Advertentie
sociaal / Nieuws

Zware kritiek op inburgering

De Adviesraad Diversiteit en Integratie in Amsterdam leverde deze week zware kritiek op het inburgeringsstelsel.

26 maart 2010

De inmiddels afgetreden minister Van der Laan (Integratie, PvdA) krijgt er flink van langs in het rapport Het Waterloo van de inburgering – een advies over een zinloze politieke strijd. Volgens het adviesorgaan, dat gevraagd en ongevraagd haar mening kan geven aan het Amsterdamse stadsbestuur, berust het landelijke inburgeringsbeleid op drijfzand omdat niemand weet hoeveel inburgeraars er eigenlijk zijn.

 

‘De berekening van aantallen deugt niet, noch in Nederland, noch per gemeente. De grondslag voor het door de minister gepresenteerde beleid ontbreekt. Zijn verwijten aan het adres van gemeenten zijn nergens op gebaseerd’, oordeelt de adviesraad.

 

Vanuit het Rijk klinkt al maanden dat gemeenten te weinig moeite doen om inburgeraars op cursus te krijgen. Tal van gemeenten stellen daar tegenover dat er veel minder mensen met een inburgeringsverplichting zijn, dan het Rijk aanneemt. Degenen die wel een cursus nodig hebben maar daartoe niet verplicht kunnen worden, zijn maar moeilijk tot vrijwillige deelname te bewegen, stellen de gemeenten.

 

De Amsterdamse adviesraad, die al eerder adviezen uitbracht over het inburgeren, noemt het een ‘gotspe dat in een land van hoogopgeleiden de chaos der getallen en definities ongestoord vele jaren blijft bestaan’. De ‘opgezette diensten, de ingehuurde externen en de aanbieders hebben alle belang bij het voortbestaan van de huidige situatie’, stelt de adviesraad onomwonden. Het aantal nieuwkomers daalt en dat zou moeten leiden tot een ‘overzichtelijke registratie en een verkleining van het apparaat’.

 

In de praktijk is dat echter lastig, stelde Ankie Verlaan, voorzitter van de adviesraad, bij de presentatie van het rapport. ‘Voor alle partijen is dit stelsel toch hun inkomen. Het is moeilijk om het anders in te richten als je daardoor zelf buitenspel komt te staan’.

 

Chaos

 

De adviesraad schetst een beeld van de inburgering als een ‘rommelig potje tafeltennis’, waarbij onderwijs aan immigranten in de loop der jaren ‘van departement naar departement is doorgeschoven’: van CRM (later VWS) naar OC&W, toen naar Binnenlandse Zaken, vervolgens naar Justitie, naar VROM en uiteindelijk WWI (Wonen, Wijken & Integratie). Ook werden de beschikbare budgetten telkens onder andere wetten geschoven (WEB, WIN, WI en nu het Participatiefonds). Dat ‘roerige beleid’ heeft geleid tot de ‘chaos van getallen en definities’.

 

Zo geeft het CBS in 2001 aan dat er nog 251.000 oudkomers moeten inburgeren, in 2005 is er sprake van 464.800 ‘te scholen oudkomers’ en in 2006 is dat weer gedaald tot 250.000. Ook in Amsterdam variëren de cijfers van 22.000 in 2002, via 100.000 in 2005 naar 5.800 in 2009. In menige telling blijken leerplichtigen meegerekend, die via het reguliere onderwijs inburgeren. Ook worden sinds enkele jaren de termen ‘inburgeringsbehoeftigen’ en ‘oudkomers’ naast elkaar gebruikt. Verder kunnen cursisten meerdere trajecten volgen, hetgeen de statistische verwarring alleen maar vergroot.

 

In 2008 zegt de dienst Onderzoek+Statistiek van Amsterdam hardop dat de aantallen niet exact zijn vast te stellen. De adviesraad houdt het er op dat er tussen 1999 en 2009 in Amsterdam 90.587 cursussen zijn gevolgd. Ook het in kaart brengen van de overheadkosten noemt de adviesraad ‘niet simpel’ omdat elke stad het anders organiseert.

 

Ondanks het dalende aantal personen dat nog moet inburgeren, daalt het aantal ambtenaren dat zich met de inburgering bezighoudt echter niet. In Amsterdam is het aantal zelfs gegroeid, tot 142 personen. Met inhuur van externen meegeteld besteedt de hoofdstad in 2010 in totaal 13 miljoen euro aan ‘ambtenarij rond inburgering’, becijfert de adviesraad.

 

Onmenselijk

 

Prestaties van gemeenten blijven voortdurend achter bij landelijke prognoses, maar in plaats van na te gaan of de verwachtingen wel op reële cijfers stoelen, oordeelde de minister ‘snel en snoeihard dat de opleiders en de gemeenten hun beloften niet na komen’, aldus de analyse.

 

De raad verwijst naar publicaties van Binnenlands Bestuur over de ‘non-commissie’ Winsemius, zoals de adviesgroep rond deze oud-minister werd genoemd. Winsemius stelde al in 2008 vast dat er veel minder inburgeringsplichtigen waren dan het BPI (Bestand Potentiëel Inburgeringsplichtigen) aangeeft.

 

‘Inschatting is dat uiteindelijk slechts drievijfde feitelijk inburgeringsplichtig is. Sommige gemeenten zijn al door hun bestand heen’, berichtte de ‘noncommissie’ waarvan voormalig gemeentesecretaris van Amsterdam Erik Gerritsen ook deel uitmaakte.

 

De Amsterdamse interim-wethouder voor inburgering Ossel zei bij het in ontvangst nemen van de bevindingen van de adviesraad dat het ‘een beetje lastig is welke onderdelen precies zijn bedoeld voor Den Haag en welke voor de gemeente’. B en W moet binnen 2 maanden met een reactie komen.

 

Aanbevelingen adviesraad
  • Eerst moeten de juiste aantallen worden vastgesteld, waarna een passend aanbod wordt ontworpen. 

     

  • Oudere en laaggeschoolde oudkomers moeten worden vrijgesteld van het verplichte inburgeringsexamen omdat het voor hen toch onhaalbaar is. Hen eerst drie keer laten zakken en dan pas vrijstellen noemt de adviesraad ‘onmenselijk’.

     

  • Schrap meteen de inburgeringsplicht die door ‘gebrek aan kennis’ is opgelegd aan allerlei hoogopgeleiden en werkenden.

     

  • De gemeente beperkt zich tot centrale registratie, laat de rest (voorlichting, intake, assessment) over aan de aanbieders.

     

  • Bekostiging op basis van lesuren en aanwezigheid cursisten.

     

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie