Het vertrouwen in instituties is in 2020 vergeleken met de jaren daarvoor gestegen, vooral het vertrouwen in de Tweede Kamer nam toe, tot 53 procent. Wel is er wat de Tweede Kamer betreft sprake van een grillig patroon. In 2021 kelderde dat vertrouwen weer tot 35 procent.
Jojo-patroon in vertrouwen Tweede Kamer
Sinds de corona-uitbraak is het vertrouwen van Nederlanders in de Europese Unie gestegen. Dat geldt ook voor rechters, politie en leger.

Dat blijkt uit het onderzoek ‘Sociale samenhang en welzijn’ van het CBS, dat sinds 2012 onder ruim 75.000 personen van 15 jaar of ouder is gehouden. Er is een duidelijke stijging te zien in het vertrouwen in instituties. Dat is in 2020 op alle fronten gestegen, vooral in de Tweede Kamer en politici. Het grootste vertrouwen is er in politie, rechters en leger. Een minderheid heeft vertrouwen in media, ambtenaren en de Europese Unie.
Coronacrisis
Cijfers van 2021 tonen aan dat de ontwikkeling in het vertrouwen in instituties, met uitzondering van de Tweede Kamer, politici en ambtenaren, ten opzichte van 2020 stabiel is gebleven of verder is gestegen. Dat geldt vooral voor het vertrouwen in de pers en de Europese Unie. Wel loopt over de hele linie het vertrouwen iets terug in het derde kwartaal van 2020 en het tweede kwartaal van 2021. De toename in het vertrouwen bij de aanvang van de coronacrisis, gaat echter niet verloren.
Ambtenaren en pers
Ten opzichte van de situatie voorafgaande aan de pandemie treedt aan het begin van de crisis een sterke stijging op in het vertrouwen in ambtenaren: van 44 naar 53 procent. In 2021 zakt dit weer in en eindigt iets boven het vertrouwen van voor de crisis. De aanvankelijk sterke groei van het vertrouwen in de pers, wordt in 2021 doorgetrokken naar een stijging met 10 procentpunt ten opzichte van voor de crisis. Ook bij het vertrouwen in ambtenaren en de pers is een lichte afname te zien in het derde kwartaal van 2020 en het tweede kwartaal van 2021.
Europese Unie
Het vertrouwen in de Tweede Kamer kent het meest grillige patroon. Aan het begin van de crisis treedt er een forse toename op, van 44 naar 58 procent. In het derde kwartaal van 2020 zakt dit politieke vertrouwen in naar 52 procent, waarna het in het vierde kwartaal stijgt naar 58 procent. In 2021 daalt het politieke vertrouwen echter sterk en komt met 35 procent zelfs tot onder het niveau van voor de pandemie terecht.
Een daarmee vergelijkbaar, maar minder grillig, patroon is te zien bij het vertrouwen in politici: eerst een stijging in het tweede kwartaal van 2020 en daarna een daling in het derde kwartaal en, na een lichte stijging in het vierde kwartaal, een verdere afname naar beneden het niveau van voor de crisis.
Bij het begin van de pandemie heeft bijna de helft van de 15-plussers vertrouwen in de Europese Unie, een stijging met 4 procentpunt ten opzichte van het eerste kwartaal. Dat blijft zo in de rest van 2020 om vervolgens door te groeien naar 56 procent in het eerste kwartaal van 2021. Daarna daalt het weer iets, maar blijft met 52 procent ver boven het niveau van voor de pandemie.
