Arnhem schroeft ambities bijstand op

De gemeente Arnhem wil wat betreft uitstroomcijfers in de bijstand met de rest van het land meeconcurreren en daarbovenop nog eens 500 Arnhemmers aan het werk helpen. 

De reorganisatie die daarvoor nodig is, maakt 65 ambtenaren boventallig. Wethouder Martien Louwers (werk en inkomen, PvdA) deelde het plan vorige week met de gemeenteraad. De voornemens houden in dat Arnhem meer aandacht gaat besteden aan de inwoners met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.

Daarvoor moet ook meer verbinding worden gelegd met onder meer de uitvoering van de Wmo en schuldhulpverlening. Sinds de invoering van het objectief verdeelmodel kent Arnhem een tekort op de BUIG-gelden, afgelopen jaar ongeveer 8,5 miljoen euro exclusief vangnetregeling.

Daarnaast kromp ook het participatiebudget van de Gelderse hoofdstad. De ambitie om Arnhem (uitstroom 3,4 procent in 2018, 7.384 bijstandsgerechtigden) te laten aanhaken bij de landelijke trend (5,4 procent uitstroom) is volgens Louwers geen brug te ver. Wel moet de organisatie op de schop. ‘Waar consulenten eerst verantwoordelijk waren voor een stukje van het proces, moeten zij een klant nu door het hele proces begeleiden.

Qua profiel komt de nadruk in plaats van op specialistische kennis, te liggen op het kunnen communiceren met andere onderdelen van het sociaal domein.’ De wethouder heeft er bij de ramingen van de personeelskosten rekening mee gehouden dat 10 procent van de boventallige werknemers niet meer in het nieuwe functieprofiel past. De reorganisatie gaat tussen de 6 en 12 miljoen euro kosten. ‘Maar eerder 6 dan 12.’