De steeds grotere aantallen urgentieaanvragen kosten gemeenten en woningcorporaties heel wat hoofdbrekens. Door een tekort van ruim 400.000 woningen - waarvan bijna 100.000 in de sociale sector - is de druk op de Nederlandse woningmarkt groot. Het is voor vrijwel iedereen die nu een woning zoekt lastig. Maar als je tot een groep behoort die snél een woning nodig heeft, dan sta je al gauw drie nul achter. Denk aan iemand die in scheiding ligt, ex-gedetineerden, mensen met een ggz-achtergrond, daklozen en statushouders. Iedereen verdient een kans, want een plek om te wonen is immers een grondrecht. Maar hoe kan je het in een tijd van schaarste verkopen dat kwetsbare burgers voorrang krijgen op woningtoewijzing? Hoe is begeleiding geregeld als het mis gaat?
Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten om samen met woningcorporaties en maatschappelijke organisaties invulling te geven aan beleid en de uitvoering daarvan. Dat blijkt in de praktijk soms lastig. Met een urgentieverklaring kunnen woningzoekenden in een noodsituatie soms voorrang krijgen. Een aanvraag voor zo’n verklaring moet door gemeenten binnen de wettelijke termijn van acht weken worden afgehandeld. Veel dossiers zijn ingewikkeld en taal is steeds vaker een drempel voor aanvragers. En hoe ga je om met het groeiend aantal aanvragen van mensen die eigenlijk weinig kans maken op urgentie? Hoe houd je een ingewikkeld proces begrijpelijk en uitvoerbaar voor je eigen medewerkers, maar ook voor aanvragers? Is het duidelijk waar zij met hun (aan)vragen terecht kunnen? Hoe verzeker je mensen van goede dienstverlening die online toegankelijk én klantvriendelijk is? Kortom, een complex speelveld waarin een efficiënt en transparant urgentieproces het uitgangspunt moet zijn, zonder daarbij de menselijke maat uit het oog te verliezen.
Deze whitepaper geeft een blik op de belangrijkste uitdagingen waar gemeenten tegenaan lopen én tips hoe ze deze kunnen aanpakken.