Pas op voor de bevlogen ambtenaar
Bevlogenheid in je werk is heel erg belangrijk. De Nijmeegse promovendus Rick Borst schreef er een proefschrift over met kort gezegd als centrale vraag wat nu bepaalt of ambtenaren bevlogen zijn en wat voor gevolgen dat heeft. Hij ontdekte op basis van onderzoek onder ruim 26.000 ambtenaren dat het fenomeen in de publieke sector relatief veel voorkomt. Verreweg het meest bevlogen personeel is te vinden in de semi-publieke sectoren onderwijs en zorg.

Geen betere ambtenaren dan bevlogen ambtenaren. Meer nog dan in de publieke sector wemelt het ervan in de semi-publieke sectoren zorg en onderwijs. Ideaal toch? ‘Niet zonder meer, je kunt als medewerker ook te bevlogen zijn’, waarschuwt de Nijmeegse promovendus Rick Borst.
Bevlogenheid in je werk is heel erg belangrijk. Borst schreef er een proefschrift over met kort gezegd als centrale vraag wat nu bepaalt of ambtenaren bevlogen zijn en wat voor gevolgen dat heeft. Hij ontdekte op basis van onderzoek onder ruim 26.000 ambtenaren dat het fenomeen in de publieke sector relatief veel voorkomt. Verreweg het meest bevlogen personeel is te vinden in de semi-publieke sectoren onderwijs en zorg.
De bevlogenheid van semi-publieke werknemers schuilt vooral in hun persoonlijke compassie en de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de samenleving. ‘Er wordt gewerkt vanuit compassie: het bijbrengen van kennis en het verzorgen. In beide branches is er sprake van lange-termijncontacten met cliënten. Waarom dat belangrijk is? Omdat je dan het resultaat van je werk terugziet.’
Eigen belang
Borst stelt in zijn onderzoek vast dat de bevlogenheid voor het werk bij bijvoorbeeld gemeenteambtenaren en agenten lager ligt dan bij hun semi-publieke collega’s. ‘Hun bevlogenheid is rationeler ingegeven’, zegt Borst. De gemeente- en rijksambtenaar blijkt veel meer vanuit eigen belang te handelen: een bijdrage te kunnen leveren aan het beleid en de politieke macht. De bevlogenheid van de medewerker uit de semipublieke sector komt vooral voort uit de mate van zinvolheid die hij zijn werk toedicht.
Zijn bevindingen zijn met name belangrijk voor organisaties die op zoek zijn naar manieren om ervoor te zorgen dat hun mensen (meer) bevlogen zijn. Een van de belangrijkste conclusies is dat de professionele trots, als belangrijk onderdeel van bevlogenheid, van ambtenaren nauwelijks kan worden beïnvloed door de geijkte HRM-instrumenten. ‘Die trots wordt in hoge mate bepaald door de werkomgeving en persoonlijke ervaringen met betrekking tot het werk. Dat betekent eigenlijk dat trots een gemoedstoestand is die nauwelijks kan worden beïnvloed door prikkels van buitenaf’, stelt hij.
Goed gevoel
Anders gezegd, extra voordelen in de vorm van bijvoorbeeld secundaire arbeidsvoorwaarden hebben nauwelijks effect op de werkhouding en prestaties van ambtenaren. Het draait vooral om de werkomgeving: goede relaties met leidinggevenden en collega’s en motivatie voor de openbare dienstverlening en een goed gevoel over het imago.
Om professionele trots en inherent de prestaties van overheidsdienaren te vergroten, zou HRM zich volgens Borst daarom vooral faciliterend moeten opstellen. Daarbij gaat het om het creëren van een HRM-systeem in samenspraak met de ambtenaar in plaats van top-down opgelegd. ‘Daarbij is de leiderschapsstijl an sich niet zo belangrijk. Het gaat om de boodschap die ervan uitgaat: hoe het wordt ervaren. Andere factoren zijn belangrijker dan leiderschap. Daarbij is autonomie de crux. Plezier op microniveau. Zelfsturend vermogen, samenwerking met collega’s. Salaris? Dat doet er niet zoveel toe. Het heeft in elk geval nihil effect op bevlogenheid. Let wel: in de publieke sector. In de private sector doet dat er wel toe’, zegt hij. ‘De link met presteren is daar groter.’
Werkverslaving
In zijn onderzoek deed Rick Borst een andere, en met name voor HRM, interessante bevinding. ‘Aan bevlogenheid kleeft doorgaans een positieve connotatie. Zeker in de publieke sector wordt bevlogenheid in die zin zo ongeveer als het walhalla gezien. Ja, toewijding, trots, dat wil je wel. Maar er zit ook een dark side aan, een verhouding met workaholism oftewel werkverslaving’, waarschuwt hij. ‘Er wordt veel geklaagd over werkdruk, met name in het onderwijs. Werkdruk is slecht voor de gezondheid en de prestaties. Maar ik denk dat werkdruk in die zin te eng wordt gedefinieerd. Ik denk dat het beter is om te stellen dat er bij werkdruk altijd direct naar een schuldige buiten de persoon zelf wordt gekeken die dat veroorzaakt. Maar mensen doen het soms zichzelf ook aan, met name de bevlogen types. Een bijgevolg van bevlogenheid is het moeilijk of niet kunnen aangeven van grenzen en altijd maar doorgaan. Dus of bevlogenheid nu wel zo’n hoera-begrip is?’
Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 16 van deze week (inlog)
Reacties: 9
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als bestuurskundige zou je dat op arm getatoeëerd moeten hebben staan ;-). Stap over je eigen struggle heen en zie het in een breder perspectief. Dat is wat Rick doet...Mooie analyse m.i., voer voor de HR afdelingen van (lagere) overheidsinstanties
In mijn eerdere reactie werd slechts aangegeven dat voor een beoordeling van de (juiste) mate van bevlogenheid beide perspectieven bekend dienen te zijn - van cliënt of sector, en van de semi publieke ambtenaar. Uitmondend in de suggestie de nood in de genoemde sectoren zorg en onderwijs meer van nabij te leren kennen. Mogelijk wordt de compassie van ambtenaren in de semi publieke sector dan anders, meer vanuit maatschappelijk perspectief begrepen. Maar inderdaad.. overal waar 'te' voor staat, vormt een risico