Burgemeesters vragen aandacht voor Molukse gemeenschap
Burgemeesters van elf gemeenten met een Molukse gemeenschap roepen het nieuwe kabinet op het leed te erkennen dat de Molukkers is aangedaan, nadat ze zeventig jaar geleden naar Nederland werden gebracht. Ook vinden de burgemeesters dat meer moet worden geïnvesteerd in de Molukse gemeenschap.
Burgemeesters van elf gemeenten met een Molukse gemeenschap roepen het nieuwe kabinet op het leed te erkennen dat de Molukkers is aangedaan, nadat ze zeventig jaar geleden naar Nederland werden gebracht. Ook vinden de burgemeesters dat meer moet worden geïnvesteerd in de Molukse gemeenschap.
Excuses
Onder de burgemeesters die de oproep steunen is Victor Molkenboer. Hij is nu burgemeester van Woerden. Tien jaar geleden was hij als burgemeester van de toenmalige gemeente Leerdam een van de initiatiefnemers achter een oproep om officieel excuses te maken aan de Molukse gemeenschap. 'Dit keer hebben we voor een andere insteek gekozen en vragen we het leed van de Molukkers te erkennen. Dat doen we in een brief die maandag in de Volkskrant verschijnt.'
KNIL
Zondag is het zeventig jaar geleden dat Molukkers, ofwel KNIL-Ambonezen naar Nederland werden gebracht. Het zou om een tijdelijk verblijf gaan. 21 maart 1951 is de datum dat het eerste schip in Rotterdam aankwam. De burgemeesters wijzen erop dat het geen vluchtelingen, asielzoekers of migranten betrof, maar loyale militairen die in het Nederlandse leger hadden gediend. Zij kwamen met hun gezinnen naar Nederland. 'De militairen hadden niet alleen gediend, maar ook gevochten uit naam van onze koningin. Desalniettemin werd deze groep mensen niet met alle egards ontvangen', schrijven de burgemeesters. 'Van een warm bad vol dankbaarheid was geen sprake. Het werd een ijskoude douche. De Ambonezen werden weggestopt in kampen die kort daarvoor nog door de Duitse bezetter waren gebruikt. De strijders voor de Nederlandse belangen werden zelfs ontslagen uit het leger. En van een snelle terugkeer was helemaal geen sprake meer. Er was veel leed, onbegrip en woede. Deze littekens zijn tot op de dag van vandaag nog voelbaar in de Molukse gemeenschap.'
Erkennen
De burgemeesters stellen dat het het nieuwe kabinet zou sieren als tegenover de samenleving erkend zou worden dat de wijze van ontvangst en opvang in Nederland onwaardig is geweest. Verder vinden de burgemeesters dat er vanuit het kabinet meer geïnvesteerd zou moeten worden in de Molukse gemeenschap. 'Hierbij gaat het wat ons betreft om versterking van de Molukse identiteit/cultuur, geschiedenis maar ook om versterking en ondersteuning op sociaal/economisch gebied.' De brief is ondertekend door de burgemeesters van Vijfheerenlanden, Woerden, Assen, Breda, Culemborg, Epe, Helmond, Huizen, Krimpen aan den IJssel, Vught en Zuidplas (ANP)
*Het gaat er om, of een belofte destijds daarover vanuit de Nederlandse overheid, reëel was toen men vertrok?
*Stel dat de ontwikkelingen, na die belofte, niet te voorzien waren? Is daar wel of geen sprake van?
*Stel dat die belofte niet was gedaan en deze mensen daar waren gebleven, hadden die mensen nog geleefd, of was hun leven daar voor jaren zuur gemaakt, onder noemer heulen met de bezetter, dus collaboreren? Na de oorlog kwam hier ook een afrekening t.o.v. Nederlanders die dat deden met de Duitsers.
*70 jaar terug zo koud te worden opgevangen in dubbele betekenis van het begrip koud, is verschrikkelijk! Traumatisch! Het hangt van de individuele persoonlijkheidsstructuur af, hoe diep en hoelang en tevens in hoeveel volgende generaties, trauma's, verbittering en/of teleurstelling doorgaat.
*Aandacht en erkenning voor wat als schuldig verzuim door overheid gekwalificeerd moet worden ten aanzien van de Molukse Nederlanders, is nodig volgens de burgermeesters. Als dat zo is, doen! Ook, wat mij betreft, t.a.v. de andere groep - Indo Nederlanders - die overigens ook niet, of nauwelijks aan de praattafels verschijnen van de “publieke” omroep, of in de vele entertainment programma’s, terwijl dit al met al de eerste en grootste groep met migratieachtergrond moet zijn na WOII. Los nog overigens van gebrek aan aandacht en microfoons, t.a.v. andere, niet-westerse nieuwe bevolkingsgroepen, sinds pak hem beet 1980, hier nieuw gevestigd. Het is niet billijk en proportioneel, dat effectieve zelforganisatie (al of niet met activisme) en een goed netwerk onder enkele minderheden, daarbij zo overheersend bepalend is (bij een daarvan het meest) en die gemakkelijk ingang hebben bij de “publieke” omroep, met een groot uitwaaierend effect op o.a. de reclame industrie en opdrachtgevers daarvan.