sociaal / Partnerbijdrage

Breed Offensief: stap naar meer harmonisatie

Gemeenten kunnen meer beleid zelf harmoniseren. We moeten de ongelijkheid onder ogen zien.

17 januari 2023
Header

Het Breed Offensief is een belangrijke stap naar minder versobering en meer harmonisatie in het sociaal domein. Maar gemeenten zouden meer beleid zélf kunnen harmoniseren dan ze nu doen. “We moeten de ongelijkheid onder ogen zien”, vindt Wim Eiselin in zijn blog.

In het sociaal domein is al tientallen jaren een tendens van versobering zichtbaar. En nu groeit dan eindelijk het besef dat die versobering hier en daar té ver is doorgeschoten. Want door de jaren heen zijn allerlei drempels opgeworpen. Gemeenten zijn daardoor soms terughoudend in het plaatsen van mensen met een beperking, bijvoorbeeld om hoge kosten te voorkomen. Ook inwoners zelf ervaren drempels, bijvoorbeeld omdat ze te weinig hulp ervaren.

Met het nieuwe wetsontwerp wil de landelijke overheid die drempels slechten. Het wetsontwerp kent 8 maatregelen in de Participatiewet die ik liever ‘verbeteringen’ noem. Want na 40 jaar van versoberingen ontvouwt zich nu een positieve nieuwe situatie. Op basis van deze verbeteringen kunnen gemeenten een gunstiger beleid voeren, waardoor ze zich minder hoeven te beroepen op bestuursakkoorden. Een verbetering kan je immers met terugwerkende kracht toepassen. Dat is in het belang van inwoners en werkgevers én van de gemeente zelf.

Kostendelersnorm en inkomstenvrijlating

Per 1 januari 2023 zijn de eerste 3 verbeteringen van kracht:

  • De leeftijdsgrens voor de kostendelersnorm is verschoven van 21 naar 27 jaar. Dit om te voorkomen dat jongeren uit huis gaan en daardoor dakloos raken. Daarbij ligt, zo blijkt uit de toelichting, de nadruk meer op maatwerk. Stel dat er sprake is van mantelzorg door iemand die bij de cliënt inwoont, wat is dan het effect van de kostendelersnorm? Goed nieuws dus voor inwoners.
  • De nieuwe minimale vrijlating in de Participatiewet van inkomsten uit arbeid (van 15% voor 12 maanden) voor mensen uit de doelgroep loonkostensubsidie hangt niet af van het oordeel van de gemeente. Er is ook een verlengingsmogelijkheid.
  • Gemeenten mogen iemand uit de doelgroep loonkostensubsidie een premie geven, ook als de cliënt jonger is dan 27 jaar. Dat is positief, want zij zijn voor hulp sterk afhankelijk van de gemeente.

Nóg 5 verbeteringen

De overige 5 verbeteringen gaan in per 1 juli 2023. Ik zet ze kort op een rij:

  • Voor jongeren uit de doelgroep loonkostensubsidie geldt dan niet meer de zoekperiode van 4 weken voordat ze bijstand kunnen aanvragen. Gemeenten moeten hen de hulp bieden die tot nu toe alleen mogelijk was voor mensen van 27 jaar en ouder. Het gaat om hulp die bijdraagt aan meer kansen op werk.
  • Er komt meer inkomenszekerheid voor mensen uit de doelgroep loonkostensubsidie, omdat de gemeente het werkaanbod niet meer mag beperken tot deeltijdwerk. Dit voorkomt dat zij wel uit de bijstand komen, maar niet het minimumloon verdienen. De cliënt kan wel zelf kiezen voor deeltijdwerk.
  • Er komt een wettelijk recht op een jobcoach. Blijkt uit het advies van een deskundige dat iemand een jobcoach nodig heeft? Dan moet de gemeente die beschikbaar stellen. Dit hangt dus niet meer af van het gemeentelijk beleid. Fijn ook voor werkgevers die behoefte hebben aan eenduidigheid.
  • De gemeente moet een betere aanvraagmogelijkheid van loonkostensubsidie gaan bieden, én heeft een beslistermijn van 5 weken zodra de loonwaarde bekend is (of niet nodig is). De beslistermijn is nu nog 8 weken vanaf het moment dat de aanvraag op papier staat. Het is afwachten hoe dit in de praktijk uitpakt. Want juist bij deze doelgroep is de starttermijn vaak onduidelijk en wordt de beslistermijn niet altijd gevolgd.
  • Er komt meer uitvoeringscoördinatie tussen gemeenten en UWV. Dit door het invoeren van een preferent administratief proces loonkostensubsidie met landelijk te hanteren termijnen. En met brieven en beschikkingen die gemeenten kunnen gebruiken. Het preferente werkproces is ontwikkeld door De Normaalste Zaak (netwerk van werkgevers) en de Programmaraad.

Ongelijkheid onder ogen zien

De wet ‘uitvoeren breed offensief’ grijpt in op de gemeentelijke coördinatie en harmoniseert de uitvoering van de loonkostensubsidie door gemeenten. Maar gemeenten kunnen ook zélf meer spontaan aan harmonisatie doen. Want beleidsvrijheid is goed, maar we moeten wel de ongelijkheid onder ogen zien. Inwoners begrijpen niet waarom ze in de ene gemeente een andere behandeling krijgen dan in de andere. Als de woonplaats de enige reden is voor een andere behandeling, ervaren inwoners dit al gauw als inbreuk op de rechtseenheid. Bovendien is bijstand een landelijk en grondwettelijk recht.

Neem de smartengeldvergoeding. De ene gemeente laat een derde vrij, de andere gemeente twee derde. De Sociale Verzekeringsbank doet het wéér anders. Een ander voorbeeld is de giftenvrijlating. Om de Participatiewet ‘in balans te brengen’ denkt het Rijk aan een landelijk beleid waarbij bijstandsgerechtigden jaarlijks 1200 euro aan giften mogen krijgen.

Gelijkheid als belangrijk principe

Gemeenten zijn heel goed in staat zelf te harmoniseren. Want als dat in regionaal verband mogelijk is, waarom dan niet landelijk? Het begint bij de wil. En met het bewustzijn dat gelijkheid een belangrijk principe is en dat de verschillen acceptabel moeten zijn voor inwoners. Mensen met een uitkering voelen die verschillen het ergst. De Nationale Ombudsman wijst in ‘Watertrappelen in de bijstand’ op de grote verschillen tussen gemeenten in de uitkeringen die jongeren krijgen.

Omgekeerd medebewind

Het is tijd om het medebewind te moderniseren en de verschillen tussen gemeenten (en SVB) te verminderen. Dit past in de gedachte van het omgekeerd medebewind (zie de VNG Strategie 2030). Hierbij signaleren gemeenten maatschappelijke problemen. Ze lossen die waar mogelijk op en voeden het Rijk met de randvoorwaarden die daarvoor nodig zijn. Het Rijk sluit dan aan, bijvoorbeeld met wetgeving. Dan maak je als gemeente zélf de stap vooruit in plaats van dat je afwacht. Het voordeel van deze categoriale toepassing van artikel 18 is ook dat financiering in macro-opzicht is geregeld via de BUIG-gelden. Het gaat immers om algemene bijstand.

Handreiking Breed Offensief

Gemeenten hóeven niet tot 1 juli te wachten om verbeteringen uit het Breed Offensief in te voeren. Immers, die zijn in het belang van inwoners. Maar hóe implementeer je? Dat kan met behulp van de Handreiking Breed Offensief, die Stimulansz schreef in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Hierin staan handvatten en inspiratie voor beleidskeuzes en uitvoering. Ook bevat deze modelbrieven en modelbeschikkingen, uitgewerkte voorbeeldsituaties bij de wijzigingen in de kostendelersnorm en praktijkvragen en -antwoorden loonkostensubsidie bij verhuizing.

Download de Handreiking Breed Offensief hier

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.