De HR-monitor 2012 biedt wederom een unieke kijk op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de sector waterschappen. Deze samenvatting zet de belangrijkste ontwikkelingen op een rij.
Werkgelegenheid daalde iets
De bezetting van waterschappen is met 225 personen afgenomen tot 11.868, waarvan 935 bij een aan een waterschap gelieerde instelling. Omgerekend in FTE gaat het om 11.082. Het aantal werknemers in de sector waterschappen is daarmee in twee jaar tijd met 1,9 procent gedaald. De effecten van de vergrijzing en ontgroening bij waterschappen zijn duidelijk zichtbaar als gekeken wordt naar de ontwikkeling van de bezetting de afgelopen jaren. De bezetting is weer ouder geworden.
De gemiddelde leeftijd is opnieuw met 0,8 jaar gestegen tot 46,5 jaar en het aantal 55-plussers bedroeg in 2012 bijna 3.000. Deze ontwikkeling is ook goed zichtbaar in het groeiend aantal medewerkers met lange dienstverbanden. Inmiddels zijn zes op de tien langer dan 10 jaar in dienst. Zeker in vergelijking met de rest van de beroepsbevolking loopt de sector waterschappen daarmee stevig uit de pas.
De sector waterschappen is duidelijk een mannenwereld. In 2012 is 72 procent van de werknemers in de sector een man. Slechts 28 procent is van het vrouwelijke geslacht. Het aantal vrouwen in de sector is ook stabiel gebleven ten opzichte van 2010. Het aantal vrouwelijke leidinggevende nam wel toe.
Arbeidsmarkt gaat op slot
De crisis en de toegenomen aandacht voor bezuinigingen bij de overheid in het algemeen leiden er toe dat de arbeidsmarkt op slot komt te zitten. Er komt nog maar een beperkt aantal mensen bij en er gaan veel minder mensen op eigen initiatief weg.
Het instroompercentage bedroeg in 2008 nog 9,4 procent, nu is dat meer dan gehalveerd tot 4,1 procent. Het uitstroompercentage daalde in dezelfde periode van 8,0 procent naar 4,7 procent.
Degenen die uitstromen zijn voornamelijk oudere medewerkers die met pensioen gaan. In 2008 waren de meeste uitstromers tussen de 35 en 45. Inmiddels is de grootste groep uitstromers 60- plusser. Het aantal openstaande vacatures aan het einde van het jaar is opnieuw gedaald. In 2012 waren er in de sector ongeveer 850 vacatures, wat neerkomt op 7,2 procent van het totaal aantal werknemers. In 2010 lag het percentage op 8,9 procent en in 2008 nog op 10,3 procent. Gezien het teruglopen van het instroompercentage was dit ook te verwachten.
Opvallend daarbij is dat het grote aantal technische uitvoeringsfuncties. In 2010 werden ook veel technische functies gevraagd, maar dit keer ligt veel meer de nadruk op de uitvoeringsfuncties in plaats van beleidsfuncties. De waterschappen hebben echter geen enkel probleem om deze functies in te vullen.
Andere aandachtspunten
De instroom van starters gebeurt nauwelijks in de sector. In vergelijking met 2010 is wel het aantal stagiairs en trainees toegenomen. Desondanks leiden deze inspanningen niet tot instroom van jongeren. Het aandeel werknemers onder de 25 jaar in de bezetting blijft steken op 1 procent. In de Nederlandse beroepsbevolking is het aandeel van die groep 11 procent.
Een ander aandachtspunt zijn de teruglopende uitgaven aan opleiding en ontwikkeling van medewerkers. In 2010 werd nog 3,2 procent van de loonsom uitgegeven aan opleiding en ontwikkeling, nu is dat 2,4 procent. Juist nu het waarborgen van de inzetbaarheid van medewerkers steeds belangrijker wordt, zou een stijging in de uitgaven aan opleiding en ontwikkeling voor de hand liggen.
In tegenstelling tot de landelijke trend is in de sector waterschappen het ziekteverzuim de afgelopen twee jaar gestegen. Weliswaar licht (van 4,1 naar 4,2 procent), maar toch vormt het een belangrijk aandachtspunt omdat slechte economische omstandigheden vaak leiden tot een lager ziekteverzuimpercentage. Ook is er in de sector steeds minder plaats voor arbeidsongeschikten. In 2010 had ongeveer 80 procent van de waterschappen arbeidsongeschikten in dienst, nu is dat ongeveer 75 procent. Ook het gemiddeld aantal arbeidsongeschikten in dienst nam flink af. Mede in het licht van wellicht een toekomstig arbeidsgehandicapten quotum, is dit daarom ook een aandachtspunt.
Gevolgen voor de komende jaren
De vergrijzing en ontgroening in de bezetting bepalen in hoge mate de HRM-agenda voor de komende jaren. Management/organisatieontwikkeling, leeftijdbeleid en strategische personeelsplanning (SPP) worden door waterschappen ook als belangrijkste thema’s voor het komend jaar genoemd. Het laatste thema, SPP, lijkt ook steeds meer op de kaart te komen. In 2012 heeft 46 procent van de waterschappen een vorm van SPP ingevoerd, terwijl in 2010 dit nog maar 28 procent was.
Tot slot, bestaat het gevaar dat er een “generatieconflict” bij waterschappen ontstaat. De grote groep oudere (mannelijke) medewerkers met lange dienstverbanden komt steeds meer tegenover de nieuw ingestroomde jongere medewerkers met wellicht meer tijdelijke dienstverbanden te staan. Hun belangen komen steeds meer uit elkaar te liggen. Het zal voor waterschappen een uitdaging zijn beide groepen aan de organisatie te binden.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1 Inleiding
2 Werkgelegenheid
3 In-, door- en uitstroom
4 Beloning en arbeidsvoorwaarden
5 Personeelsbeleid
6 Veilige Publieke Taak
7 Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid