De hoofdklus van minister Plasterk bij het aantreden van dit kabinet: terugdringing van het aantal gemeenten en provincies en opheffing van de waterschappen Er is louter nog plek voor 100.000+ gemeenten en maximaal 5 landsdelen in plaats van 12 provincies. Anderhalf jaar later is de harde conclusie dat de PvdA-bewindsman zijn karwei niet geklaard krijgt op Binnenlandse Zaken (BZK).
Gezakt als hervormer
De hoofdklus van minister Plasterk bij het aantreden van dit kabinet: terugdringing van het aantal gemeenten en provincies en opheffing van…
De fusie van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland staat bovenaan de agenda van de minister van BZK bij het aantreden van het Rutte II, najaar 2012. Binnen een half jaar ziet Plasterk zich echter gedwongen de gemeentelijke opschalingsoperatie in de ijskast te zetten. In maart 2013 laat hij de 100.000-eis vallen, als gemeenten maar kunnen aantonen dat ze hun taken en bijbehorende financiële risico’s aankunnen. Die knieval maakt hij na veel verzet van de gemeenten.
De provincies, zo is vanaf het allereerste begin al duidelijk, staan ook niet te springen om een samenvoeging. Vooralsnog zet Plasterk door. Hoe serieus hij is, laat hij zien door geen vaste opvolger te benoemen voor de vertrekkend Utrechtse commissaris van de Koningin. Daarvoor in de plaats komt een waarnemer, omdat het volgens de minister bar weinig zin heeft een nieuwe commissaris voor 6 jaar te benoemen als de provincie per 2015 niet meer bestaat.
Precies een jaar geleden besluit het kabinet de provinciefusie toch maar een jaar uit te stellen, naar 1 januari 2016. Direct na de zomer van 2013 spreken Noord-Holland en Utrecht zich uit tegen de fusie, omdat ze door Plasterk niet zijn overtuigd van nut en noodzaak van het samengaan. Een fusie vinden ze alleen de moeite als ze meer macht krijgen in de vorm van zeggenschap over alle wegen, vaarwegen, het spoor, geluidhinder, natuurbeheer en de samenwerking tussen gemeenten.
Plasterk past begin dit jaar vervolgens zijn plannen aan. Friesland, Noord-Brabant en Limburg mogen wat hem betreft zelfstandig blijven, voor de rest is het op vrijwillige basis. Collega-minister Schultz van Haegen meldt vrijwel tegelijkertijd dat de waterschappen blijven bestaan. Intussen blijkt Plasterk met betrekking tot de superprovincie in het noordelijk deel van de Randstad geen centimeter draagvlak heeft gewonnen, ook niet na een promotour door die provincies. Noord-Holland, Utrecht en Flevoland hebben deze week laten weten definitief te volharden in hun verzet tegen het fusieplan.
Veel bewindslieden gingen Plasterk voor met grootse plannen voor de herinrichting van het binnenlands bestuur. Niemand van hen slaagde ooit in die opzet. Wat dat betreft, is het geen schande dat het ook deze minister niet lukt. Voor Plasterk zelf is het wel zuur. Waar zijn collega’s met veel kunst- en vliegwerk en handig dealen en whealen hun plannen in wetten weten om te zetten, lijkt hij compleet met lege handen te staan. Op het coördinerend ministerschap voor de drie decentralisaties na, heeft hij niet veel meer bijzonders in zijn boodschappenmandje zitten. Theoretisch is het natuurlijk nog mogelijk tegen de zin van de provincies in zijn wetsvoorstel door te drukken. Maar de kans dat hij het door de huidige Eerste Kamer krijgt, is bij zo weinig draagvlak zo goed als nihil. Om over de volgend jaar nieuw te vormen senaat nog maar te zwijgen.
Reacties: 3
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
De verdienste van Plasterk is dat hij al die bestuurslagen heeft gemobibliseerd, zodat ze gedwongen werden om nog eens goed onder woorden te brengen wat hun bestaansrecht is.
Het plan om bestuurlijke eenheden louter uit financiële overwegingen samen te voegen of op te laten gaan in andere, bestaande een heden is gebaseerd op een geloofsovertuiging, niet op een doortimmerde integrale analyse van het huidige systeem.
Het enigste wat Ronald kan is erotisch dansen op een bootje. Soortgenoten laten kwijlen met zijn 007 hoedje. Kanaalridders.
Echt beroerd gaat het niet bij onze Oosterburen. En dat met 12.000!!! Burgemeesters. Waarom willen sommigen terug naar maximaal 160 Nederlandse burgermoeders en vaders. Wellicht is er een openbaar document die deze keuze kan onderbouwen. Veel dank voor een suggestie.