‘Het roer moet om op Bonaire’
Anjelica Cicilia had het prima voor elkaar in Nederland, maar de lokroep van Bonaire was onweerstaanbaar.

Anjelica Cicilia had het prima voor elkaar in Nederland, maar de lokroep van Bonaire was onweerstaanbaar. Razendsnel werd de ir. beëdigd als partijloos gedeputeerde. De bestuurscultuur op het flamingo-eiland moet veranderen. ‘Politieke kleur mag er niet toe doen.’
‘Anjelica, ik heb een plan, maar dat kan niet doorgaan zonder jou. Zou je hiernaartoe willen komen om ons eiland samen mooier te maken?’ Clark Abraham belt. De partijleider van de Partido Democrático Boneriano heeft baanbrekende plannen met Bonaire. Hij wil het flamingo- eiland in de Caribische Zee anders gaan besturen, maar daarvoor heeft hij wel het ‘nieuwe’ en partijloze gezicht van Anjelica Cicilia (46) nodig. Ze woont al jaren met plezier in onze moerasdelta aan de Noordzee en wordt in de vastgoedwereld gevierd als power woman.
‘Maar als er zo’n beroep op je wordt gedaan, dan kun je geen nee zeggen. Dat heeft te maken met mijn verantwoordelijkheidsgevoel, en ook met de vraag wat echt belangrijk is in het leven. Ik krijg de kans om iets goeds te doen voor mijn eiland’, zegt Cicilia vanuit Kralendijk.
Voor Cicilia komt het telefoontje van Abraham als een donderslag bij heldere hemel, maar voor de populairste politicus op Bonaire is het het sluitstuk van een politieke zet om korte metten te maken met de bestuurscultuur op het eiland. Op zijn initiatief stuurt de eilandsraad de drie bestuurders (gedeputeerden) met een motie van wantrouwen naar huis, en sluit de oppositieleider in een oogwenk een coalitieakkoord met M21 en het onafhankelijke raadslid Cyrill Vrolijk.
‘De Bonairiaan wordt op de eerste plaats gezet’, verklaart Abraham. Kennelijk was het daarvoor anders. Direct na het vallen van het college op 18 oktober, belt hij Cicilia in Rotterdam, op donderdagochtend bespreekt zij de smeekbede uit Bonaire met haar echtgenoot, vrijdagochtend zegt ze haar baan bij Achmea Real Estate op, en op zondag stapt ze in de KL767. Cicilia: ‘In afwachting van een verklaring omtrent het gedrag, die op vrijdag met spoed werd ingediend, zodat ik op dinsdag 24 oktober beëdigd kon worden.’
Aldus geschiedt, met steun van alle negen leden van de eilandsraad. Ook voor de benoeming van de niet (langer) partijgebonden Nina den Heyer is unanieme steun. (Abraham krijgt de steun van acht raadsleden.) ‘Het roer moet om op Bonaire, en daar is brede steun voor’, weet Cicilia, ‘met een toekomst voor het eiland die losstaat van de politieke kleur.’ Nu moet gezegd dat Cicilia weliswaar geen bekend gezicht was in politiek Bonaire, maar daarbuiten wel. Ze is van het eiland. Haar vader en moeder runden in Kaya Nikiboko Zuid in Kralendijk een winkeltje in groente en fruit.
Cicilia: ‘En ik ken Clark Abraham al mijn hele leven; we speelden vroeger samen buiten.’ Maar, zoals zo vaak gebeurt in Caribisch Nederland: Anjelica verlaat het eiland om haar geluk elders te beproeven. Op haar 16e vertrekt ze naar Curaçao om er bouwkunde en civiele techniek te gaan studeren, waarna ze urban planning doet in Delft en vervolgens haar executive MBA behaalt aan de Rotterdam School of Management. Cicilia wordt directeur/ urban planner bij KOW Architecten en in 2017 belandt ze bij Achmea Real Estate, waar ze haar carrière afsluit als directeur acquisitie & ontwikkeling.
Makamba
Als we elkaar spreken zit de gedeputeerde in haar lege werkkamer [zie foto]. De elektriciteit is weer eens uitgevallen op het eiland. Van Teams komt weinig terecht. De laptop staat droog. Een wereld verwijderd van Achmea. De deuren werken op elektriciteit, dus haar kamer kan ze ook niet uit. ‘Ja, via het balkon. Dat zegt ook wel iets over de bouwkunde op het eiland’, lacht de ingenieur en gedeputeerde voor ruimte en ontwikkeling. Zo was het, zo is het, maar als het aan Cicilia ligt, blijft het niet zo. ‘Ik weet heel goed dat dat een strijd wordt. Ik heb het voordeel dat ik het eiland ken. Ik ken de eilandcultuur, ik weet hoe de mensen hier werken en welke maniertjes ze hebben.
Ik zal moeten dealen met de snelheid
Nu zit ik nog in een roller coaster en moet ik enorm veel in mij opnemen en allerlei stappen overwegen, maar waar ik straks echt mee zal moeten dealen is de snelheid en de capaciteit op het eiland. Tegelijk is het aan mij als bestuurder om de Bonairianen uit te dagen en te inspireren om samen te zien waar en hoe het beter en efficiënter kan.’ Wat dat betreft heeft Abraham een Antilliaanse Nederlander binnengehaald (wat vast ook zijn bedoeling was).
Cicilia: ‘Na mijn beëdiging vertelde ik de eilandsraad –gekscherend dat ik ben getrouwd met een makamba – een Hollander in het Papiaments. Ik heb lang in Nederland gewoond en gewerkt, en heb affiniteit met de Nederlandse mentaliteit. Dat zit zo: ik ben half Antilliaans en half Portugees. Mijn moeder was een ondernemende Portugese vrouw. Je moest niet met haar dollen. Discipline, hard werken voor de kost, ambitie tonen. Zo ben ik opgevoed. Dus toen ik naar Nederland verhuisde, had ik weinig moeite om te wennen aan het leven daar. Ik moest wél wennen aan de taal, en ik ben er na al die jaren nog steeds niet aan gewend. Ik spreek vijf talen vloeiend, maar het Nederlands is een pain in the ass. Een taal zonder enige logica: de tafel, de stoel, het raam.
Waarom?’ Wat een geluk dat het Nederlands op Bonaire alleen de taal van de documenten is. Papiaments is niet alleen op straat maar ook in de eilandsraad en binnen het bestuurscollege de voertaal. ‘Ik krijg nog steeds complimenten over mijn Papiaments, maar het was wel even wennen. In het jargon, de politiek-bestuurlijke taal, was ik niet thuis.’
Expert
Cicilia is binnengehaald als partijloos expert, en dat vindt de nieuwbakken gedeputeerde een groot voordeel. ‘Ik ben niet gebonden aan een coalitie die op basis van kleuren dit eiland bestuurt. Als expert kan ik zeggen: we hebben met elkaar unaniem op vijftig punten een bestuursakkoord afgesproken en als expert vind ik dat we dít moeten doen. Ik kan op de inhoud discussiëren.’ Haar portefeuille ruimte en ontwikkeling is daarbij wel één van de lastigste, vreest gedeputeerde Cicilia. ‘Beleid en wetgeving zijn achterhaald. De bouwverordening waarmee we moeten werken stamt uit 1961. Er is wel een herziening geweest in 1994, maar die was heel beperkt.
De huidige regels bieden veel ruimte voor eigen interpretatie. We zijn daardoor in het verleden te laks met onze gebouwde omgeving omgegaan. Waardevolle monumentale panden zijn gesloopt, en de nieuwbouw heeft weinig bijgedragen aan ons erfgoed. Dat kun je niet terugdraaien, maar je kunt er wel voor zorgen dat het vanaf nu anders gaat. Er moet niet alleen beter worden nagedacht over de architectuur, maar ook over de openbare ruimte en de inrichting van de infrastructuur. Er is hier onwijs veel werk te doen.’
En waar zijn de hulptroepen? Wethouders die in Nederland de boel overnemen nadat het vorige college is gevallen, komen in een gespreid bedje terecht. Dossiers worden overgedragen, (beleids)ambtenaren staan de nieuwe bestuurders bij. Business as usual. Nee, dan Bonaire. Cicilia: ‘Ik kom in een gebouw, en ik heb helemaal niks. Geen staf, geen e-mailadres, geen laptop. Niemand neemt de telefoon op. Ik heb vier werkplekken voor mensen die ik moet aannemen voor mijn bureau. Ik ben door mijn kennissenlijst gelopen en heb inmiddels twee adviseurs van Bonaire aangenomen. Maar dat is natuurlijk supermis aan het systeem. Er moet toch een ambtelijk apparaat zijn dat los van de gedeputeerden zijn werk doet?’
Omdat het openbaar lichaam Bonaire vakkundigheid ontbeert, werkten voorgaande besturen graag met zogenoemde overeenkomsten van opdracht, waarbij zelfstandigen werken voor het openbaar lichaam. Omdat ze niet anders konden, en omdat het gebruik was.
Vriendjespolitiek is direct herkenbaar
Gedeputeerde Cicilia: ‘Als je de kennis niet in huis hebt, dan kan ik begrijpen dat je die inhuurt, maar het moet niet de basis van je organisatie zijn. Ik ben consultant geweest, dus ik weet goed hoe aantrekkelijk dat advieswerk is. Ben je eenmaal binnen, dan zorg je ervoor dat de opdracht zoooolang mogelijk doorgaat. Dat moet echt anders. De basis moet op orde zijn. We moeten zelf binnen onze organisatie structureel kennis en ervaring opbouwen. Dat is het nadeel van zo’n klein eiland: vriendjespolitiek is onmiddellijk herkenbaar. In Nederland is natuurlijk ook vriendjespolitiek, maar het valt minder op.
Op het kleine Bonaire is het direct duidelijk. Jij hebt op mij gestemd? Dan moet ik iets doen wat jij wil. Die cultuur moet veranderen. Jij hebt op mij gestemd omdat je mij vertrouwt en laat me mijn werk doen.’ En dat in samenwerking met vakkundige ambtenaren die carrière kunnen maken bij het openbaar lichaam Bonaire. Nu is dat niet zo. Cicilia: ‘Stel, dit college valt morgen, dan gaan alle medewerkers van de bureaus van de gedeputeerden naar huis. Na een paar maanden stopt hun salaris. Ze hebben geen job-zekerheid. Daar willen we ook vanaf. Ik wil niet iemand binnenhalen die straks geen werk meer heeft omdat ik naar huis word gestuurd. We willen één bureau van gedeputeerden – meervoud. Een algemene bestuursdienst die zich ondersteund voelt en los van de politieke kleur veilig zijn werk kan doen.’
Cicilia zou willen dat die ambtenaren Bonairianen zijn. ‘Op Bonaire doen academici nu werk op mbo-niveau omdat er onvoldoende jobs zijn. De jobs moeten er zeker komen in de bestuursdienst, die ook open moet staan voor hoogopgeleide Bonairianen uit Nederland. Ik hoop dat zij het aandurven om, net als ik, hun hart te volgen en ons komen helpen. Ik zal ze met open armen ontvangen.’
Liefde
Cicilia weet het wel zeker: die cultuurverandering bij het openbaar lichaam komt er niet zonder slag of stoot. Zonder zich ermee te bemoeien, zou Nederland het nieuwe Bonairiaanse bestuur een handje kunnen helpen. Gedeputeerde Cicilia: ‘Ik denk dat Nederland dat wil. Er is heel veel liefde voor dit eiland, vanuit de overheid en vanuit de politiek. Ik zie dat terug in de invoering van een sociaal minimum per 1 juli volgend jaar in Caribisch Nederland. Ik denk alleen dat de bestuurders op Bonaire in het verleden niet zo openstonden voor duurzame samenwerking.
De cultuur was: de Nederlander komt hier en vertelt ons wat we moeten doen. Zijn we te dom, of zo? Kunnen we het zelf niet? Dat hebben we heel lang kunnen gebruiken om te doen wat wij dachten dat goed was voor het eiland. Het draaide ook om de ego’s en de eigen politieke kleur.’ Dat (wederzijdse) wantrouwen is nergens goed voor, vindt gedeputeerde Cicilia. ‘Ik heb in Nederland gewoond, ik ken de Nederlanders door en door. Ik ben zoals ik de eilandsraad vertelde met een echte makamba getrouwd. Ik weet dat Den Haag Bonaire als bijzondere gemeente graag verder wil helpen, maar wij op Bonaire moeten wel de regie houden. Dat kan alleen als wij als bestuurders Den Haag een overtuigende visie presenteren.’
CV
Anjelica Cicilia (Kralendijk, Bonaire, 1977) studeerde van 1994 tot 1999 bouwkunde en civiele techniek aan de Universiteit van Curaçao en daarna tot 2003 urban planning aan de TU in Delft. Van 2000 tot 2006 was ze projectmanager bij 3D Blueprint Technologies. Van 2006 tot 2010 was Cicilia commercieel directeur/urban planner bij KOW Architecten. In 2009 werd ze uitverkozen tot bouwvrouw van het jaar. In 2014 behaalde Cicilia haar executive MBA aan de Rotterdam School of Management, en ontving ze in een jaar later de leadership award voor uitmuntend leiderschap. Van 2004 tot 2023 was ze lecturer urban development and planning aan de Hogeschool Rotterdam. In 2017 begon Cicilia bij Achmea Real Estate, waar ze bij haar vertrek naar Bonaire directeur acquisitie & ontwikkeling was. Anjelica Cicilia werd op 24 oktober 2023 op Bonaire beëdigd als gedeputeerde voor ruimte en ontwikkeling.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.