Advertentie
sociaal / Nieuws

Erkennen problemen 3D maakt weg vrij voor oplossing

Bestuurders en vertegenwoordigers van belangenorganisaties reageren op de enquête van Binnenlands Bestuur en het NCRV-programma Altijd Wat. Zij vinden dat er gewerkt moet worden aan oplossingen, en dat er niet op de rem moet worden geremd.

10 oktober 2014

De vrees die bij gemeenteambtenaren en -bestuurders bestaat voor een stroeve overgang of zelfs chaos bij het overhevelen van taken op het gebied van jeugd, zorg en werk is geen reden om nu op de rem te trappen. Als problemen worden erkend, kan constructief aan een oplossing worden gewerkt.

Dat zeggen bestuurders en vertegenwoordigers van belangenorganisaties in reactie op een enquête van Binnenlands Bestuur en het NCRV-programma Altijd Wat. Een overgrote meerderheid van de ambtenaren vreest dat de overgang in 2015 tot problemen zal leiden, zo blijkt uit die enquête (zie ook BB 19). Bijna de helft vindt zichzelf en/of de eigen gemeente slecht voorbereid. Bijna een kwart van de ondervraagde gemeenteambtenaren is van mening dat de operatie beter geheel of gedeeltelijk kan worden uitgesteld.

Een van de weinigen die uitstel bepleit, is Corrie van Brenk, voorzitter van Abvakabo FNV. ‘Er is sterk bezuinigd op gemeenteambtenaren, maar er komt heel veel werk bij.’ Een ‘recept voor ongeluk’, stelt Van Brenk. Ze raadt verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn (VWS, PvdA) aan bezuinigingen vertraagd in te voeren of de decentralisaties uit te stellen.

Haar evenknie bij CNV Publieke Zaak, Eric de Macker, voelt niet voor uitstel. ‘Het is belangrijk vooruit te kijken naar het einddoel; wat we met decentralisaties willen bereiken.’ Op korte termijn dreigt volgens hem ‘grote schade’. De Macker vindt dat Van Rijn zo nodig tijdelijk extra geld beschikbaar moet stellen.

Vuiltje
‘Het was in onze ogen zorgelijker geweest als uit de enquête naar voren was gekomen dat gemeenteambtenaren en -bestuurders geen vuiltje aan de lucht zien’, zegt woordvoerder Stijn Verbruggen van Jeugdzorg Nederland (JZN). Zijn organisatie drong eerder aan op een meerjarig overgangsregime. Uitstel van de transitie is om principiële en praktische redenen geen optie, vindt JZN. ‘Door alle betrokkenen zal hard gewerkt moeten worden aan pragmatische oplossingen voor alle knelpunten. Paradoxaal genoeg biedt de uitkomst van de enquête daarom zelfs hoop: als alle betrokkenen de problemen erkennen, kan constructief aan een oplossing gewerkt worden.’

Een groep gemeentesecretarissen (van de gemeenten Bergeijk, Buren, Deventer, Doetinchem, Hoogezand-Sappemeer, Leeuwarderadeel, Ten Boer en Tynaarlo) ziet ook niks in uitstel. ‘Het belang van het vasthouden aan en doorontwikkelen van de vastgestelde koers behoeft geen betoog’, stellen zij in een open brief, waartoe zij op het jaarcongres van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) het initiatief hebben genomen. De gemeentesecretarissen zien het als hun taak de transitie in goede banen te leiden. De uitvoerders moeten volgens hen een veilige werk­omgeving worden geboden, om te voorkomen dat verkramping ontstaat uit vrees voor uitglijders. ‘Wij willen dat alle betrokkenen onder ogen zien dat er in de beginfase dingen mis kunnen gaan.’

De Amsterdamse wethouder Simone Kukenheim (D66, Onderwijs, Jeugd, Diversiteit) benadrukt dat ‘elke transitie gepaard gaat met spanning. Mensen moeten wennen, aan nieuwe collega’s en aan een andere manier van werken.’

De hoofdstedelijke agglomeratie ligt volgens haar op schema. ‘Wij zijn ver vergeleken met de rest van het land. Dat komt omdat we in de regio Amsterdam veel geoefend hebben in proeftuinen. Daarvan hebben we geleerd wat goed gaat en wat beter kan.’

Volgens haar zijn inmiddels alle contracten getekend, met 40 zorgverleners en 120 vrijgevestigde zorgverleners. ‘Het onderlinge vertrouwen is groot. Voorafgaand aan de inkoop zijn we intensief met elkaar in gesprek gegaan, niet op basis van wat het kost, maar op wat nodig is aan zorg.’

Contracten
Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten had 79 procent van de gemeenten de contracten voor de Wmo zoals afgesproken begin oktober rond. Maar volgens directeur Aad Koster van ActiZ, de brancheorganisatie voor zorgondernemers, klopt dat beeld niet. Hij hoort van zijn achterban dat driekwart van de gemeenten de toegang tot zorg toen nog niet voor elkaar had. ‘Ook als er contracten zijn, moet er vaak nog helderheid komen over de manier om gegevens aan te leveren, over kwaliteitseisen en de verantwoording die nodig is om geleverde zorgondersteuning betaald te krijgen.’

Koster dringt aan op vertrouwen in de integriteit van zorgaanbieders. In sommige gemeenten is afgesproken dat zorg geleverd en vergoed wordt, als zorgaanbieders beoordelen dat het beroep daarop terecht is. Zo’n coulante houding moet volgens hem ook elders worden betracht.

Zoekend
‘Als de structuur waar alles op rust niet in orde is, dreigt er serieus onheil’, zegt Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugd­psychiatrie en directeur patiëntenzorg bij Curium-LUMC. ‘We worden geconfronteerd met ambtenaren die weliswaar enthousiast zijn, maar erg zoekende. Terwijl het voor de continuïteit van de zorg essentieel is dat er duidelijkheid komt.’

Hij maakt zich zorgen over een harde landing van met name de (specialistische) jeugdzorg en is er niet gerust op dat kinderen ook na de overdracht de zorg krijgen die ze nodig hebben: ‘Als aanbieders door onzekerheid maatregelen nemen, zoals inkrimpen, dan heeft dat direct gevolgen voor de continuïteit van zorg en het aanbod volgend jaar.’

Vermeiren denkt dat uitstellen niet meer kan. ‘We zijn intussen al zo ver dat ik niet weet wat de beste oplossing is’, zegt hij. De hoogleraar is blij dat er een tussenoplossing komt voor specialistische zorgvormen op bovenregionaal niveau, ook in de jeugdzorg. Dat alles nu ‘rap rap’ moet, betreurt hij. ‘Maar noodzakelijk is dat wel, want sommige noodzakelijke specialistische vormen dreigen weg te vallen. Het zou extra kosten opleveren als deze vormen van zorg later weer moeten worden opgericht.’

De belangenorganisatie voor senioren ANBO steunt de visie achter de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar verschillen in aanbod en kwaliteit kunnen wel een probleem worden, zegt directeur Liane den Haan. Uitstel van de Wmo lost volgens haar niks op, maar volgens Den Haan had de Kamer de Wet langdurige zorg (Wlz) wél moeten uitstellen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie