Advertentie
sociaal / Nieuws

Samenwerking Wmo staat nog niet op scherp

Nauwe samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders en -verzekeraars is een kritische succesfactor in een geslaagde overheveling van taken van de Awbz naar de Wmo 2015. In de praktijk komt die noodzakelijke samenwerking onvoldoende van de grond. Dat blijkt uit onderzoek van kenniscentrum Vilans dat in opdracht van het ministerie van VWS is gemaakt.

13 maart 2014

Verregaande samenwerking tussen gemeenten, zorgaanbieders en -verzekeraars is een kritische succesfactor in een geslaagde overheveling van taken van de Awbz naar de Wmo 2015. In de praktijk komt die noodzakelijke samenwerking onvoldoende van de grond. 

Geen ontschotting

Dit concludeert Vilans op basis van onderzoek naar de lokale samenwerkingsvormen tussen gemeenten en organisaties in de langdurige zorg. De werelden van gemeente en zorgaanbieders blijken nog sterk gescheiden. Van ontschotting of samensmelting is weinig te merken. Dit komt deels door de verschillen in belangen tussen gemeenten en zorgaanbieders, stelt Vilans. Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd.


Nieuwe samenwerkingsvormen

Voor het onderzoek interviewde Vilans − het kenniscentrum voor langdurende zorg −, wethouders, bestuurders, directeuren managers en professionals van zorgaanbieders, zorgverzekeraars en gemeenten in de regio’s Alkmaar, Almere, Den Bosch, Leiden, Utrecht, Twente en Zeeuws-Vlaanderen. De onderzoekers wilden weten hoe gemeenten, welzijns- en zorgaanbieders zich op de nieuwe taken voorbereiden en of en hoe op welke wijze zorgverzekeraars daarop aansluiten. Ook werd in kaart gebracht op welke manier burgerkracht en burgerinitiatieven worden benut om tot nieuwe samenwerkingsvormen te komen. Tot slot werd gevraagd naar de organisatievorm.


Concretisering ontbreekt

Samenwerken staat nog ‘niet op scherp’ bij gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders, zo blijkt uit het onderzoek. De betrokken partijen zijn het qua visie vaak eens, maar dat resulteert nog niet in concrete invulling op lokaal niveau. De verschillende belangen tussen gemeente en zorgaanbieders onderling maken dit vraagstuk complex. Vilans spreekt van een ‘prisoners dilemma’.


Inkoopmethode

De wijze waarop gemeenten hun opdrachtgeversrol invullen zorgt voor spanning bij veel zorgaanbieders. Elke gemeente denkt bijvoorbeeld zelf na over onder meer de inkoopmethode, ontwikkeling van wijkscans en organisatievorm. Het feitelijke zorgproces is nog onderbelicht. Kaders en beleidslijnen zijn vaak al wel vastgelegd, maar concretisering ontbreekt. Daar moet nu echt werk van worden gemaakt, benadrukken de onderzoekers. Het is hen opgevallen dat gemeenten 2015 en 2016 als overgangsfase willen gebruiken. Iedereen worstelt met hoe de krimp te realiseren en toch kwaliteit en continuïteit te leveren, zo is de onderzoekers opgevallen. ‘Het afbouwen van delen van de verzorgingsstaat is nieuw voor Nederland. Samen optrekken, samen voor verliezen opdraaien en samen de pijn verdelen is de uitdaging én de zorg die breed gedeeld wordt’, aldus het rapport.


Boven eigen belang uitstijgen

Samenwerken bij de transitie zorg is onontbeerlijk. Alle betrokken partijen moeten boven hun eigen belangen en gezichtspunten uitstijgen en de handen ineen slaan, benadrukken de onderzoekers. In een poging hieraan bij te dragen, gaat Vilans de boer op om met het hele veld op vijf thema’s aan concretisering te werken. Bekostiging, besturing en beheersing is daar een van. Ook organisatie van integrale uitvoering en opdrachtgever- en opdrachtnemerschap zijn onderwerpen die daarbij aan bod komen. 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie