Handje geven
Soms blijk je als journalist, tot je eigen verrassing, de aanblazer van een klein politiekjournalistiek stormpje. Mij overkwam dat toen een kleine passage in een lang stuk dat ik voor het M-Magazine van NRC Handelsblad geschreven had over het linkse gemeentebestuur van Amsterdam, onverwacht tot commotie in de gemeenteraad leidde, tot voorpaginanieuws in de Telegraaf en tot een verklarend optreden van burgemeester Job Cohen bij Pauw en Witteman.
Die kleine passage beschreef, terloops, een ervaring die ik opdeed toen ik samen met wethouder Lodewijk Asscher in Slotervaart op bezoek ging bij de straatcoaches. In ons gezelschap bevond zich ook een vrouwelijke assistent van de wethouder. Zij werd vlak voordat we op pad gingen geïnstrueerd dat ze een van de straatcoaches, een royaal met hoofdhaar bedekte islamiet, geen hand moest geven omdat die jongen dat gebaar van zijn geloof niet mocht beantwoorden. De assistente beloofde dat ze haar handen thuis zou houden. Dat was het.
In de gemeenteraad liet de oppositie die kans niet lopen. Namens het CDA sprak de fractievoorzitter Maurice Limmen er schande van dat het overheidsdienaren in Amsterdam toegestaan wordt om zich niet naar onze normen te schikken. Namens D66 voegde fractievoorzitter Ivar Manuel er nog een paar scherpe terechtwijzingen aan toe. Hoe zat het dan als betrokkene bezwaar had tegen homo's? Waar lag de grens eigenlijk? Waarom maakten wij gezonde Hollanders ons zo makkelijk ondergeschikt aan hun ongezonde intolerantie?
Het stormpje ontstak pas goed toen burgemeester Cohen geen zware veroordeling over de betreffende straatcoach uitsprak, maar hem in bescherming nam. Het was, vond de burgemeester, ook een vorm van respect als wij gezonde Hollanders rekening hielden met gewoontes die we op zichzelf niet delen. Daar hoorde de Telegraaf zozeer van op dat de krant Cohen een dag later op de voorpagina uitvoerig kapittelde. De kwestie werd principieel behandeld als een manifeste uitglijer van de verzoenende Amsterdamse theedrinker.
Zelf keek ik er met enige verbazing naar. Blijkbaar raakt het afwijkend gedrag van andersdenkende medeburgers in het huidige debatklimaat een open zenuw. Bij Pauw en Witteman deed Job Cohen andermaal uit de doeken dat de betreffende straatcoach zijn werk uitstekend verricht en dat hij zijn bezoekers, ook de vrouw in het gezelschap, respectvol te woord gestaan had. Dat laatste kan ik bevestigen. Los van die niet gegeven hand bleek de baardige jongeman een uitermate beleefd persoon die op alle gestelde vragen keurig en naar beste vermogen antwoord gaf.
En toch vond ik de ervaring de moeite waard om hem in mijn artikel te vermelden, want er zit inderdaad een licht onrustig makend kantje aan. Ik weet eigenlijk wel zeker dat de weigering om een vrouw een hand te geven onderdeel is van het, onder islamjongeren sterk toenemende, streven om, zoals ze dat zelf zeggen, een 'perfecte moslim' te worden. In dat streven schuilt ook een afwending van de maatschappij waarin ze hun dagen doorbrengen. En wellicht is het toch niet zo heel gelukkig wanneer de overheid zich bedient van medewerkers die zich met algemeen geaccepteerde en door diezelfde overheid uitgedragen waarden als emancipatie, gelijkheid tussen man en vrouw en integratie niet kunnen verenigen.
Ondertussen is het ook aan de handweigeraar persoonlijk te danken dat de overlast waarmee zoveel jonge Marokkaantjes hun omgeving in de Amsterdamse tuinsteden opzadelen, nog enigszins binnen de perken gehouden kan worden. Hij en zijn collega straatcoaches claimen voor een wijk als Osdorp een afname van de straatterreur met 49 procent. Misschien geldt hier het aloude adagium volgens hetwelk je boeven het beste met boeven vangt mutatis mutandis voor moslims die beter dan anderen hun herkomst- en geloofsgenootjes in de gaten kunnen houden. Kortom: er wringt iets.
De vraag is niet of de benadering van Cohen respectvol is, de vraag is of hij dat respect niet te ver doordrijft. En of hij zich dusdoende niet vervreemdt van zijn burgers die minder dan hij boodschap hebben aan rust en orde. Uiteindelijk moeten overheidsdienaren toch maar liever hun religieuze hebbelijkheden tot hun vrije tijd beperken.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.