Venlo krijgt meeste geld uit ‘stroppenpot’

Van de 88 gemeenten die geld uit de ‘stroppenpot’ hadden aangevraagd ter dekking van de tekorten op de Wmo en jeugdzorg, krijgen 77 gemeenten geld. Zij hebben samen een tekort van een krappe 490 miljoen euro. Er is eenmalig 200 miljoen euro beschikbaar.

Tekort

Venlo krijgt met een bedrag van ruim 21,7 miljoen euro het meeste geld van de 77 gemeenten, gevolgd door Eindhoven die een krappe 21,7 miljoen euro krijgt. Dat blijkt uit de verdeling van het Fonds tekortgemeenten. De stad had bijna 29 miljoen euro aangevraagd. Leeuwarden, die een aanvraag had ingediend voor 27,5 miljoen euro, krijgt bijna 21 miljoen euro. De gemeente keek over 2016 en 2017 tegen een tekort aan van 31,9 miljoen euro op de Wmo en jeugdhulp.

Minder

Maastricht krijgt 4 miljoen minder uit de stroppenpot dan de 16,3 miljoen euro die was aangevraagd. Zoetermeer krijgt met 4 miljoen de helft van het gevraagde bedrag. Oisterwijk wilde ruim acht ton uit de stroppenpot hebben en krijgt iets meer dan 73.000 euro.

Drempel

Om voor het fonds tekortgemeenten in aanmerking te komen, moest sprake zijn van een gecumuleerd tekort van 20 euro per inwoner over zowel 2016 en 2017. Als die drempel van 40 euro wordt gehaald, zou in principe het gehele tekort worden gecompenseerd. Het tekort van de 77 gemeenten boven die drempel is bijna 308 miljoen euro. Vooraf is afgesproken als er meer aanvragen worden gedaan dan er geld in de pot zit, met een staffel zou worden gewerkt. Dat is nu gebeurd. Gemeenten met grotere tekorten krijgen relatief meer compensatie.

Aanzienlijke tekorten

Het feit dat de stroppenpot fors overtekend is, ‘laat zien dat de tekorten in het sociaal domein aanzienlijk zijn’, stelt de VNG. Daarbij tekent de gemeentekoepel aan dat het alleen gaat om tekorten op nieuwe taken Jeugd en Wmo die in 2016 en 2017, die bovendien boven 40 euro per inwoner uitkwamen. ‘Er zijn veel meer gemeenten die tekorten hebben, maar in deze jaren niet boven deze drempel komen’, aldus de VNG.

Lege handen

Achtkarspelen, Borne, Borsele, Dalfsen, Eemnes, Hof van Twente, Rhenen, Simpelveld, Stede Broec, Terneuzen en Westerveld hadden wel een aanvraag ingediend, maar krijgen geen geld uit het fonds. In een aantal gevallen bleek na toetsing de drempel niet te worden gehaald. Een aantal van hen heeft volgens de VNG een aanvraag ingediend om een signaal af te geven dat er grote tekorten zijn, ondanks dat ze wisten niet aan de toekenningscriteria zouden voldoen. Dat hebben ook andere gemeenten gedaan, zonder een aanvraag in te dienen.