Alleen samen krijgen we Nederland in beweging

Een jaar geleden uitte kabinet-Rutte III de ambitie dat in 2040 minimaal 75% van de Nederlanders voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Zij moeten tenminste 5 dagen in de week 30 minuten matig intensief bewegen. Met het huidige beleid gaan we deze ambitieuze doelstelling niet halen. Het roer moet dus radicaal om, zien Nathan Stukker en Bas van der Heijden, managing consultants bij BMC. ‘We moeten beginnen met het versterken van de sportsector. Pas daarna kun je sport preventief inzetten.’

Iedereen weet dat het belangrijk is om voldoende te sporten en bewegen. En niet alleen voor je persoonlijke gezondheid. Als we met z’n allen niet méér gaan bewegen, stijgen de zorgkosten in Nederland tot ongekende hoogte. ‘De doelstelling van het kabinet stelt ons voor een grote uitdaging’, aldus Nathan Stukker. ‘Vorig jaar voldeed namelijk nog maar 53% van de volwassenen aan de beweegnorm. En we zien dat Nederlanders door de stijgende kosten nu juist minder gaan sporten. Willen we het doel halen, dan moeten we een andere koers gaan varen.’

Versterken van sportsector randvoorwaarde

Die nieuwe koers begint bij het versterken van de sportsector, stelt Bas van der Heijden. ‘Nog altijd is het sportveld een belangrijke plek waar mensen elkaar ontmoeten en plezier beleven aan het sporten en bewegen. Dat sportplezier moet voorop staan om mensen mee te krijgen.’ ‘Er zijn drie manieren om de sportsector te versterken’, vult Stukker aan. ‘Het ondersteunen van verenigingen en door professionalisering van de sport, aandacht voor kaderontwikkeling en scholing van bestuurders en trainers, en het omarmen van sporten buiten traditioneel verenigingsverband.’

Van doel naar middel

Als we de sportsector, waar sporten het doel is, versterken, hebben we een sterke basis om sport ook als middel in te zetten bij de preventie van gezondheidsklachten. Daar ligt een taak voor gemeenten. Stukker: ‘Zij onderhouden al relaties met het onderwijs, welzijnsorganisaties, zorgpartijen en sportverenigingen. En met de nieuwe brede SPUK (specifieke uitkering) krijgen zij meer mogelijkheden om integraal te sturen om zo de sociale basis te versterken. Als het lukt om met alle partijen per dorp of wijk een gerichte agenda op te stellen, kunnen we daar met elkaar veranderingen in gang zetten. Samen en dichtbij in de eigen omgeving zijn we tot veel meer in staat dan ieder afzonderlijk.’

Gemeente als netwerkregisseur

Het investeren in de sport- en preventieakkoorden was een goede eerste stap, aldus Van der Heijden. ‘Het is nu zaak om door te pakken. Dat betekent een verschuiving van de rol van gemeenten: van beleidsmaker naar netwerkregisseur. De overheid zet de grote lijnen uit en schept de voorwaarden. De lokale partners brengen het vervolgens in de wijken in de praktijk. Dat is dé manier om mensen gezond in beweging te krijgen en te houden.’

Meer weten over de visie van BMC op sport? Lees een uitgebreide versie van dit artikel op de website van BMC