‘Dit is een voorbeeld waarvan ik zeg: dit had op een eerder moment aanpak gevraagd’, zegt burgemeester Meinema van het Brabantse dorp Budel-Dorplein. ‘Dan was er wellicht geen steen door de ruit gegaan, nee.’ Dit weekend dwong Meinema de plaatselijke theetuin van Jorine Berndsen te sluiten. De theetuin, die een ‘oase van rust’ wilde zijn, was de laatste maanden onderwerp van aanhoudende burentwist.
Gedoogbeleid faalt bij theetuin in Budel-Dorplein
Een oase van rust moest het zijn, de theetuin in het Brabantse dorp Budel-Dorplein. Maar het werd een bron van irritatie en dorpstwisten.
Grap
Toen Berndsen de theetuin zes jaar geleden begon, ging het om twee, drie tafeltjes. ‘Gewoon voor de grap’, zegt zij. ‘Ik schonk een kopje thee en bakte er een taartje bij.’ Zo’n onschuldig initiatief wordt in Brabantse gemeenten oogluikend toegestaan, beaamt de burgemeester. ‘Met een centenbakje erbij en daar valt wel ’s wat in.’ Hij wist niet precies wat zich in de theetuin afspeelde.
Aanwinst
Maar de buren stoorden zich aan het toegenomen verkeer en beklaagden zich. Een wethouder ging bij Berndsen op bezoek. ‘Ze vonden het wel een aanwinst voor het dorp’, herinnert Berndsen zich. Met de wethouder stelde ze een aantal regels op. ‘Onduidelijke afspraken’, zegt de uitbaatster achteraf. ‘Over de openingstijden, de borden, hoeveel zitplaatsen erbij waren.’
Grieven
Waar Berndsen het signaal van de gemeente opvatte als aansporing om een website te beginnen en high tea arrangementen aan te bieden, hadden de buren nu argumenten om hun grieven kracht bij te zetten. De sfeer werd grimmig. De buren klommen over het hek om het aantal zitplaatsen te controleren. Er vloog een baksteen door het raam.
Commercieel
Pas toen greep de burgemeester in. De omstreden oase van rust had een ‘duidelijk commercieel karakter’, en dat was ‘niet in overeenstemming met het bestemmingsplan’, concludeerde hij. Jorines Theetuin moest sluiten.
Optreden
Een betreurenswaardige gang van zaken, zegt hij nu. ‘Een ruime interpretatie van de regelgeving vraagt van de overheid een bepaalde alertheid, en van de burger dat hij zich houdt aan de grenzen van het betamelijke. Als men die grenzen opzoekt, is er ergens een moment waar dat fout loopt. We moeten niet het hele leven willen regelen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Het is gewoon uit de hand gelopen en dan moet iemand optreden. En dat is in dit geval de overheid.’ Maar Berndsen heeft 150 handtekeningen verzameld bij wijze van steunbetuiging. Die wil ze de gemeente nog eens aan gaan bieden.