema’s zou gaan, meent hij.

‘Als je de gemeenteraadsverkiezingen serieus neemt, dan moet je het hebben over de kwesties die in jouw gemeenschap spelen. Wat is er op gemeentelijk niveau de afgelopen jaren wel en niet bereikt, en wat zijn de plannen voor de komende jaren? Daar moet de verkiezingscampagne over gaan, niet over de pensioengerechtigde leeftijd of het voltooide leven. Dat is belangrijk, maar daar gaat de gemeente niet over. Je kunt mijnheer Pechtold of mevrouw Schouten vervolgens op de markt wel wat laten zeggen over het gemeenschapshuis, maar daar gaan zij op hun beurt weer niet over.’

Het zou in de lokale campagnes volgens Joop van Holsteijn zeker moeten gaan over de gevolgen van de verschuiving van taken van het rijk naar de gemeenten. Niet in algemene termen, maar toegespitst op de eigen lokale samenleving. ‘Maar wat mij opvalt is dat dit onderwerp niet of nauwelijks aan bod komt’, zegt hij. ‘De lokale politiek is de afgelopen jaren in het dagelijks leven van heel veel mensen veel belangrijker geworden. Gemeenten hebben meer te doen en meer geld en diensten te verdelen, maar ik hoor weinig over hoe ze dat doen. Maakt het eigenlijk uit welke partij in het gemeentebestuur zit? Heeft de raad invloed op het beleid, en wat vinden we daarvan? Daar draait het om.’

De traditionele media maken zich, zo lijkt het, niet zo druk over de gevolgen van de taakverschuivingen en de inhoud van beleid, maar o wee als er iets aan de hand is met een kandidatenlijst. ‘Maar daar gaat het dus niet echt om. Ook niet als blijkt dat een lijsttrekker niet in de haak is’, zegt hij. ‘Het gaat eerst en vooral om de inhoud en veel minder om wie het doet. Het gaat om lokale zorg, om uitkeringen, om lokale voorzieningen. Het gaat niet om de lijsttrekker of de nummer zes van de PVV in Almere of Rotterdam, maar om wat de PVV in die gemeenten wil. Daar zou meer aandacht voor moeten zijn. Kiezers stemmen namelijk niet op koppies, maar bovenal op inhoud. Het gaat om het verhaal, niet om de verteller.’

Duidelijk gevaar
Als we bestuurlijk Nederland mogen geloven, is het verhaal van de raadsverkiezingen van 21 maart vooral het acute gevaar van ondermijning. Criminele infiltratie bij de raadsverkiezingen is ‘zeer denkbaar’, aldus lector ondermijning bij Avans Hogeschool in Tilburg Emile Kolthoff. Om de ondermijning een halt toe te kunnen roepen, zouden raadsleden en wethouders volgens oud-burgemeester van Brunssum Winants in Binnenlands Bestuur een schorsing van drie maanden aan hun broek moeten kunnen krijgen. De burgemeester zou volgens hem samen met de commissaris ook de benoeming van een wethouder moeten kunnen blokkeren.

Burgemeester Roolvink van Grave wil dat kandidaat-wethouders in ieder geval door de AIVD worden nagetrokken. Grof geschut dus om een duidelijk gevaar te keren. Van Holsteijn heeft geen slapeloze nachten van de ondermijning van het lokaal bestuur bij de raadsverkiezingen. Hij zegt: ‘Ik hoor een enkele anekdote en verontrustende verhalen, maar systematisch feitenmateriaal heb ik nog niet gezien. Er wordt voor problemen gevreesd en dat komt dan door de criminelen? Is dat al ergens structureel aan de orde? En heb je dan de gemeentelijke organisatie wel op orde? Ik zie nog weinig concrete voorbeelden die meer zijn dan geruchten, incidenten en anekdoten. In de beeldvorming wordt de ondermijning wel heel erg groot gemaakt. Zou dat komen omdat de politiek en de media liever spannende verhalen vertellen dan dat ze uitleggen wat de decentralisaties hebben betekend voor de gemeente?’


CV
Joop van Holsteijn (Kwintsheul, 1957) is neerlandicus en politicoloog. Hij is sinds midden jaren ‘80 verbonden aan het Instituut voor Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden. Hij promoveerde in 1994 in Leiden op Het woord is aan de kiezer; een beschouwing over verkiezingen en stemgedrag aan de hand van open vragen. Hij ontving daarvoor een jaar later de Jaarprijs Politicologie. Van Holsteijn publiceert met name over verkiezingen en stemgedrag, publieke opinie en opinieonderzoek, het referendum in Nederland, extreemrechts en politieke partijen en partijleden. Tevens doet hij onderzoek naar politieke tekeningen, waarover hij af en toe dubbellezingen houdt met tekenaar Joep Bertrams. Joop van Holsteijn is sinds juni 2005 bijzonder hoogleraar kiezersonderzoek en sinds 1 januari 2018 hoogleraar politiek gedrag en onderzoeksmethoden.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie