Corporaties akkoord met Belastingdienst

Winstheffing
De overeenkomst regelt de details van de winstheffing en gaat gelden voor iedere woningcorporatie die zich bij de overeenkomst aansluit. Wie de overeenkomst niet tekent, zal zelf met de Belastingdienst om tafel moeten om afspraken te maken over de winstafdracht. Daarin zit hem dan ook het voordeel van de overeenkomst, licht Aedes-woordvoerder Eric Bosman toe. ‘De uitvoering van de vennootschapsbelasting is in een standaardovereenkomst uitgewerkt. Dat scheelt de corporaties een hoop gedoe en tijd.’ Volgens Aedes zijn er financieel gunstige afspraken gemaakt over onderwerpen die in de wet nog niet waren vastgelegd. Bijvoorbeeld over tussenvormen, waarbij de woning gedeeltelijk wordt gekocht en gedeeltelijk wordt verhuurd.

Optelsom
De principiële bezwaren tegen de uitbreiding van de vennootschapsbelasting die minister Wouter Bos vorig jaar oplegde, blijven onveranderd. Bos breidde de heffingsgrondslag van de winstbelasting uit. Aanvankelijk betaalden corporaties alleen winst over onderdelen van de bedrijfsvoering die daadwerkelijk commerciële activiteiten behelsden. Nu moeten ze winstheffing afdragen over de hele optelsom van de winst. Naar schatting zijn de corporaties jaarlijks in totaal een half miljard aan deze heffing kwijt.

Kwaad bloed
Die maatregel zette veel kwaad bloed in de branche. Bosman: ‘Het kabinet vindt namelijk ook de sociale pijler van de woningcorporaties belangrijk en verwacht dat ze investeren in de wijkaanpak. Dat is met elkaar in strijd.’ Voor enkele corporaties was de belastingmaatregel destijds reden om aan te kondigen uit het bestel van woningcorporaties te stappen. De Ommense corporatie De Veste voert hierover bij de Raad van State nog een rechtzaak waarin de weigering van de minister van VROM om uittreding toe te staat wordt aangevochten.

Technische uitwerking
Bosman verwacht niet dat die onvrede over de belastingmaatregel verdwijnt nu er een overeenkomst is met de Belastingdienst. ‘Het gaat puur om de technische uitwerking. We hebben nu eenmaal met deze heffing te maken. Dan is het zaak om de uitvoering ervan zo goed mogelijk te regelen.’