Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken gelooft niet dat gemeenten als gevolg van de decentralisaties afkoersen op een gezamenlijk tekort van 4,8 miljard euro in 2018.
Plasterk: vrees miljardentekort gemeenten ongegrond
Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken gelooft niet dat gemeenten als gevolg van de decentralisaties afkoersen op een gezamenlijk tekort…
Onlangs voorspelde het Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (Coelo) deze sombere financiële toekomst voor gemeenten. Bij ongewijzigd beleid zouden de gemeentelijke uitgaven tot 2018 met 14 procent stijgen, terwijl gemeenten hun inkomsten in diezelfde periode met hooguit 9 procent zien toenemen. Binnenlands Bestuur berichtte daar op 8 januari over.
Budget decentralisatie voldoende
In antwoord op Kamervragen van 50-plus antwoordt minister Plasterk te verwachten dat de financiële ruimte van gemeenten zich de komende jaren weliswaar negatief zal ontwikkelen, maar niet verder dan een min van 1,8 miljard euro. Hij ziet geen reden af te wijken van dat in de Miljoenennota genoemde tekort. ‘Een groot verschil met de rapportage van het Coelo is dat het kabinet uitgaat van de veronderstelling dat ten aanzien van de decentralisaties de inkomsten en uitgaven zich vergelijkbaar zullen ontwikkelen en daarmee geen invloed zullen hebben op de financiële ruimte van gemeenten. Het kabinet gaat er vanuit dat de budgetten die gemeenten ontvangen voor de decentralisaties voldoende zijn om de nieuwe taken in het sociaal domein uit te voeren’, aldus de PvdA-bewindsman
Kosten dalen door integrale aanpak
Dat komt volgens hem mede doordat voor de nieuwe taken in het sociaal domein geldt dat gemeenten die op een andere manier gaan uitvoeren dan tot 2015 het geval was. ‘Gemeenten krijgen veel beleidsvrijheid en beschikken over nieuwe instrumenten voor de uitvoering van deze taken. Door direct met burgers in gesprek te gaan kunnen gemeenten maatwerk leveren. Ook kunnen gemeenten de nieuwe taken van de decentralisaties in samenhang uitvoeren. Door integraal en efficiënt te werken zullen de kosten daarmee dalen.’
Grote verschillen in zorgniveau
De conclusie van het Coelo dat gemeenten na de bezuinigingen en efficiencyslagen van de afgelopen jaren weinig anders kunnen dan in de komende jaren te bezuinigen in het sociale domein deelt de minister dan ook niet. En als ze al moeten bezuinigen, is het volgens Plasterk aan de lokale democratie op welke terreinen dat gebeurt. Ook als dat leidt tot grote verschillen in het zorgniveau. ‘Een logisch gevolg van decentralisatie is dat er verschillen in de uitvoering ontstaan tussen gemeenten. Het is in eerste instantie aan de lokale politiek om keuzes te maken over de uitvoering van gemeentelijke taken, inclusief de taken in het sociaal domein’, aldus Plasterk. Uiteraard zullen gemeenten zich aan de wet houden. ‘De wet bepaalt in die zin ook de ondergrens’, zegt hij.
Reacties: 6
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Hij zegt dus: gemeentes hoeven dat tekort (van 4,8) niet te lopen als ze de uitgaven verlagen, zoals ook de bedoeling is van de bezuiniging die wij hen opleggen. Als ze zelf meer willen doen, of moeten doen omdat dat van de wet moet, mogen ze dat zelf oplossen.
Als je het zo stelt, dan klopt het. Maar dat gaat voorbij aan de bezuiniging (lees: verlaging van de Rijksbijdragen want de lasten gaan niet omlaag) die het Rijk oplegt waar juist de studie van Coelo over gaat.
Het blijft eigenaardig dat het Rijk taken overhevelt naar gemeenten, waarbij ze niet de middelen krijgen die het Rijk zelf tot voor kort ter beschikking stelde voor deze taken, ervan uitgaande dat gemeenten deze taken (in de toekomst) efficiënter kunnen uitvoeren. Feitelijk geeft het Rijk hiermee aan dat het zelf niet in staat is deze taken efficiënt uit te voeren. Diezelfde gemeenten moeten ook nog in het overgangsjaar 2015 de reeds aangegane verplichtingen (van het Rijk) respecteren. Vrijwel alle gemeenten (ook grote) moeten met elkaar samenwerken, omdat ze deze taken niet zelfstandig kunnen uitvoeren (niet efficiënt c.q. te kostbaar).
Het Rijk zou geen taken moeten overhevelen naar gemeenten als vantevoren vast staat dat een (gemiddelde) gemeente deze taken niet zelfstandig (of beter: op een doelmatige manier) kan uitvoeren. Moet je eigenlijk een voorziening als de gesloten jeugdzorg wel willen overhevelen naar een gemeente gelet op de financiële risico's? En zo ja, zou een specifieke rijksuitkering niet passender zijn als financieringsmiddel?
Als de optimale schaal van een voorziening niet past bij de schaal waarnaar de voorziening wordt overgeheveld is er geen sprake van een opimale voorziening (decentralisatie-theorema Oates). Gemeenten gaan a.g.v. deze nieuwe taken (min of meer noodgedwongen) nieuwe samenwerkingsverbanden aan, wat weer leidt tot bestuurlijke verdichting en de gemeenteraden meer op afstand komen te staan.
De vrijheid van gemeenten om zelf inkomsten te verwerven is - zeker nu met de forse verliezen in de grondexploitaties en het verplicht schatkistbankieren - is beperkt, ook in internationaal perspectief.
Gemeenten bevinden zich financieel gezien in een steeds strakker keurslijf, waarbij de lasten voor een belangrijk deel vast staan en ze voor de baten in belangrijke mate afhankelijk zijn van de rijksfinanciën (met name het Gemeentefonds waar zo nu en dan een ordinaire greep uit wordt gedaan dan wel geen compensatie voor extra kosten wordt gedaan door het Rijk, korting onderwijshuisvesting, korting vermindering politieke ambtsdragers wordt niet gecorrigeerd, geen compensatie drank- en horeacawet, opschalingskorting).
Deze meneer wordt niet voor niets de minister van ongedane zaken genoemd.
Er is maar 1 manier om deze en andere gevaarlijk slechte bestuurders keihard voor het blok te zetten: zie je tekort onder ogen en wijzig de begroting 2015. Nu! Hoe langer een gemeente daarmee wacht, des te langer het rijk kan ontkennen dat er een probleem is. Alsof het rijk zelf binnen de begroting bleef. Ze hebben verdorie niet ééns betrouwbare info over de cliënten kunnen leveren!
Gemeenten blijven veel te veel hangen in softe overlegvormen en diplomatie. Terwijl het rijk zelf keihard voor zichzelf en Brussel gaat.
Bij gewijzigde cijfers is er voor het kabinet geen escape meer: het CPB en CBS moeten zich baseren op formeel vastgestelde gemeentebegrotingen en IV3.
Voor zover er gemeenten zijn die tekorten hebben wordt dit vooral veroorzaakt door slecht financieel beleid. Die gemeenten moeten dan ook maar zelf op de blaren zitten. Deze gemeenten moeten vooral eens de hand in eigen boezem steken, in plaats van maar steeds met een beschuldigend vingertje om zich heen te wijzen als ze weer eens een tekort hebben. In zoverre eindelijk weer eens een verstandige opmerking vanuit dit Kabinet.
Plasterk daar zit nu juist je onkunde. Je weet het niet en roept maar wat.